donderdag 31 juli 2003

HITTEGOLF

Er is een hittegolf voorspeld. Jullie weten hoe ik over hittegolven denk. Dat wordt weer een weekend afzien op ons balkon en in de fraaie Delftse binnenstad. Stapels rosé en vanillecola bij de hand, en boeken ook, wat dacht je.

Ik leef met Niels mee. Ooit werd zijn prachtroman aangekondigd voor voorjaar 2002, vervolgens schoof het steeds een halfjaar op. Maar die jongen heeft wel meer te doen. Mijn links repareren bijvoorbeeld. Alles is nu aan te klikken, en als ik goed heb opgelet, heb ik zijn hulp nu niet meer nodig. Op dat vlak althans. Wisten jullie overigens dat deze site als het aan ons lag www.11.nl had geheten? Het hoe en waarom lees je in het nieuwe Nymph-stukje van Janneke Jonkman. In september verkrijgbaar in elke fatsoenlijke boekhandel.

Mij wordt intussen sinds 2001 al niet meer gevraagd waar mijn boek blijft. Mensen gaan er automatisch maar van uit dat je een roman aan het schrijven bent, alleen omdat al je vrienden en vriendinnen dat ook doen en omdat je heel de dag, jaar in jaar uit in het Grote Boekenbedrijf werkt. Niets van dat al. Twee jaar geleden voltooide ik mijn laatste verhaal. Daarna heb ik slechts aanzetten geschreven en er vooral veel over nagedacht. Nadenken over boeken schrijven, da's al vermoeiend genoeg.

Wel stort ik me morgen vol enthousiasme op de eindredactie van de september-Nymph. Jarenlang deed ik die eindredactie samen met Daniëlle Vermeulen, die zich vandaag een onvoorwaardelijk fan van deze site heeft betoond. Leve Daniëlle! Zij verkoopt tegenwoordig boeken te Bussum.

Ten slotte, want dat mag ook wel eens opgemerkt worden: ik heb de afgelopen week een zielsverwant gevonden in de jonge dichter Hanz Mirck, die overigens ook al boeken verkoopt. Boeken verkopen is Je Van Het tegenwoordig, of hoe zeg je dat. Als ik niets anders te doen had, had ik allang in een boekhandel gestaan. Je hebt het niet altijd voor het kiezen.

V.

Waar blijft dat boek, man?

Er zijn mensen onder jullie die me weleens vragen: "Waar blijft in hemelsnaam die opvolger van dat debuut van je? (Voor de nodige zelfspot, lees eens dit geestige boekverslag.)

Nu, ik zal het jullie vertellen. Ik heb nog geen idee. Mijn uitgever heeft het boek, heel terecht, verplaatst naar de voorjaarsfolder voor 2004. Dus ik kan alleen maar zeggen: geduld. Ik hoop op maart volgend jaar. Muziek Uit Openstaande Ramen, nú al de onbetwiste bestseller van 2004.

Ondertussen zit ik, nog steeds, in een verbouwing, wil ik afstuderen, en ben ik met werkelijk waar met alles te laat. Stuk voor Nymph? Nee, hoor. Bio? Vergeet het. Iets gedaan aan die scriptie? Ach... Je manuscript? Ja, dat ligt in de kast, met prachtcorrecties van Vincent en Josje. Dat ligt daar.

Wel heb ik tijd gehad om vele boeken te lezen, in mijn korte verblijf in het buitenland. Zie hiervoor, als het allemaal lukt, die nieuwe Nymph. Toby Litt's Finding Myself zit daar ook bij. Grappige website heeft die kale.

Enfin, ondertussen probeer ik doodkalm te blijven. En te werken. Wérken, mensen. Dat moeten schrijvers en Internetgoden In Wording gewoon doen. Anders is er geen eten, en dan gaan je vriendin bij je weg en voor je het weet lig je twee en half jaar dood in je halfafgemaakte luxeuze dubbele grachtenbovenwoning. Ik ga dus maar weer eens.

Muzikale tip van de week: luister eens naar Brendan Benson, zoals ik nu doe. Mooie liedjes. Metarie heeft een prachtige tekst.

woensdag 30 juli 2003

Links!

Goed, dan zou ik nu graag van iemand (Niels?) willen weten waarom maar 1 van mijn 5 links in onderstaand bericht werkt.

Alle tips zijn welkom. Jullie kennen het adres.

V.

Ik ben de goeie in 't vloeien

Ben ik hier tegenwoordig de enige die deze site gaande en rollende houdt? Het heeft er alle schijn van. Zou Niels soms weer op vakantie zijn? Of wil hij wel heel graag schrijven, maar zit hij klem onder wat meubelstukken? Je weet niet hoeveel zo'n verbouwing van je eist.

Intussen verheugen we ons in de grote hoeveelheid bezoekers van onze site (Niels wist me te vertellen dat we afgelopen zaterdag meer dan 30 'hits' hadden) en de vele enthousiastelingen die 'comments' achterlaten op onze berichten. Even afgezien van de obscene oneliners van anonieme vreemdelingen. Daar blijf ik verre van. Af en toe wis ik zo'n bericht. Daar heb ik nu lol in.

Niels heeft me gevraagd wat meer met 'links' in mijn berichten te gaan werken. Om de boel hier 'levendig' te houden. Eens kijken waar we uitkomen.

Gisteravond hebben Elsie en ik de prachtfilm Punch-Drunk Love gezien in ons onvolprezen Delftse filmhuis. Ik wist niet dat er zowaar goede films met Adam Sandler bestonden, maar zie hier. Een man in een felblauw pak heeft te kampen met zeven dominante zusters, plotse buien van agressie en vier blonde broers die op zijn geld uit zijn. En dan: de liefde. De hoop. Een toekomst. Beterschap. Het besef dat het allemaal niet voor niets is. You are so beautiful. I love you so much I want to smash your face in with a sledgehammer. Waar hoor je liefde nog zo verwoord worden? Paul Thomas Anderson is een halfgod, zoveel is zeker.

Vanavond heb ik mijn fiets opgehaald bij de fietsenmaker. Het kost me handenvol geld, maar voortaan kan ik weer in het donker over straat met een fietslampje dat werkt, en ook heb ik nu een 'antilekband'. Ik weet niet of ik het juiste woord gebruik, maar als ik het wel heb, zijn de enige zaken die Een Volgende Grote Oorlog overleven, antilekbanden en kakkerlakken. Je kunt eigenlijk niet meer zonder, heden ten dage.

Warm blijft het, maar mijn hoestbuien worden minder en minder. Ik denk na over mijn leven na Nymph en overpeins nog eens hoeveel tijd en moeite er gaat zitten in het maken van een tijdschrift. Soms word je zowaar gevraagd voor een ander tijdschrift, en dan sla je vanzelf aan het denken.

Ik vertel jullie alweer meer dan goed voor je is. Laten we het glas heffen en er het beste van hopen.

