woensdag 28 april 2004

GESPREK VAN NIETS

Ook vriend Dimitry maakt nu een eigen site. Zie hier:

Special Agent Dale Cooper zegt:
Ik ben bezig met een website te maken. Gewoon om te proberen. Eens zal ie online staan.
Stephen Hendry zegt:
Jij? Waarom? Wat voor een dan?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Gewoon proberen. Wat knutselen.
Stephen Hendry zegt:
Wat voor een? Een weblog? Of iets met plaatjes?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Och, plaatjes. We wegen onze poezen elke week, omdat ze iets te dik zijn. We zitten erover te denken hun ontwikkelingen openbaar te maken.
Stephen Hendry zegt:
Hm... Dan kan ik je niet helpen, makker. Ik ben alleen goed in sites als de mijne. Omdat tekst alleen ook Heel Stoer is.
Special Agent Dale Cooper zegt:
Het is wel leuk dat HTML
Stephen Hendry zegt:
Of hoe ging dat ook alweer, die kreet van ons. Heb je op mijn seit gelezen dat Paul Zonder Vrienden me gisteren gewoon belde?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Nog niet. Paul?
Stephen Hendry zegt:
Ja!
Special Agent Dale Cooper zegt:
Hij is er wel vroeg bij met je verjaardag
Stephen Hendry zegt:
Hij belt me dus. Terwijl ik op mijn werk zit. En hij zegt: 'Allereerst hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag!'
Special Agent Dale Cooper zegt:
Nu moet je hem ook wel uitnodigen
Stephen Hendry zegt:
Dus ik zeg: 'Ik ben heel niet jarig.' Hij: 'O... dan heb ik de verkeerde Vincent gebeld.' Ik: 'Ja.' Hij:' Eh... Goh... Eh... Wat ga je doen met Koninginnedag?'
Special Agent Dale Cooper zegt:
Mooi, iets afgesproken?
Stephen Hendry zegt:
Ik: 'Ja, jij probeert hier gewoon een gesprek van te maken, maar dat gaat niet meer lukken, hoor.' En toen zei ik nog: 'Bel gewoon die Vincent die wél jarig is, want ik zit op m'n werk.' Komt Paul met de punchline: 'Ik heb zijn nummer niet.'
Special Agent Dale Cooper zegt:
Ja hallo, alle Vincenten kennen elkaar toch?... Vincents?
Stephen Hendry zegt:
Allemachtig.
Special Agent Dale Cooper zegt:
A. moet achter de PC werken, beneden. Sluit ik boven alles mooi aan, denk maar niet dat er gebruik van wordt gemaakt. Niets daarvan!
Stephen Hendry zegt:
Pf... Weet ze wel dat je een seit maakt?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Dag
Stephen Hendry zegt:
Dag dan.

V.

dinsdag 27 april 2004

VANDAAG IS DE DAG

Vandaag scheen de zon uitbundig. Nog niet toen ik opstond, maar daarna werd het snel beter.
Vandaag speelt Ronnie O'Sullivan zo goed dat Anthony Hamilton zich ernstig zorgen moet maken (8-2 staat het nu).
Vandaag hebben Joey, Niels en ik plannen gesmeed om elkaar donderdagmiddag te treffen.
Vandaag werd ik gebeld door Paul Zonder Vrienden, die me een prettige verjaardag wenste en toen de verkeerde Vincent aan de lijn bleek te hebben.
Vandaag genoot ik erg van liedjes als 'Sunday Shining' (Finley Quaye), 'Don't Break My Heart' (UB40), 'This Is the Day' (The The) en 'Feels Like Heaven' (Fiction Factory).
Vandaag herlas ik een kort fragment van Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn en moest ik bijna hardop lachen in de trein.
Vandaag vroeg collega Hannerlie me of ik een nieuwe broek droeg. Dat was niet het geval.
Vandaag vroeg collega Susanne me of ik een nieuw shirt droeg. Ook niet.
Vandaag keek ik terug op een gemoedelijke avond in het gezelschap van Rob Kappen.
Vandaag vraag ik me zomaar af of ik de weg naar Leerdamhof 264 nog zou kunnen vinden, als ik gewoon eens zou uitstappen bij metrostation Gaasperplas.
Vandaag dacht ik: ik mis Nymph nog steeds niet.
Vandaag ben ik 27 jaar, 4 maanden en 6 dagen oud.
Vandaag stond Janneke plotseling voor mijn neus. Ik had haar niet zien aankomen. We spraken af dat we elkaar snel zouden bellen.
Vandaag schrijf ik geen stuk met een kop en een staart.
Vandaag overzie ik mijn boekenverzameling en vraag ik me weer eens af: waar moeten we het allemaal toch laten?
Vandaag schreef iemand me: ik neem voorlopig geen opdrachten meer van je aan, want ik moet nu heel hard aan mijn scriptie werken.
Vandaag heb ik schuldbewust een e-mail aan Berdine geschreven, als antwoord op de mails die zij mij anderhalf jaar terug al schreef.
Vandaag is een woord van 7 letters.
Vandaag is geen dag die ik me tot het eind der tijden zal herinneren.

Vandaag duurt niet zo gek lang meer.

V.

zaterdag 24 april 2004

SNOOKER

Ik krijg wel eens het idee dat ik de enige ben die de wereldkampioenschappen snooker volgt. Ik zap me een hoedje van BBC1 naar EuroSport, en dan weer naar BBC2, of toch BBC1, en Els kijkt noodgedwongen steeds vaker mee, maar zelfs Niels en mijn ouders lijken het niet echt meer te volgen. Ik ben de laatste snookersupporter in Nederland. Els en ik zagen vanmiddag een bloedstollende wedstrijd tussen Matthew Stevens en Paul Hunter (Stevens won, ik zeg het er maar bij, want jullie kijken toch niet), en momenteel speelt Stephen Hendry - mijn favoriet, al is hij doodsaai - tegen de onbekende Barry Pinches. Met zo'n naam alleen al zou je er zo uit moeten liggen. En Ronnie O'Sullivan doet ook nog mee.

Nu ja. Ach. De Vlaamse commentator op EuroSport is een gruwel. Gistermiddag moest ik een verhandeling aanhoren over hoe Paul Hunter de David Beckham van het snooker is. Zo ken ik er wel meer. Ronnie O'Sullivan is de Robbie Williams van het snooker. Stephen Hendry is de Damon Albarn van het snooker. Joe Perry is de gangster van het snooker. Andy Hicks is de Peter Ebdon van het snooker. Hou toch op.

Vanavond gaat er weer eens iemand uit bij Idols, en Elsie wil dat graag volgen, maar ik zou liever verder kijken naar het snooker-WK. Ik heb me tot nu toe ingehouden, maar vandaag schrijf ik hier over snooker. Voor de kijkcijfers op deze site hoef ik het niet te laten, dat is wel duidelijk. Ik kan hier feitelijk schrijven wat ik wil.

Vanochtend trouwde een van de prinsen in Delft. Delft en het stadhuis waren veelvuldig in beeld op diverse televisiezenders. In datzelfde stadhuis trouwen Elsie en ik binnenkort. We hebben vandaag de trouwringen 'opgehaald' en ze meteen in een kluis laten leggen. Ik wilde vandaag nog voor een heus pak gaan kijken, maar besloot dat dat, gezien die drukte rondom dat andere huwelijk, beter nog een weekje uitgesteld kon worden. Ik houd jullie maar op de hoogte, meer kan ik niet doen.

O ja, en als jullie Niels niet snel aan woonruimte in Amsterdam helpen, treffen we maatregelen. Zolang die jongen geen woning heeft, komt hij niet terug op de site. Je hebt er dus alleen jezelf maar mee.

Leve Stephen Hendry en Ronnie O'Sullivan!

V.

donderdag 22 april 2004

NIELS ZOEKT WOONRUIMTE!

Niels is nog altijd dringend op zoek naar woonruimte in Amsterdam. Elke redelijke woning komt in aanmerking, elke redelijke prijs eveneens. Zolang het maar in Amsterdam is, en zolang het maar heel snel is. Ook tijdelijke woonruimte is welkom.

Alle reacties ontvangen we graag op niels_en_vincent@hotmail.com, of bij de comments.

V.

woensdag 21 april 2004

5 LOZE OPMERKINGEN EN HALVE ANEKDOTES

- 1 -

Gisteravond at ik met de stoerste afdeling van de Grote Uitgeverij bij Hannerlie en Jan, die tegenwoordig in Weesp wonen. We genoten van een waar feestmaal, en ook was er wijn, en bovendien een groots uitzicht op een straat met een verboden-in-te-rijden-bord. We zagen er een jongen en een meisje een soort baltsdans uitvoeren: het meisje stond heel de tijd voorovergebogen (‘Zij gebruikt daar de onzekere houding,’ sprak collega Esther), en hij zwaaide voortdurend het ene been over het andere, zijn handen in zijn broekzakken gepropt. Hij liep zijn huis in, kwam met een portemonnee weer terug, en hij liep weg met het meisje. Later kwamen ze weer in beeld. Collega Susanne merkte op: ‘Dat labeltje dat nu uit haar broek steekt, stak er net nog in.’ In de verte stond iemand een doek uit te slaan.

- 2 -

Collega Esther zei me: ‘Je moet wel kortere alinea’s gaan schrijven, want anders schrik je de lezers van je site af.’

Zo.

- 3 -

Gisteravond stond ik een uur lang stil op Schiphol. Ik had het beduidend minder zwaar dan de meeste andere mensen daar, aangezien ik níet met koffers en tassen rondzeulde, maar toch: aangenaam was het niet. Ik stapte in de trein op spoor 5 en werd naar spoor 6 verwezen. Vervolgens werd ik naar spoor 5 verwezen. En weer naar spoor 6. Alweer: met koffers was het geen doen geweest. Tjonge jonge, ik bof maar.