V.

zondag 27 juli 2003

Geen inspiratie

Nu, de hele Tour de France is weer eens aan me voorbijgegaan. Terwijl vanmiddag de laatste etappe (zo noem je dat, niet?) werd gefietst, heb ik fijn in oude tijdschriften zitten lezen, oude plaatjes gedraaid en een vileine recensie voor de nieuwe Nymph geschreven. Ik heb het wel geprobeerd, even, toen ik de tv aanzette en zag dat de hele meute recht op de Arc de Triomphe af fietste, niet wetend dat dat nog een uur ging duren. Allemachtig, hoeveel rondjes fietsen die lui om die Arc heen voor het afgelopen is? Komkommertijd, jawel. Dezelfde tijd waarin je dag na dag geconfronteerd wordt met de lichamen van de broers Hoessein, de ene dag nog gladder dan de andere. Ik verwacht dat ze intussen geprepareerd worden door de Amerikanen. Om nog heel lang mee te kunnen, als het ware.

Uit de reacties maak ik op dat Niels en ik niet de enigen zijn die zich ergeren aan Nol. Zelfs degenen die Nol nog niet kenden, hebben al genoeg van hem. Zo gaan die dingen. Het is slechts een kwestie van tijd, jongens, voordat Nol van het scherm is. Vervolgens storten we ons op pretty boy Edvard Niessing, en als ook die verdwenen is, beginnen we een actie om Mike Levy terug te krijgen. En Bob Ross. En, jawel, alle afleveringen van Family Ties. Tot we ons weer in 1996 wanen, wat jullie.

Dan nog iets heel anders: hoe komt het dat ik tegenwoordig vijf kilo minder weeg dan enkele weken terug? Sinds hier een weegschaal in huis staat en ik af en toe eens ga kijken, weeg ik minder en minder. Ik vraag me af of er een verband is.

Morgen. Een nieuwe werkweek. Laten we er het beste van hopen.

V.

vrijdag 25 juli 2003

Zomermuziek

Heel kort, drie nummers die al dagen in mijn iPod op repeat staan:

Don't Worry van de fijne meisjes van Appleton
Crazy Love van Beyonce featuring de man met nóg dikkere lippen dan LL Cool J, Jay-Z
en
Out of the Races and Onto the Tracks van The Rapture. Fijne vuige punk uit New York.

Bezeten Foon

Ik heb een Sony Ericson Nog Wat. Nog geen jaar oud. En nu voor de dérde keer ál mijn nummers weg. Waanzin. Vrienden en Vage Kennissen, bel, sms of mail mij eens je nummer. Opdat het maar allemaal, eens, goed zal blijven.

Ik lees overigens ook weinig gedichten. Ik ben een liefhebber van Van Ostaijen en Bukowski. Van de hedendaagse jonge(re) Nederlandse dichters sla ik eigenlijk alleen Wigman open. Thomas Möhlmann zie ik al jaren als zijn betere opvolger, maar ja, Thomas debuteert maar niet. Hij wil eerst de ultieme bundel hebben geschreven. Perfectionistisch, die dichters. Mocht ik het verkeerd hebben, corrigeer me gerust. Jij ook, Thomas.

Nol. Iemand die zo heet kan niet serieus genomen worden. Dood aan hem. En aan alle dagtelevisiemensen.

donderdag 24 juli 2003

Gedichies

Ik ben geen groot gedichtenlezer. Ik heb altijd het idee dat ik ze te snel lees, dat ik er te weinig tijd voor neem. Ik lees liever romans; verhalenbundels desnoods. Zo ben ik vandaag eindelijk eens begonnen in Michel Houellebecqs Elementaire deeltjes. Maar heel, heel soms lees ik ze wel, die gedichten, en heel af en toe zit er een gedicht tussen dat me raakt. Graag wijs ik jullie op de schrijnende schoonheid van 'Ooit 2' van Hanz Mirck, een jonge dichter die vorig jaar debuteerde met de bundel Het geluk weet niets van mij. (Overigens: wordt die bundel wel genoeg gelezen? Ik vraag het me af.) 'Ooit 2' staat niet in die bundel, dus dat wordt nog zoeken, maar het zal het waard zijn. Intussen zal diezelfde Hanz Mirck zijn Nymph-debuut maken in ons septembernummer. Joechei.

Dat septembernummer wordt sowieso een nummer om rekening mee te houden. Gisteren hebben we redactievergadering gehad. Niels, Janneke, Judith, Martien en ik waren er verrassend snel uit dit keer. Er was zelfs nog tijd over om te lachen, nootjes te eten, te mokken, te drinken en te overpeinzen.

En dan Nol. Zullen we het eens over Nol hebben? Nol is een man die met enige regelmaat allerhande apparatuur - oventjes, fitnesszooi, boormachines, de 'cutter world tool', camera's - aanbeveelt in een obscuur RTL4-programma. Nol doet dat op een zó irritante, overduidelijk onechte, ongemeende, leugenachtige wijze dat het agressie oproept. Nol liegt en bedriegt, Nol fleemt, Nol is het jongetje dat vroeger gepest werd (en terecht), Nol verdient niet beter, Nol doet de zon achter de wolken verdwijnen, Nol haalt je het bloed onder de nagels vandaan, Nol zou niet door de censuur heen komen als het aan Niels en mij lag - Nol moet, kortom, heel goed uitkijken.

Ten slotte: mijn meisje gaat afstuderen op 28 augustus!

V.

dinsdag 22 juli 2003

Tegen Schenen Schoppen

Zo is het, Niels. Rappers die 'Ja toch?' roepen, daar moet maar eens iets van gezegd worden. Wat te denken van rapzinnen als 'Op deze plaatje kan ik de hele nacht doordansen' (Brainpower) en 'De mens is een dier die zijn grens niet kent'? Als taal zo belangrijk is voor die lui, kunnen ze er allicht iets zorgvuldiger mee omgaan. Net zoals ik de eerste rapper nog moet tegenkomen die 'I ask' zegt in plaats van 'I aks'. Laten we eerlijk zijn: da's gewoon het equivalent van een kleuter die 'weps' zegt. Ik verwacht dat sommigen deze opmerkingen pareren met frasen als 'vernieuwend taalgebruik', 'spelen met de mogelijkheden die de taal ons biedt' en wat niet al, maar vooralsnog gniffel ik erom.

Niels en ik maken geen ruzie. Ruzie is voor losers. Niels en ik zijn nu zo'n zes jaar bevriend. Dat houden we maar zo. Ik zie ons nog zo zitten, die eerste avond in het Kremlin. Intussen feliciteer ik Niels met zijn 26ste verjaardag. Nog maar een glas rosé dan.

Graag wil ik even van de gelegenheid gebruikmaken de mensen te bedanken die deze site lezen en nog de moeite nemen erop te reageren ook. Leve Martien Bos! Leve Joey Schmitz! Leve Rita Lagewaard! Leve Floor van Renssen! Leve Dimitry Fleming! En leve Niels en ik. Wij Doen Dingen Die Jij Ook Zou Willen.