- 4 -

Liep ik net naar de tram, kwam ik zomaar Rob Brouwer tegen, met een meisje aan zijn zijde. Vroeger zag ik nooit meisjes aan Rob Brouwers zijde, maar wel sprak hij zo nu en dan: ‘Ben jij niet een beetje jong om al een vriendin te hebben?’ Nu, jaren later, vertelde ik hem dat ik bijna ging trouwen. ‘Ik zie je over een paar jaar wel weer,’ zei Rob toen. Ooit werkten Rob en ik bij twee dezelfde lokale radiostations. En ik vraag me werkelijk af of iets van dat al in die befaamde Lelystadse roman zal voorkomen, die roman die ik hier enkele dagen geleden nog noemde.

- 5 -

Hier in de brievenbus lag een kaartje van ‘Mr. Guirassij, Helderziende, medium’. Dat geeft weer moed. Niet alleen bezit hij ‘gaven van mijn grootvader’, ook ‘neutraliseert hij alle vijandigheid’, ‘geneest ieder complex’, ‘ook impotentie en bezweringen’. Joechei.

V.

maandag 19 april 2004

IJZERTIJD

Op aanraden van het meisje Sabrina las ik de afgelopen dagen J.M. Coetzee's IJzertijd. Eerder las ik zijn In ongenade, dat ik een heel goed boek vond, en dat me de indruk gaf dat die Nobelprijs van vorig jaar wel eens terecht kon zijn, maar IJzertijd viel me een stuk zwaarder. Ik moet erbij zeggen dat diezelfde Sabrina me ervoor waarschuwde. Ze zei nooit letterlijk: 'Dit is een taai, log boek, en je krijgt het slechts met moeite uitgelezen', maar daar leek het wel op neer te komen, ook al bleef ze het me aanraden. Enkele weken geleden vroeg ze me nog of ik het nu eindelijk eens had gelezen, en vervolgens zei ze: 'Nu, ik neem het gewoon wel voor je mee. Dan leen je het maar, en dan lees je het.' En zo geschiedde. Ik geef toe: IJzertijd biedt een ontluisterend beeld van de eeuwigdurende Zuid-Afrikaanse problematiek (uit de jaren vóórdat Mandela werd bevrijd dan nog), maar zoals de stervende hoofdfiguur Elizabeth Curren de lezer en al haar medepersonages toespreekt, wel, zo spreekt niemand. Welk een merkwaardig taaltje hanteert die vrouw. Niemand neemt voortdurend zulke beladen termen, frasen en uitweidingen in de mond, en allemachtig, de hele roman wordt de indruk gewekt dat de onwel riekende zwerver Vercueil de engel is die haar komt vergezellen op haar doodstocht, maar ik vond het allemaal niet zo best uit de verf komen. Om het zo maar eens te zeggen. Het kan dat ik hier wat nuances over het hoofd zie. Zo gaan die dingen soms. Oud-Nymph-collega Judith J. klonk ook niet erg genuanceerd in haar bespreking van Gevoel, Arie Storms nieuwste prachtboek, in de Volkskrant van afgelopen vrijdag. Toen ik dat stuk las, dacht ik eerst nog: hoe zullen we het nu hebben? Maar wie weet wat er allemaal gebeurt op de redactie van die krant, en wat Judith verder zoal bezielde. Ik spreek hier geen kwaad van haar, slechts van die recensie.

Nu, ach, het regent weer. Ik vind dat jammer. Ik loop in ene over straat met 'When I Come Around' van Green Day op mijn diskman. En ik herinner me een zomerdag, juni 1995. Het was bloedheet, en ik liep met datzelfde nummer over straat, maar dan op mijn walkman, want laten we eerlijk zijn: het waren andere tijden, en in die tijden liepen alleen wereldvreemde gekken met maniakale blikken met diskmans rond. Ik herinner me hoe ik te voet de route aflegde van het Lelystadse station naar het huis van mijn toenmalige vriendinnetje. Zij bleek niet thuis, maar wel had ik een moeizaam gesprek met haar moeder. Ik zei haar: 'Jullie willen niet dat zij met mij op vakantie gaat.' De moeder zei: 'Daar hebben we zo onze redenen voor, maar dat zal ze je zelf nog wel uitleggen.' En weg liep ik weer, duistere tijden tegemoet.

Iets later was ik dan weer vrijgezel. En ging ik op vakantie met drie vrienden naar het schitterende Barcelona.

Die roman over mijn Lelystadse jaren, ooit gaat die er natuurlijk komen. Vooralsnog zou het al mooi zijn als ik hier stukjes schreef met een kop en een staart. In dat geval zou ik hier weer uit moeten komen bij Coetzee en het meisje Sabrina, maar dat kunnen jullie mooi vergeten.

V.