Als ik Niels was, zou ik Omarm zeker kopen. Maar dan wel pas over een jaar. Want dan ligt die cd overal voor een euro of 8 te koop, net zoals de rest van dat prachtoeuvre van Blöf. Cd's kopen in plaats van kopiëren, ik juich het toe. Maar ik ben het beu cd's voor bijna 20 euro aan te schaffen die een halfjaar later de helft minder kosten.

Vandaag een flesje Nattermann gekocht. Het begint allemaal nogal op te lopen. De Aerius-pillen kreeg ik gratis, maar er gaat een vermogen aan AH-keeltabletten, honingdrop en Vicks-pastilles doorheen. En nu weer Nattermann. Smerige siroop, hoogstwaarschijnlijk. Ik hoest minder dan de voorbije weken, maar volgens mij zeg ik dat wel vaker de laatste tijd.

Sta er intussen maar eens bij stil dat 'The City Sleeps' van MC 900 Ft Jesus ook nu, elf jaar na verschijnen, nog een geniale song is. Een rapper, jawel, maar een geweldige tekst, waarin eens niet wordt gebazeld hoeveel stoerder en gevaarlijker deze rapper is dan zijn collega's, maar waarin een duistere ziel zijn pyromane obsessies opbiecht. Alsof het niets is. I light the fires while the city sleeps...

Een vriendin zei me vandaag: 'Als je er niets aan kunt doen, dan kun je er ook niets aan doen.' Of iets dergelijks. Knoop het in je oren.

V.

MIJN ZWARTE GEEST

Had ik gisteren bijna ruzie met Vincent, en dat op de nacht dat ik 26 zou worden. Dat kortverhaal van hem, dat is behoorlijk goed, maar haalt het niet bij Het Bloed Onder Mijn Nagels. Is mijn mening.

Ik ga trachten de sfeer hier weer wat lichter te maken. Zondag was ik bijvoorbeeld nog op een Hip-Hop-Festival in het Oosterpark, en deed ik alsof ik het heel gewoon vond dat rappers de hele tijd "Ja, toch?" riepen.

Momenteel ben ik net enkele uren 26. Het is me wat. De dag zelve ga ik klussen in mijn nieuwe huis. Zulke zaken moeten gebeuren, daar valt niet aan te ontkomen.

Ondertussen groeien de twijfels: zal ik mijn zelfmoordaanslag op een zekere schrijver (daar heb ik wat kansarme jongeren voor genomen, die bovendien besmet zijn met HIV) door laten gaan? Zal ik gewoon Omarm kopen of downloaden? Lees ik Michel Faber in het Nederlands of het Engels? Zijn er ook mensen die mij leuk vinden en die hier komen? Zijn daar Mooie Meisjes onder? Wie kent er een fantastisch boek dat ik moet lezen?

Tsja.

maandag 21 juli 2003

DE OUDE TOBBER

Zie hier: zomaar een oud verhaal van mij. Ooit verscheen het in Nymph, toen Nymph nog een klein blaadje met een toekomst was...

Reacties zijn, ook vijf jaar later, nog altijd welkom.

V.



DE OUDE TOBBER

‘Play the blues, punk!’
The Jon Spencer Blues Explosion, ‘Dissect’