P.S. Bij RTL4 gebeurde dit weekend iets heel merkwaardigs. Op de een of andere bizarre wijze kregen wij, het Nederlandse publiek, een verdwaalde aflevering van Idols uit een parallelle wereld voorgeschoteld, waarin Marlies werd weggestemd. Volgende week wordt de boel natuurlijk weer rechtgezet, en is Marlies er gewoon weer bij, maar het kwam Elsie en mij toch maar vreemd voor.

zaterdag 17 april 2004

WIGGLY DAYS, WIGGLY NIGHTS

...en zo vond ik mezelf gisterochtend terug in een Amsterdams huis waar ik nooit eerder was geweest, allenig in een tweepersoonsbed. Eerst werd ik om halfzeven gewekt door het alarm op mijn mobiele foon, vervolgens was er om halfacht een sms’je van collega Susanne, om me te herinneren aan de werkdag, en uiteindelijk ben ik om acht uur maar eens onder de douche gaan staan.

...en de avond ervoor was ik met Niels en Kim wat gaan drinken bij The Tara, waar je eerst wél en later onmogelijk buiten kon zitten, met uitzicht op de bouwput die het Rokin tegenwoordig domineert. Daarna gingen Niels en ik naar De Schutter, waar we beiden de saté bestelden, en uiteindelijk belandden we in Niels’ tijdelijke woning nabij de Heinekenbrouwerij. In dat huis staan vele boeken uit de wereldliteratuur. De volgende ochtend zette Niels koffie voor ons en keken we naar Daphne Bunskoek, die niets leek te bevatten van wat de gast die ze interviewde haar vertelde. Op teletekst las ik het bericht Kamer gaat akkoord met nieuw zorgstelsel abusievelijk als Kamer gaat akkoord met nieuw zonnestelsel. Ja, daar moesten Niels en ik wel even heel hard om lachen.

...en op de Grote Uitgeverij zette ik het raam open. Het weer leende zich daartoe. Die middag paradeerde ik met collega Hannerlie over de Boekenmarkt, terwijl Susanne, Emma en Renée milkshakes voor de hele afdeling haalden. En het werd warmer. En warmer. En het werd weekend.

...en de lente is begonnen, jongens en meisjes. Nu dan echt.

...en eergisteren liep ik in mijn pauze over het Spui en werd ik aangehouden door een jongen die ik nog ken uit de jaren dat ik in Lelystad woonde. Ik noem hem hier voor het gemak Paul, om het niet bonter te maken dan strikt noodzakelijk. Ik herinner me nog hoe we hem indertijd Paul Zonder Vrienden noemden, overigens niet in zijn bijzijn. Paul had namelijk de gewoonte bij je te komen staan in drukke cafés – en dan niet meer weg te gaan. Paul sprak onduidelijk, maar verstond ook niets van wat jij zei. Fatsoenlijke gesprekken waren uitgesloten. Ik herinner me een avond waarop ik in een romantische bui het meisje M. naar huis bracht, en dat Paul zich ongevraagd bij ons aansloot, terwijl hij heel ergens anders woonde. Gewoon, omdat hij het gezellig vond. ‘Ik moet eigenlijk een heel andere kant op,’ sprak hij, onze dodende blikken negerend. Ook herinner ik me dat ik met vriend Maarten op zoek was naar woonruimte, en dat Paul me plotseling belde met de mededeling dat hij wel iets voor ons drieën wist te regelen.

...en nu zag ik Paul dus weer. Op mijn vraag of hij nog studeerde, volgde een te lange stilte. Hij was op weg naar iemand die hem ging helpen met zijn verhuizing naar een woonboot. Ik wist niets anders te zeggen dan: ‘Ik ben verwekt op een woonboot’, me daarna afvragend wat wie dan ook met zulke informatie moet. Paul zei: ‘Zullen we onze mobiele nummers maar uitwisselen?’ O, de zegeningen van de moderne tijd.

...en vandaag begint het WK snooker weer. Alles is te volgen op BBC2. Stephen Hendry is de man!

V.

woensdag 14 april 2004

VRAGEN DIE JE BEST EENS MAG STELLEN

Hoe staat het tegenwoordig met de kijkcijfers van deze site?
Wel, beste lezers, die staan er goed voor. Vorige week was het huilen met de kraan open, maar gisteren waren hier maar liefst 140 bezoekers en vandaag zei mijn collega Esther me nog: 'Aan mij zal het niet liggen.' Elke dag gunt ze zichzelf een paar minuten om te ontspannen en dan brengt ze een bezoek aan deze site. Zij doorziet mijn stilistische trucs zelfs, zei ze vandaag. Oppassen dus maar.

Die Niels Carels, komt die nog eens terug, of hoe zit dat?
Niels heeft het momenteel druk met zaken van groter belang. Dat is nog altijd het geval. Niets aan te doen.

Wat zit er tegenwoordig in je diskman?
Vandaag zowaar cd's van Built to Spill en Goldfrapp. Maar niet tegelijk. Overigens: ooit zag ik Built to Spill live in De Melkweg. Ik stond helemaal vooraan. Ik kon ergens het gapen niet langer onderdrukken. Ik keek op dat moment recht in de ogen van de bassist. Ik schaamde me toen een beetje.

Zomerjas of winterjas?
Zomerjas, sinds vandaag. Leve de lente.

Kunnen we ook mailen met tips en suggesties en dergelijke?
Dat kan. Gebruik niels_en_vincent@hotmail.com. Alles zal goed komen.

Wist je vandaag echt niets te verzinnen om over te schrijven?
Nee.

V.

dinsdag 13 april 2004

MIJN DENKBEELDIGE VRIENDSCHAP MET MABEL

Enkele weken geleden werd ik uitgenodigd om deel te nemen aan de internetgemeenschap Orkut. Jullie weten dat natuurlijk, want ik heb het hier indertijd al vermeld. Inmiddels zijn we dus enkele weken verder en vraag ik me nog altijd af wat het nut is van Orkut. Wat heb ik aan Orkut en wat moet ik ermee? Ik merk dezelfde bevreemding op bij de mensen die inmiddels in mijn Orkut-vriendenlijstje staan: ze nodigen zelf weer 1 of 2 vrienden uit en doen er vervolgens niets meer mee. Wat zou er gaande zijn? Zijn we er te oud voor? Zijn we niet hip genoeg? Zijn we juist hipper dan we dachten? Hoe staan de zaken ervoor?

Maar goed. In mijn Orkut-vriendenlijstje staan nu 11 vrienden en vriendinnen. Ik zou hun namen hier kunnen noemen, maar dat doe ik niet. Ach, wie houd ik voor de gek, dit zijn ze: Niels, Ionica, Femke, Annemiek, Wouter, Nicoliene, Corrie, Jenneke, Mabel, Arlette en Kirsten. Ik zal er maar niet over liegen: sommigen van hen ken ik slechts van eerder (en soms oppervlakkig) mailcontact. Sommigen van hen heb ik nog nooit gesproken. Sommigen van hen heb ik nog nooit gezien. Ik zou niet ieder van hen zomaar 50 euro lenen. Sommigen van hen zal ik ook nooit zien of spreken. Orkut gaat me daar althans niet bij helpen. En deed het dat wel, dan zou ik er doodsbang voor worden.

Mabel bijvoorbeeld, uit bovengenoemd rijtje, is in de verste verte geen vriendin te noemen. Zij is de enige uit het rijtje dat puur via Orkut in mijn vriendenlijst terecht is gekomen. Mabel heeft zich ooit, net als ik, ingeschreven bij de Orkut-'community' van de film Almost Famous. Dat is een heel, heel mooie film, die jullie allemaal moeten zien. Mabel en ik hebben die film ook gezien. En Mabel dacht: verrek, Vincent heeft die film ook gezien, weet je wat?, ik voeg hem toe aan mijn vriendenlijstje. En ik ben een zwakkeling: dan voeg ik haar dus ook toe aan mijn vriendenlijstje. Intussen kan die hele Mabel me niets schelen. Mabel is een meisje van 23. Mabel is vrijgezel. Mabel woont in Brazilië. Mabel is een journaliste. Mabel woont bij haar ouders (of haar ouders bij haar). Mabel rookt niet, maar op feestjes drinkt ze. Mabel is jarig op 11 september. In Mabels vriendenlijstje zie je mijn naam en gezicht terug. In datzelfde lijstje staan 23 andere 'vrienden' van Mabel. Die vrienden heeft ze misschien allemaal wel nooit gezien of gesproken.

Elke dag weer denk ik: zal ik Mabel maar uit mijn vriendenlijstje gooien? Zal ik haar maar verwijderen? Hoe langer ik het uitstel, hoe meer pijn het haar zal doen.

V.

maandag 12 april 2004

MAAR HET LEKKERSTE IS ANIJS

Ik verwoord hier natuurlijk de mening van velen als ik schrijf dat Als je begrijpt wat ik bedoel een prachtige film is die we ooit heel vaak, want jaarlijks zagen (met Kerstmis, op Veronica, elk jaar opnieuw) en tegenwoordig veel te weinig. Vanmiddag was hij weer op tv, bij de TROS dit keer, met Pasen (er veranderen dus toch stiekem dingen, zo nu en dan, niet alles blijft altijd maar hetzelfde), en ik heb zitten kijken, hoor. Ik heb meegeleefd met Bommel, Zwelgje, Joost en alle anderen. Net als alle vorige keren vond ik de eerste helft sterker dan de tweede, en ik vraag me meer en meer af hoeveel kinderen eigenlijk begrijpen van dat malle archaïsche taaltje dat iedereen er spreekt, maar terugdenkend aan toen ik zelf klein en jong en zeven was, zeg ik: ook toen was het een heel mooie film. Er is sindsdien ook nooit meer een lange tekenfilm in Nederland geproduceerd. Ze hebben dit ding gewoon gemaakt, en vervolgens gedacht: beter gaat toch niet lukken, en meteen de tekenstudio maar weer gesloten. Ik geef ze geen ongelijk.