Elise had opvallend weinig woorden nodig om haar relatie met Victor te verbreken. Op een donderdagavond in café De Doerak zagen ze elkaar en ze voegde hem de woorden toe: ‘Dit kan niet langer zo. Ik mis dat dichterlijke. Jij bent geen dichter en je hebt geen weet van de schoonheid der woorden.’ Weinig woorden en toch: geen misse taal. Kordaat stond ze op, schoof ze haar stoel weg en verliet ze de berookte ruimte. Victor overpeinsde haar woorden en vertrok niet veel later, de eerste tekenen van een gebroken hart negerend.
De dagen werden allengs langer en het inzicht dat er wat moest gebeuren drong zich steeds dwingender aan Victor op, zo lang tot hij eraan toegaf. Het juiste voorkomen is al het halve werk, dat wist Victor ook, en daarom schafte hij een lange zwierige jas en een merkwaardig, immer scheef zittend petje aan op de markt. Lange jassen en maffe petjes maken de dichter. Getooid in deze indianenkleren scheen de wereld hem al heel anders toe. Elise zou zich nog wel bedenken!
Zelfvoldaan en gesterkt door de zon die in zijn gezicht scheen, ging hij diezelfde middag nog naar café De Doerak, en ook hier leken de mensen frisser en fleuriger, al stelden ze Victor toch wat teleur; het waren niet zíjn mensen en die vielen hier vandaag ook niet te verwachten. Op het terras ergerde de zon hem plots, wat hem gezwind zijn petje deed pakken. Het stond weliswaar maar halfrecht op zijn hoofd, maar alles kan helpen in de strijd om het hogere.
Geërgerd zag hij mensen het café in- en uitgaan en wachten kan lang duren voor hij die zich afhankelijk stelt van het lot, het van hogerhand ingegevene. Victor dreigde bijna in te doezelen achter zijn koffie toen Makker Bob hem tegemoet trad.
‘Vic! Wat is dat voor maf petje? Heb je een nieuwe jas? Wat is dat allemaal?’
Makker Bob had de merkwaardige en wat schrikbarende neiging zich over de kleinste dingen te verbazen en zich over alles op te winden. Hij had een gloeiende hekel aan verandering en een geoefend oog voor alles wat eraan onderhevig was.
‘Het heeft toch niets met het meisje te maken, hè?’ Makker Bob kwam naast hem zitten en laafde zich aan zijn cola. ‘Het zijn zware tijden, Vic, ik weet het, maar je nieuwe kleding bevalt me niet en ik zal het ieder die ik tegenkom vertellen. Ze zullen weten dat je de realiteit tart, dat je elk gevoel voor smaak overboord gooit. Mijn verontwaardiging is groot.’ Hij sloeg met het glas op tafel, zijn afschrikwekkende, rood aangelopen kop boven die van Victor uittorenend. ‘Jij zou moeten weten dat er constanten in het leven zijn die je niet met voeten treedt! Als iedereen zulke petjes droeg, zou het hek alras van de dam zijn!’ Tierend liep hij weg. ‘Altijd wat met jou!’
Mensen lopen opvallend veel van mij weg de laatste tijd, dacht Victor. En wat praat Makker Bob raar. Het zal toch hopelijk niet aan mij liggen? Het is misschien goed als ik hier een notitie van maak.
Victor had een notitieboekje gekocht en een stomp potloodje gevonden in een oude la. Wie nooit iets opruimt, vindt nog eens wat. Hij herschikte zijn pet en tastte in zijn nieuwe jas naar boekje en potlood, zinderend van vreugde. Als hier niets dichterlijks mee viel aan te vangen... Reeds na enkele neergeschreven woorden, speels gerangschikt met schuine strepen, afbreekstreepjes en hier en daar een hoofdletter, was zijn eerste gedicht voltooid, en hij snelde het café in om Elise te bellen. Elise bleek weinig gevoelig voor zijn eerste poëem en voegde hem slechts kil toe: ‘Proza mag natuurlijk ook.’
Thuisgekomen vond Victor, toch wat moedeloos door de beslommeringen van die dag, een weinig opbeurende boodschap van Makker Bob op zijn antwoordapparaat. ‘Ja eh, Vic... dit is Makker Bob. Bij deze wens ik elk contact met je te verbreken. Hufter! Met je petje, wat dénk je wel, ik zal je nog krijgen! Vanavond kom ik je...’ Verder reikte de boodschap niet en Victor vond het zo ook wel genoeg. Elke ludieke actie wordt op die manier in de kiem gesmoord, dacht hij. Je kleding laat te wensen over, je gedichten deugen niet en je meisje wordt nergens meer warm of koud van. Wat te doen? Op de markt had hij een vergeelde foto gevonden van een vroegere dichter, men noemde hem ‘de oude tobber’, en Victor hing de foto boven zijn schrijftafel. Hij besloot een snor te laten groeien, net zo een als de oude tobber placht te dragen, en zich te begraven in papieren, halfbeschreven liefst, met veel gekras en onleesbaar gebrabbel. De telefoon ging over op een toon die weinig goeds deed vermoeden, maar het weerhield Victor er niet van op te nemen.
‘Met Victor.’
‘Dag Vic. Dit is je moeder. Gaat alles wel goed met je? Ik had zojuist je oude Makker Bob aan de lijn. Hij klonk hevig ontdaan. Eet je wel genoeg fruit? Klopt het van die pet?’
‘Wat een vragen allemaal, moeder. Laat me je dit vertellen: ik heb een foto van de oude tobber bemachtigd, je weet van wie ik spreek, en ik zal me voortaan spiegelen aan zijn voorbeeld. Een goed voorkomen is het halve werk, dat weet jij ook, en zodoende laat ik een snor groeien. Makker Bob heeft overigens geen recht van spreken; die heb ik nog nooit fruit zien eten.’ Zonder een antwoord af te wachten, legde hij de hoorn neer. Bij nader inzien toch maar niet meer opnemen, besloot Victor.
Victor staarde naar de foto van de lang vervlogen dichter en dacht: wie ziet er nog zo uit in deze tijden? Niemand die ik ken. Wie oogt er nog zo onvervaard en is toch behept met zulke verbeten trekken? Met zo’n kop maak je voorwaar geen vrienden, dunkt me. In de gang hing een spiegel die door Victor nooit een blik waardig werd geacht, maar nu was de tijd daar: hij ging voor de spiegel staan en bekeek zijn gezicht van dichtbij, kritisch welhaast. Geen verbeten trekken te bespeuren, zo te zien, oordeelde Victor. Het dichterschap komt met vallen en opstaan. Een snor zit er dik in, dat kan geen week meer duren. Weer naar de vergeelde foto starend, dacht hij: hij staat wat voorovergebogen, maar dat kan aan de positie van de fotograaf liggen. Hij steunt op een wandelstok en houdt een maf petje in zijn andere hand. Hij draagt geen zwierige jas, maar het kan een warme dag geweest zijn. Volgens mij ben ik er al bijna.
Enige dagen later zat Victor in zichzelf murmelend aan een tafeltje in café De Doerak. Mensen lieten hem meer en meer links liggen, vooral wanneer ze zagen dat hij bij elk gesprek dingen noteerde in een klein boekje. Soms ook stond hij op, leunde hij op een stoel en leek hij een beetje voorover te hellen.
‘Ik zing van Elise,’ schreeuwde hij soms uit, wat hem weinig gehoor opleverde, en deed het dat wel, dan werd hem verzocht ogenblikkelijk De Doerak te verlaten. Maar niet déze donderdagavond. Hij had een notitieboekje vol met geslaagde ideeën en die moesten maar eens gerangschikt worden, her en der wat strepen en weldra had je een verhaal. Een mooi verhaal, dat spreekt voor zich, doordrenkt van een dichterlijke aard. ‘Ik draag de poëzie een warm hart toe,’ vertelde hij zijn vrienden, ‘kan een van jullie dat Elise zeggen? Ik ben veranderd, waarlijk, kijk naar mijn pet, mijn jas, mijn snor...’ Dergelijk gestamel maakte het er allicht niet beter op en ook de laatste vrienden spoedden zich naar een ander tafeltje.
‘En nu nog een snor ook?!’ Makker Bob betrad de saloon, mogelijk gewapend, minstens tot het een en ander in staat. Wat veranderingen teweeg kunnen brengen, je houdt er je hart bij vast. ‘Hij heeft een snor, mensen! Zie hem! Eerst een jas, en zo’n pet... zo’n pet!’ spuwde Bob de mensen toe. ‘En nu weer een snor! Hij lijkt de oude tobber wel! Hou mij tegen voor ik hem aanvlieg!’
Makker Bob werd hardhandig verwijderd door twee mannen voor in het café. Foeterend en kwijlend belandde Bob op de stoeptegels. Victor benaderde de mannen, nam zijn pet af en bedankte hen. De ene had hij herkend als Fors, redacteur van Het Tijdschrift. Fors stond erom bekend debutanten te kunnen maken en breken. Zijn invloed was groot.
‘Fors, het is goed dat ik je tref. Ik ben tot de poëzie bekeerd, en bovendien schrijf ik verhalen. Kijk naar mijn doorleefde kop. Wat zegt dat jou?’
‘Stuur maar eens wat op. Maar niet met van die schuine strepen en overal puntjes, als het kan. Wie de interpunctie schendt, vindt in mij geen vriend. Ik maak en breek mensen, dat is genoegzaam bekend.’ Met een superieure gezichtsuitdrukking keerde Fors zich van Victor af.
De volgende dag reeds zond Victor twee gedichten en een verhaal naar Het Tijdschrift, in een grote, voldoende gefrankeerde envelop. Uiterste aandacht voor de interpunctie, dat ook nog. Zo was het wel weer genoeg voor vandaag. Hij belde Elise op, ooit zou ze wel bij hem terugkomen, en hij wist te melden dat hij hard op weg was, dat hij een poëet in hart en nieren was. ‘Wat zeg je ervan, kom je bij me terug?’
‘Vic, ik heb Makker Bob gesproken. Hij is woedend op je. Ik begrijp niet hoe je zo met mensen om kunt gaan. Je weet dat hij niet tegen veranderingen kan. Ook schijn je je moeder onjuist bejegend te hebben.’
‘Ik heb de hoorn erop gegooid, dat is waar. Maar ik lijk nu op de oude tobber, je kent hem, en hij zou hetzelfde gehandeld hebben.’
‘De oude tobber hád helemaal geen moeder meer, Vic. En die snor van hem vond ik geen gezicht.’ De verbinding werd verbroken. Wacht maar af, Elise, je zult nog op je knieën komen smeken, dacht hij, een verbeten trek om zijn linkermondhoek.
Een zoveelste donderdagavond. Victor betrad het café, strompelend, petje op, stomp potloodje achter zijn oor. Fors zat aan de bar, negeerde hem.
‘Fors!’ Joviaal, haast struikelend over zijn wandelstok, liep Victor op hem af. ‘Wat wil je drinken van me?’
‘Van jou drink ik niets. Jij weet niet waar de komma’s horen. Jij kunt niet schrijven.’
Ontstellend eigenlijk, dacht Victor, hoeveel mensen mij nog altijd niet serieus nemen. Het geschater om mijn rijmelarij en verhalen. Elise ben ik misschien voorgoed kwijt en daarnaast wordt mijn schrijfwerk niet op waarde geschat. Dat is een klap in het gezicht voor een tobber die zijn meisje bezingt, op rijm, en dan nog op haar verzoek.
Niet door enige terughoudendheid gehinderd, toog Victor naar Elises huis. Een eigentijdse serenade, onder haar raam, dat zou gevolgen kunnen hebben. Impulsieve reacties maken de dichter.
Het wandelen met een stok in de ene hand en een pet in de andere ging hem steeds beter af. Met verve kroop hij langzaam in de huid van een ander, een huid die precies leek te passen, nauw aansluitend maar niet te strak. En dan zo’n snor, die stond bepaald niet mis.
Haar raam was gesloten en daar was het het weer ook naar. Dit belette Victor niet de pose aan te nemen, het blaadje uit zijn jaszak te graaien en, plechtstatig doch vermoeid, zijn nieuwste voor Elise geschreven gedicht aan te vangen. Zijn stem werd algauw luider en sloeg nu en dan zelfs over. Het schreeuwen kwam tot een abrupt einde toen het raam geopend werd. Niet Elises gezicht, maar dat van Makker Bob kwam te voorschijn.
‘Dat kán niet, hè! Midden in de nacht gaan jammeren onder iemands raam! Wat bezielt jou? In godsnaam!’ Het raam werd woest dichtgeslagen.
Dit had Victor vanzelfsprekend niet voorzien. Wat zou de oude tobber gedaan hebben? Die Elise kon verrekken, die was van geen enkel belang meer. Zijn eer en dichterlijk vermogen werden hier te grabbel gegooid, en dat tweemaal in een uur tijd. Hij hoorde de tobber in zijn oor fluisteren: doe iets, stel een daad, neem de pose aan, en rap een beetje!
Nog geen halfuur later zeeg Victor neer op een stoel in café De Doerak. ‘Jij hebt geen benul van wat des dichters is, Fors. Jij bent niets, met dat tijdschrift van je. Nieuwe tijden breken aan. Ik ben de oude tobber!’
Hij sloeg met zijn wandelstok op de houten vloer. Dat het café allang leeg was, op de schoonmakers na, scheen hem niet te deren. Fors was nergens te bekennen. Niemand was overgebleven, maar Victor sprak onverdroten door, wat voorover hellend op zijn kruk. Het waren verontrustende tijden in het land der poëzie.