Net was ik naar buiten om even wat dvd's terug te brengen en het bleek zomaar warmer dan ik had verwacht. Ik ben meteen wat Cornetto's gaan halen bij het benzinestation. Ik word er haast optimistisch van. Nog even en ik stof de balkonstoelen af en ik ga een korte broek kopen.

(Nee. Ik ga nóóit een korte broek kopen. Daar ben ik werkelijk te oud voor.)

(En wat die dvd's betreft: Down with Love is een mislukking. Confessions of a Dangerous Mind is zo nu en dan heel aardig. Secretary bleek gewoon stoer. Leve James Spader.)

Dichter Maurice Buehler heeft tegenwoordig ook een eigen site. Ook van Blogspot. Gisteren stond er een link naar onze site bij Maurice, vandaag is die alweer verdwenen. Een uiterst dynamisch geheel dus. Ga maar eens kijken.

V.

zondag 11 april 2004

GENT

Gent is een heel mooie stad. Veel hebben Elsie en ik er niet eens van gezien, maar voorzover we erover kunnen oordelen, houd ik het op: Gent is een heel mooie stad. Vrijdagmiddag kwamen Els en ik aan bij het hotel, niet ver van station Gent Sint-Pieters, en nadat we een eenrichtingsstraat in reden en met veel moeite onze auto parkeerden in het ondergrondse hol dat ze daar een parkeergarage noemen, verkenden we de hotelkamer en gingen we vlug de Gentse binnenstad in. We hebben er iets gedronken, we spraken er met een stomdronken rugbyspeler die de rest van zijn team verloren was, en uiteindelijk belandden we in het Keizershof, waar we kennismaakten met Jacques D. en zijn vrouw. Zij schoven net als Elsie en ik aan bij het etentje ter ere van de verschijning van Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn, de nieuwste roman van Herman Brusselmans. Rein J., ook aanwezig, keek zo nu en dan gehaast op haar horloge, want om acht uur al moesten we met z'n allen in Galerie Waterfront zijn, ergens aan de andere kant van de stad, waar het boek daadwerkelijk gepresenteerd zou worden.

Gelukkig kwamen we op tijd aan, wat dacht je. De presentatie ving aan met een praatje van de aanwezige boekhandelaar, vervolgens mocht ik namens de Grote Uitgeverij iets zeggen over Herman en zijn mooie nieuwe boek, waarop Herman zelf het woord nam, en ten slotte bracht Tom Van Laere van Admiral Freebee enkele liedjes ten gehore. Het was ontmoedigend druk in de galerie. Ongeveer dezelfde soort drukte die ik eerder deze week op Arie Storms presentatie zag. De uitgedeelde consumptiebonnen kreeg ik niet eens op; enerzijds waren de rijen niet om door te komen, anderzijds was de rode wijn sneller op dan ooit tevoren. Elsie gaf, toen we weggingen, haar laatste bonnetjes aan een willekeurige voorbijgangster. Deze bleek een dichteres uit vervlogen jaren, die mij zomaar trakteerde op een betoog over haar poëzie, totdat Jacques D. en zijn vrouw me kwamen vertellen dat het nu echt tijd was om te gaan. We hebben gevieren nog wat gedronken in een bioscoop annex café. Els en ik maken graag vrienden.

Nu, twee dagen later, denk ik nog wel eens aan de dronken rugbyspeler. Ik maak me haast een beetje zorgen om hem. Jullie?

V.

HULP GEZOCHT

Vriend Dimitry lijdt aan een mysterieuze verkoudheid, die slechts in de weekends de kop opsteekt. Heeft iemand tips? Laat ze achter bij de comments of op de mail!

Zie onderstaande conversatie voor meer informatie.

Makker Bob = Vincent
Special Agent Dale Cooper = Dimitry


Makker Bob zegt:
Hoe gaat het met jullie?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Best goed hoor. Bezoek van mijn moeder nu. Straks even stukje wandelen, daarna samen eten.
Makker Bob zegt:
Heel goed.
Special Agent Dale Cooper zegt:
Voor de rest word ik al enkele weken achter elkaar in het weekend verkouden. Erg vervelend
Makker Bob zegt:
En doordeweeks ben je steeds in orde?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Huisarts heeft gezegd dat mijn weerstand niet meer optimaal is. Mijn lichaam sputtert tegen. Waartegen?!
Makker Bob zegt:
Tjonge.
Special Agent Dale Cooper zegt:
Meestal doordeweeks helemaal ok ja
Makker Bob zegt:
Wie heeft daar wat aan?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Verkouden is vaak ook 1 dag heel erg (meestal zaterdag) en zondag is alles dan weer ok. Wat heb je daaraan?
Makker Bob zegt:
Niets, makker.
Special Agent Dale Cooper zegt:
En dat terwijl er helemaal geen stress is geweest!
Makker Bob zegt:
Je verzwijgt iets, jij.
Special Agent Dale Cooper zegt:
Ik denk het ook. Maar wat?
Makker Bob zegt:
Jij komt jezelf nog wel eens tegen.
Special Agent Dale Cooper zegt:
Zoals jij in Tanja?
Makker Bob zegt:
Ik? Je bedoelt die jongen die mij nadeed?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Ja.
Makker Bob zegt:
Stoer was die.
Makker Bob zegt:
Als je wilt, besteed ik aandacht aan jouw mysterieuze verkoudheid op de site. Misschien heeft iemand een tip.
Special Agent Dale Cooper zegt:
Graag.
Makker Bob zegt:
Kan ik citeren uit dit gesprek?
Special Agent Dale Cooper zegt:
Ja hoor.
Makker Bob zegt:
Dat geeft het geheel een mooi authentiek tintje.

donderdag 8 april 2004

TUSSEN DE FEESTEN DOOR

Ik schreef het hier eergisteren al: er verschijnen deze week alleen maar Stoere Boeken. Gisteren hebben we de verschijning van Arie Storms Gevoel gevierd in Private Banx, het café dat eerder al het decor vormde toen we Nymph ten grave droegen. Het was er zo immens druk dat ik af en toe ontmoedigd de menigte overzag en dacht: daar ga ik niet doorheen lopen. Ik deed het natuurlijk toch, zo nu en dan, wat dacht je, maar tjonge, wat een boel mensen. Er waren schrijvers, uitgevers, redacteuren, fans, familieleden, kinderen, correctoren, dichters, groupies, etc. Beau van Erven Dorens hield een toespraak en overhandigde Arie het symbolische eerste exemplaar. Arie signeerde stapels boeken. En gisteren stonden er al meteen lovende stukken over zijn roman in Vrij Nederland en Folia. En zo hoort het. Op het eind van de avond zat ik achter in Private Banx, op de comfortabele bank die ze er hebben staan. Ik sprak er met Niels en Janwillem, maar vooral veel met het meisje Annemiek en de onbetaalbare Job Z. We spraken over de Dingen Die Ertoe Deden. Zoals mensen dat soms doen op boekpresentaties. Niels was erg verguld met de recensie van Nymph die gisteren in de Volkskrant stond en hij drukte me een paar keer op het hart: 'Zet dat hele stuk gewoon op de site, man! Helemaal! Integraal! Van a tot z!' Ik denk dat dat strafbaar is, maar ik maak hieronder graag gebruik van enkele citaten, want ja, wij van Nymph, wij zijn ijdel. Nooit eerder stonden we in de Volkskrant. Als het dan eens gebeurt, zullen jullie het weten ook.

Ik ging uiteindelijk weer naar het zuiden, naar Delft, naar huis. Ik sliep vierenhalf uur vannacht. Ik vind dat te weinig. Ik heb toch maar mijn oude zieke lichaam naar de Grote Uitgeverij gesleept vanmorgen, en op het eind van de dag cadeautjes gekocht voor Elsie, die er wel wat kon gebruiken. Op dit moment zelve heeft ze de dvd van Finding Nemo opstaan. Morgen vertrekken zij en ik naar Gent, voor alweer een boekpresentatie van een Groot Nieuw Boek: Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn van Herman Brusselmans. Ik heb een Goede Week, lezers, ik draai er niet omheen.

Dan nu enkele citaten uit Peter Swanborns nog veel langere stuk uit de Volkskrant van gisteren:

'Nymph wilde niet met stille trom vertrekken. [...] Nymph groeide vooral de afgelopen jaren uit tot een blad met een goed oog voor jong talent. Heel wat dichters hadden in Nymph hun eerste publicatie. [...] Ruim twintig oudgedienden komen aan het woord en de eerste, Vincent Schmitz, Nymph-redacteur vanaf 1996, geeft een doorslaggevend argument voor iedere schrijver die wel eens gevraagd is om in een redactie zitting te nemen: "Vrienden met wie ik jarenlang de redactie van Nymph vormde, worden tegenwoordig uitgegeven bij Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, waar ik hun redacteur geworden ben." [...] Ook de overige bijdragen geven een aardig beeld van wat er zich tijdens redactievergaderingen afspeelt en hoe het contact tussen redacteuren en schrijvers verloopt. [...] Redacteur Niels Carels bekent vervolgens dat hij met een schrijfster die hij in Nymph presenteerde, uiteindelijk in bed belandde. Gelukkig wel in een Japans love hotel dat de toepasselijke naam Nymph droeg. [...] Het grote raadsel dat in geen van de bijdragen wordt opgelost, is de vraag waarom het nu dan toch afgelopen moet zijn.'

Leve Peter Swanborn! (Ik merk nu pas dat ik iemand citeer die mij citeert. Hm.)

V.

dinsdag 6 april 2004

ROMANDEBUUT

Het moest er toch eens van komen. Ik heb eindelijk mijn romandebuut gemaakt. In zekere zin dan. Deze week verschijnt de nieuwe roman van Herman Brusselmans, Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn. Bladzijde 383 bevat zomaar een passage waarin ikzelve figureer. Als je weet wat goed voor je is, ga je die roman aanschaffen. Aanstaande vrijdag vertrekken Elsie en ik overigens naar Gent om de verschijning van het prachtboek te vieren.