(Nymph, oktober 1998)

zondag 20 juli 2003

Rosémiddag

Mijn vorige week weggelopen broertje zit alweer in de bus terug naar Nederland. Het is even alsof er niets gebeurd is. Intussen is het een nieuwe dag op het balkon, dit keer met een stapel Nymph-kopij in de hand. Er is veel interessants ingezonden, maar ook weer veel puin. Aanstaande woensdag zal uitwijzen wat geplaatst wordt en wat niet.

Gisteren heb ik eindelijk Niels weer gezien. Op het grote Arie Storm-is-40-jaar-feest in de tuin van het nieuwe Prometheus-pand. Het werd weer eens later dan ik had verwacht. Niels, Elsie en ik eindigden in De Schutter, waar we de enigen waren die iets aten.

25th Hour is een geniale film! Ga er allen heen!

Weer een bezoek aan de huisarts gebracht in verband met de hoest die ik nu zo'n 2 maanden heb. Nog altijd geen afwijkingen aan keel of longen, dus nu maar eens wat medicijnen meegekregen: Aerius. Zou het iets opleveren? Tips om van een hardnekkige kriebelhoest af te komen zijn van harte welkom op deze site of op ons e-mailadres.

V.

vrijdag 18 juli 2003

Lever eens commentaar, wil je?

Ja ja, voortaan kun je commentaar leveren op al die prachtberichten van Niels en mijzelve. Onder aan elk stukje tekst zie je nu 'Comment' staan. Doe daar iets mee!

Gewoon, omdat het kan!

V.

woensdag 16 juli 2003

Filmquotes die de waarheid spreken

Tyler Durden: "Man, I see in fight club the strongest and smartest men who've ever lived. I see all this potential, and I see squandering. God damn it, an entire generation pumping gas, waiting tables; slaves with white collars. Advertising has us chasing cars and clothes, working jobs we hate so we can buy shit we don't need. We're the middle children of history, man. No purpose or place. We have no Great War. No Great Depression. Our Great War's a spiritual war... our Great Depression is our lives. We've all been raised on television to believe that one day we'd all be millionaires, and movie gods, and rock stars. But we won't. And we're slowly learning that fact. And we're very, very pissed off.''

Uit: Fight Club (1999), David Fincher.

Het zijn grimmige tijden

Het mag dan wel warm zijn, sommige mensen noemen het zelfs heet, maar zulke lieden moet je kapot slaan met een loden staaf, de reden van mijn afwezigheid uit Amsterdam is heel simpel. Het huis waar ik sinds kort woon ondergaat een verbouwing, een belachelijke, ridicule verbouwing. Een verbouwing als een loodzware, inktzwarte, doodserieuze roman. De humor redt ons niet meer.

Ik zit in Zürich. In een kleine kamer, zonder badkamer, laat staan toilet. Het is wel eens beter met mij gegaan. Ik belde Vincent, met het verzoek bij hem te mogen verblijven voor de eindeloze weken, maanden die nog volgen gaan, maar mijn trots speelde parten. Ik had een tussenlanding in Zürich toen ik hoorde van de eindeloze ellende die me te wachten stond in Amsterdam. Goed, vier dagen geleden haalden ze zomaar een lijk uit het park dat tegenover mijn woonst ligt, maar de wanhoop, de belachelijkheid van de situatie in dat op zich zo fraaie grachtenpand in de Plantagebuurt is reden tot mijn absent zijn. Er gebeuren dingen die zelfs ik niet voor mogelijk hield.

Doden zijn reden tot vreugd, zeker als het aan drugsverslaafde nitwits zijn. Ik ben echter veroordeeld tot verblijf in het buitenland. Hoe lang weet niemand, zeker die klootzakken van een aannemers niet. Aannemers hebben al zo'n slechte naam, ik begrijp simpelweg niet waarom er niet een verlichte geest bestaat die een aannemersbedrijf begint met de naam Wij Doen Wat Wij Zeggen. Er daar naar handelen.

De staat waarin mijn literaire en academische carriere verkeerd, doet vermoeden dat ik degene ben die dat bedrijf sticht. Ik ben in een bui om met iedereen, ongeacht zijn grootte of vervaarlijkheid, een woordenwisseling te beginnen. Uit te dagen. Slaan of geslagen worden, het is mij om het even. Ik heb helderheid van geest nodig. Alles wat ik wil, liefheb of ambieer, het lijkt steeds verder weg te drijven. Je kunt zeggen dat ik overdrijf. Ik daag je uit uit mijn positie in te nemen. Kijken of je dan nog lacht.

Ik zeg: fuck Arnon Grunberg. Fuck alle bouwvakkers ter wereld. Fuck alle klotejunks.

dinsdag 15 juli 2003

BOEKEN DIE IK OOIT ZOU SCHRIJVEN

Daar gaan we dan. Een zooi titels van boeken die ik me ooit voornam te schrijven. Vroeger, eens, toen.

Geldingsdrang
Klaphonger
Zo zwart als wit
Thuis was het gezellig (poëzie, onder de naam Victor Stout)
Overal taxi's
Magere ijscomannen spreken de waarheid (Barcelona-trilogie 1)
Ik vermijd de voltooide tijd (Barcelona-trilogie 2)
Ode aan Paula (Barcelona-trilogie 3) (novelle met foto's van Dimitry Fleming)
Hete thee
Verzamelde titels

Niels en ik, wij zouden de ideale Zomergasten zijn, dat lijdt geen twijfel. Maar belt Joost Zwagerman ons? Hij peinst er niet over. Terwijl ik Niels en mij al voor me zie, keuvelend met Joost, commentaar leverend op het door ons uitgezochte, favoriete beeldmateriaal. Ik zou heel gemakkelijk in dat uitzoeken zijn. Zolang de clip van Paul Simons 'You Can Call Me Al' maar aan bod komt. Goed, Joost heeft onze nummers. Dus we wachten nog even af. Overigens, en dat spijt me dan voor Niels, ben ik zowat de enige die niets met Jiskefet heeft. Het is altijd aan me voorbijgegaan. Maar dat mag de pret niet drukken: ik 'You Can Call Me Al', Niels een fragment van Jiskefet. Hebben we nog zo'n drie uur zendtijd te gaan. Daar doen wij niet moeilijk over.

Niels claimt overigens terug in Nederland te zijn, maar in Amsterdam heb ik hem nog niet gezien, en vandaag kreeg ik een collect call uit Zürich, en die kan alleen maar van hem gekomen zijn. Ik heb de hoorn erop gegooid, dat spreekt.

Ten slotte: dat 'Summer Jam 2003' op 1 staat, vind ik in tegenstelling tot Niels prima. Ik heb het even nagekeken: als dit niet op 1 stond, had die afschuwelijke Acda en De Munnik-parodie er gestaan. 'Summer Jam 2003' heeft dan althans nog een clip waar ik erg vrolijk van word.

En dan nog, in aanvulling op Niels' bericht van gisteren, wat boekentips in de categorie Nu Lezen - En Wel Meteen:

Afgunst - Arie Storm (nu op de longlist voor de AKO Literatuurprijs!)
De asielzoeker - Arnon Grunberg (ik blijf het verdorie niet zeggen)
Platform - Michel Houellebecq
In de ban van mijn vader - Sandro Veronesi
&
Zoon van de wolvenman - Michael Chabon

Om andermans woorden maar weer eens te misbruiken: ik moet nu echt even wat videobanden terug gaan brengen.

(Laat wat van je horen, Niels! Kom terug naar Nederland, wil je?)

V.

maandag 14 juli 2003

Toen, 's nachts

Scarface op V8, een schandalig slechte kopie, net gezien. Het is een film die rappers graag zien. Ik begrijp dat niet. Er komt geen zwarte aan te pas. Het is bovendien een langzame film. Weinig geweld. Met uitzondering van de finale, al is die lang niet zo episch als ik me kon herinneren. Het zal toch niet het ordinaire Van Niets Tot Grote Misdaadkoning Verhaal zijn dat ze zo aanspreekt? Stigma's. Ze zijn verdomme waar.

Terug in Nederland. Het licht is hier anders. Alles is zo recht. Er zijn zelfs wegen. Weinig idioten met wapens op straat. Het tijdsverschil. Ik drink bier uit kleine blikjes. Er zijn kranten. Veronica zendt uit, ook al weet niemand dat.

Is Zomergasten al begonnen? Joost Zwagerman. Zal dit eindelijk zijn pathetische gesmeek om Boekenweekgeschenkauteur te zijn, verstommen? Wie zijn zijn gasten? Hoe ziet zijn fucking gebit eruit? Waaom is Jiskefet nog nooit gast geweest? Waarom Paul Verhoeven niet? Hoe goed kan een programma zijn als er de verkeerde mensen werken?

Waarom staat dat verfoeilijke Summer Jam 2003 (een rerelease!) op nummer 1?

Net, vanmiddag, toen ik weer thuis kwam, lag er grote stapel kranten te wachten. Dirk van Weelden werd gevraagd naar zijn leesgewoontes tijdens de vakantie. ''Een roman dringt zich teveel op,'' zo zei hij. Wat een gek. En wat een andere gekken daar, in dat Intermezzo van de Volkskrant. Met hun tips. En hun boeken. Lees niet alleen in de zomer, dat is voor het plebs. Voor de massa die met bierbuik de nieuwe Nicci French doorbladeren. Of erger: die een stapel westerntijdschriften meenemen. Die bestaan, westerntijdschriften. Hoewel dat moeilijk is voor te stellen.

Een lezer leest altijd.

Nu lezen: en wel meteen:

Als op een winternacht een reizer - Italo Calvino
deadkidsongs - Toby Litt
Choke - Chuck Palahniuk
New York Trilogy - Paul Auster
&
Nog drie keer slapen en ik word wakker - Herman Brusselmans.

Recensies, commentaren, roddels, tegensprekingen, suggesties naar bovenstaand mailadres.

Vince, we spreken snel af. Met die bezoekersaantallen zit het wel goed, ik heb belangrijke informatie daarover voor je.

zondag 13 juli 2003

ZONDAGAVOND

Niels schijnt intussen te zijn teruggekeerd van Guantanamo Bay. Een mens kan daar ook niet te lang blijven, laat staan een mens met zo veel plannen als Niels - zie zijn bericht van gisterochtend. Niels heeft overigens gelijk: in De verhuizing staat een zeer goed verhaal van zijn hand, hetgeen de tijd ons nog zal leren. De nieuwe Nymph moet inderdaad ook in elkaar gezet gaan worden. De kopij laat echter op zich wachten. In de zomer wordt traditioneel het minst ingezonden. Waarom is dat toch? Tijd zat om wat mooie verhalen en gedichten in elkaar te flansen, lijkt mij, maar niets van dat al. Ik besteed dagen als deze op het balkon, een goed boek erbij en zo nu en dan een kop hete thee of een glas rode wijn. De vliegende mieren zijn alle vergaan of verdwenen, De asielzoeker is een beter boek dan ik dacht (ik ben halverwege) en vanavond zijn Hearts and Bones en 24 weer te zien. Kan het leven mooier?

Hoe staat het eigenlijk met de bezoekers van onze site? Zijn die er? Soms heb ik het idee dat ik maar wat in de ether zit te roepen hier.

V.

zaterdag 12 juli 2003

Ik ben bijna terug

Als de wind goed staat, en er een vliegtuig hier landt, dan zal ik morgen weer in Amsterdam zijn. Er moeten een hoop dingen gedaan: een boek afschrijven, een scriptie voltooien, een bezoek brengen aan het nieuwe Prometheus-pand, een nieuwe Nymph in elkaar zetten en dan ook nog een heel nieuw huis inrichten. Het Pracht-Penthouse waar ik ga wonen is geniaal, zoveel is duidelijk. Ook moet ik mijn kat ophalen, en wassen draaien, en de hond, die moet ook weer naar huis. Bovenal moet ik mijn goede vrienden mijn Stoere Verhalen vertellen, en laten zien hoe ontzettend bruin ik toch geworden ben. Als ik zeg dat ik welhaast een neger ben, dan overdrijf ik geenszins.

N.

donderdag 10 juli 2003

Wat je al niet tegen komt

Memories of a Geisha. Van een zekere Golden. Arthur volgens mij. Mijn god, wat een Vassallucci-boek! Zo'n briljante Harvard-student. Moeten we die niet gewoon dood stenigen?Ik zweer dat deze roman een Oprah-boek is geweest. Vreselijk. Maar Reve gaat soms, heel soms vervelen. En dan, als de tas leeg is? Ik heb mijzelve bezig gehouden met fantastische invallen voor mijn nieuwste bestseller Muziek Uit Openstaande Ramen, maar eens stopt het net natuurlijk.

Maar goed. Wat Vincent vergeet te vertellen over zijn geniale verhalenbundel is het feit dat er tevens een Prachtverhaal mijner hand in staat. Het is natuurlijk Het Beste Verhaal Ooit Verschenen Tot Nu Toe, dat snappen jullie. Dus snel naar de boekhandel ter zijner tijd.

N.

That's it, sir, you're leaving

Phew, for a minute there I lost myself... Neen, Radiohead op je diskman kan geen kwaad in deze tijden. Wat wel kwaad kan: vliegende mieren. Niets verafschuw ik zo als vliegende mieren. Niets vrees ik zo als vliegende mieren. De deuren en ramen zijn welzeker gesloten nu. Er komt geen insect meer in. Intussen zit ik hier Niels' en mijn webdagboek bij te houden, plichtsgetrouw als ik ben. Vanmiddag was er een lunchafspraak met de jonge dichter Jan S. Ook werd me vandaag een Nederlands/Duitse bloemlezing cadeau gedaan. En de treinreis was broeieriger dan ik hebben kan. Triviale feiten waar de lezer niets aan heeft. Genoeg dus voor nu.

Als Niels eindelijk eens terug is van zijn zomerkamp in de Hamptons, praten we verder.

dinsdag 8 juli 2003

Jonge Hippe Mensen

Vince, ik heb al jaren gezegd dat 24 geniaal is. Mijn prachtvriendin is er nota bene op afgestudeerd. Inmiddels heb ik ook de tweede serie gezien, en ik kan je vertellen - nog meer waanzin staat je te wachten.

Nu we het toch over kwaliteitstelevisie hebben, of in ieder geval film in dit geval, ik raad iedereen My Little Eye aan. Alles wat Toby Litt wilde maar niet kon. Huiveringwekkende Britse Horror van de bovenste plank. Verontrustend ook, vooral als je special-edition-dvd huurt, waarop erg fijne extra's staan.

Overigens, voor alle Stoere Gasten en Mooie Meisjes die hier rondhangen, ik zit niet in Kualalumpur, noch in Liberia. Ik zou bijna willen zeggen dat de plaats waar ik momenteel ben niet eens op de kaart staat, mocht het niet voor de als Grieken vermomde Amerikanen zijn. Intens volk, zoveel kan ik je vertellen, zeker als ze met een gloednieuwe TEC-uzi in de hand de wei in mogen.

Ondertussen ook gelezen: Harry Potter V. Al een tijd uit, maar ik weet wel te melden dat het minder spectaculaire voorvallen bevat dan voorgaand boek. Nog erger: als Rowling dit tempo vol houdt; dan ben ik 32 als de hele serie eindelijk eens klaar is. Oef.

DON'T STEAL OUR SUN

Nooit hoor je iemand zeggen dat 'At My Most Beautiful' van R.E.M. een roerend mooi liedje is. Toch is het zo. Ha! Andere muziek die ertoe doet: de eerste cd van het Ierse bandje The Thrills, So Much for the City. Ik word daar erg vrolijk van, moeten jullie weten. Ook aanraders: een rondvaarttocht door de Delftse grachten, een salade eten onder het genot van een glas wijn, en de tv-series Hearts and Bones en 24, beide te zien op de zondagavond. Ik ben vanzelfsprekend weer de allerlaatste van de Jonge Hippe Mensen die naar 24 kijkt, maar tjonge, wat een spanning, en wat een gruwelen. Nog even en ik ga me ook eindelijk eens verdiepen in The Sopranos. Alles op zijn tijd.

Intussen lees ik kriskras allerhande boeken door elkaar, dat begrijpen jullie. Momenteel onder andere het krankzinnige De leverancier van het duo Sevink & Van Wetering, en De asielzoeker van Arnon Grunberg. Niels is het er niet mee eens, maar ik vind Grunberg nog steeds een van De Grote Schrijvers van Onze Tijd. Al waardeer ik slechts zijn romans, en niet al die zijprojecten. Overigens ben ik ook die drie romans grotendeels alweer vergeten. Hm. Evenals dat Boekenweekgeschenk. Waar heb ik het - kortom - eigenlijk over? Nu ja, Gstaad 95-98 was een heel goede roman - al verschillen mijn vrienden ook daaromtrent van mening met mij. Over wie iedereen het gelukkig altijd eens is: Thomas van Aalten. Ik las onlangs zijn derde romanpoging, Sluit deuren en ramen, en trof daar tot mijn verbazing drie à vier geslaagde passages in aan, in een zee van vulsel. Meer daarover in de aanstaande Nymph.

Niels is intussen op de terugweg. Zijn vakantie in Kualalumpur is welhaast voorbij en deze site zal spoedig weer leven en bloeien als vanouds. Meer recensies, meer stoere links, meer lijstjes en meer filmquotes. En waarom?

Omdat alleen tekst ook Heel Stoer is.

V.

Neen!

Nee, daar moet je vooral mee doorgaan, Niels! Dat is wat de kijkers willen, boekbesprekingen!

maandag 7 juli 2003

Ik kan beter ophouden met halve boekbesprekingen

Wat jij, Vince?

Zomerboeken II

De Movo Tapes al enkele dagen uit en ik blijf denken: oei, iets te lang en iets te snel opgehouden. Het verhaal gaat immers pas beginnen in de laatste honderd bladzijden. Dat is logisch, gezien de belachelijk ambitieuze opzet van Homo Duplex, maar voor de lezer is het af en toe nogal doorbijten. De monologen van protagonist Tibbolt die hij voert met zijn gedroomde Ander Movo zijn vaak erg breedsprakig en bovendien houden ze de actie op. Wel erg mooi zijn de hoofdstukken van verteller Q8-enzovoort, met name de episodes die het puberleven van een ander hoofdpersonage, Tonnis, beschrijven, vooral omdat de dromerige, vaak schrikbarend naieve beleefwereld mijlenver staat van Tonnis' huidige leven - als leider van de Rotterdamse hooligans. Ik preek hier natuurlijk voor eigen parochie, ik ga er gemakshalve maar vanuit dat men weet waar het boek overgaat.

Enfin, De Movo Tapes laat Afth nog niet in topvorm zien, maar belooft veel voor de rest van de cyclus. En laat hem verdomme De Tandeloze Tijd ook eens afsluiten! Ik kom hier nog op terug, zo god het wil.

N.

zaterdag 5 juli 2003

Zomerboeken

Soms vallen boeken gewoonweg tegen en soms zijn ze zo verrassend goed dat je het iedereen wilt vertellen. Vorige week noemde ik Toby Litt's nieuwste roman Finding Myself een Boek Die Er Toe Doet Deze Zomer. Eerlijk gezegd vond ik het boek ronduit slecht. Het was niet te verwachten dat hij zijn magistrale deadkidsongs zou overtreffen. Dat bewees de wat rammelende verhalenbundel Exibitionism al, hoewel hier enkele Prachtstukken staan.

Nu is Litt doorgeschoten in het vervolmaken van zijn karakters. Victoria About, een wat gezapige schrijfster van pakweg dertig jaar vraagt een stel vrienden in een huis te gaan zitten, terwijl ze door spionagecamera's in de gaten gehouden worden. Dit alles moet materiaal vormen voor haar nieuwe boek. Finding Myself is vormgegeven als een gecorrigeerd manuscript, een verwoede poging om van de gebeurtenissen in het huis een spannende roman te maken, noem het een dagboek, compleet met correcties in de kantlijn.

Litt faalt op meerdere gronden. Hij heeft met Vicoria About een ronduit saaie, en slecht schrijvende protagonist in handen. De close-readingadept zal zeggen dat dat nu juist de bedoeling was, maar ik kon alleen maar verveeld gapen. Het lijkt allemaal net teveel op de echte Big Brother. Met beelden wil zoiets nog even fascineren, met slechts de vaak ronduit rommelige uitwerking van About is het voortdurend een gelaten wachten op wat gaat volgen.

Bovendien, en dat is erger, lijkt Litt zich te uitgesproken te verschuilen achter zijn alter ego. Litt is een fantastisch stylist, met een geweldig goed oog voor sfeer. Hier valt het allemaal dood. Op dit moment ontbreekt mij de tijd te schermen met citaten (we liggen momenteel steevast onder granaatvuur) maar ik ben zinnens hier nog op terug te komen. En passant zal ik dan ook me wijden aan het prijzen van zijn andere werk.

Wat me deed verbazen in al zijn genialiteit is Yann Martel's Het Leven van Pi. De belachelijk premisse, jongen lijdt schipbreuk samen met een volwassen Bengaalse tijfer, wordt zo beeldend, zo logisch, zo wondervol ontroerend beschreven dat hier alleen een heel , heel diep buigen past. Martel brengt zijn prijswinnend boek weliswaar, net zoals Litt, in de vorm van een "gevonden manuscript", hier is een uitermate bekwaam en origineel schrijver aan het werk. Zelden een boek gelezen waar het sterven van dieren, het oerinstinct van de mens om te overleven en de wankele grens van fantastie en realiteit op een pakkender en geestiger wijze werd opgeschreven. Het Leven van Pi heeft alles in zich om al draak gekenmerkt te worden, maar gaat nergens over de schreef. Ik zeg: allemaal lezen! Het is een boek dat lang in je gedachten blijft rondzingen. Als was het maar om de ronduit geweldige stijl van Martel. Dat de man een ronduit wereldvreemde idioot is (zo bleek uit een artikel van collega Arie Storm) moet je in dit geval maar vergeten.

N. Op een avond, met nachtkijker en mortierwerper paraat, de soundtrack van Amelie op de discman om het geraas van de wapens te verdrijven.

vrijdag 4 juli 2003

Waar is onze www gebleven?

Typ nu www.nielsenvincent.blogspot.com in. Dan kom je op de site van een of andere gek. Hoe zit dat? Waarom is ons adres anders? Er gebeuren rare dingen, hier. Doe er wat aan Vincent!

Later!

woensdag 2 juli 2003

RECENSIE VAN DE WEEK

Een oud stuk dat ik over Arie Storms prachtroman Afgunst schreef (Nymph, maart 2003) is deze week op de hippe letterensite www.literairnederland.nl uitgeroepen tot recensie van de week. Ik wist niet dat ik het in me had. Ik heb onbedoeld meegedaan aan een wedstrijd, besef ik, toen ik mijn oude stuk knipte en plakte op die site. Nu ja, het is wel een eer natuurlijk.

Intussen is Niels nog steeds in het Verre Oosten dan wel het Diepe Zuiden. Niets daaromtrent is me duidelijk. Ook denk ik erover een heuse KNO-arts te bezoeken. Het kan toch niet zo zijn dat ik de rest van m'n leven die kriebelhoest houd? Wellicht is het een allergie die samenhangt met de broeierige weersomstandigheden van de laatste anderhalve maand. En wellicht ook niet.

Ten slotte is het goed om te melden dat de door Josje Kraamer en mijzelve samengestelde bundel De verhuizing onderweg is. Eind augustus verschijnt het boek. Je leven zal niet meer hetzelfde zijn. Of iets dergelijks.

Dan nog wat losse vragen die me bezighouden: wanneer stop ik met hoesten? Wanneer komt Britney Spears eindelijk met een nieuwe clip? Waarom gaan mijn schoenen altijd stuk in de eerste maanden? Komt er ooit weer eens een fatsoenlijke Lowlands-programmering? Waar is Niels Carels gebleven? Wie zijn al die gezichten op de Nymph-zomerborrelfoto's die mij niets zeggen? En is alleen tekst ook Heel Stoer?