Maar eerst is er morgen de presentatie van een andere hedendaagse klassieker in spe. Ik heb het over de nieuwe, vijfde roman van Arie Storm. Het boek heet Gevoel en het is nóg beter dan al Aries vorige boeken. Ik maak hier ongegeneerd reclame voor die roman; het is immers voor jullie eigen bestwil. Ja, beste lezers, het is een week waarin alleen maar topboeken verschijnen. De Nederlandse letteren zijn niet meer wat ze geweest zijn.

Ten slotte zal ik, voor de goede orde, wat titels noemen van boeken waar ik niet aan heb meegewerkt, en die ik niettemin met heel veel plezier heb gelezen de afgelopen week: Orakelnacht van Paul Auster en Bevoorrecht bewustzijn van Esther Gerritsen. Paul Auster is gewoon een literaire godheid, zoveel is me inmiddels wel duidelijk.

Het valt me - nu ik jullie toch spreek - op dat de bezoekcijfers hier de afgelopen dagen zakken als een dolle. Is er soms iets wat ik voor jullie kan doen? Moet ik het hier, God verhoede, interactiever gaan maken? Willen jullie hier eigen inspraak? Of willen jullie Niels soms terug? Is dat het? Dustin Hoffman zei het al eens in Kramer vs. Kramer: 'I'm all you've got!' Leuker kan ik het niet maken wat dat betreft.

Kortom: laat me weten wat er scheelt. Kom eens wat vaker langs. Wees geen vreemde. Als je op de deur klopt, doe ik hem open. Ik heb het allemaal niet zo bedoeld. Ik had beter moeten weten. Ik vraag het geen twee keer. Graag of niet. Stap in de ring en doe je ding. Laat je lezen. Als jullie niet naar mij toe komen, kom ik wel naar jullie toe. Wat wil je in de koffie? Kunnen we er niet nog eens over praten? Waarom die trieste blikken?

V.

zondag 4 april 2004

OORBELLEN

Gistermiddag liepen Elsie en ik door de idyllische Delftse binnenstad. Ik kocht een paar oorbellen voor haar bij een tassenwinkel. Ze bleek allergisch voor die oorbellen. De oorbellen liggen hier nu in een zakje op een plank in een kast. Gelukkig is er ook Goed Nieuws: gisteren hebben we dan eindelijk onze huwelijksreis uitgezocht en meteen maar geboekt. Els en ik gaan twee weken rondreizen door Amerika en Canada. Ik ben nog nooit buiten Europa geweest. Het zal mij benieuwen.

Ik had het mis met mijn Idols-voorspelling van vorige week. Ik geef dat ruiterlijk toe. Ik doe een nieuwe gooi: volgende week wordt Irma weggestemd, dan Maud, dan J.K., dan Marlies. En Boris blijft winnen. Gisteren zei presentatrice Tooske weer iets heel moois, afgezien van haar 'helemaal leuk'- en 'helemaal lekker'-gewauwel. Ze gooide zomaar ergens de uitdrukking 'Geduld is een lastig ding' tussendoor. Ik noem dat: creatief met taal omgaan. Op een desastreuze wijze.

Els en ik zijn nog niet naar The Passion of the Christ gegaan. Of The Jesus Chainsaw Massacre, zoals ik hem ergens omschreven heb gezien. Ik heb heel geen zin om twee uur lang te aanschouwen hoe iemand wordt doodgeslagen. Het lijkt me maar een onsmakelijk, snuff movie-achtig spektakel. De twee Amerikanen die ik deze week aan een brug in Falluja zag hangen, vond ik al meer dan genoeg. Niels heeft de film al wel gezien, weet ik. Die schreef me dat hij zijn twee uur en negen euro terug wil.

Vorige week kreeg ik per post de debuutbundel van Maurice Buehler, Grasaap te water, cadeau. Er zat geen briefje bij, geen opdracht, geen groet, niets van dat al. Gekker nog: op die hele bundel is geen biografische informatie over de dichter te vinden. Geen geboortejaar, geen auteursfoto, geen eerdere publicaties. Het is dat ik me Maurice herinner als een talentvolle jonge (1978) dichter van wie we ooit twee stoere verzen plaatsten in Nymph, anders had ik me welhaast geen raad geweten met deze bundel. Waarin die twee gedichten overigens staan opgenomen. Op pagina 1 van de bundel staat, bijna helemaal in de vouw weggedrukt, 'is een beetje bijna heilig zijn'. Cryptiek, vinden jullie niet? Op bladzij 39 lijkt iemand te hebben uitgeprobeerd of zijn pen het wel deed. En op de achterkant van de bundel staat een inhoudsopgave. Nu, als ik er meer over heb te melden, doe ik dat hier. Houd het maar in de gaten. (Het lijkt alsof ik er een beetje flauw over doe, maar ik ben juist reuzetrots op Maurice. Leve zijn debuut! Leve de jonge dichters!)

Nu is het tijd om een glas rode wijn in te schenken. Mijn moeder zei me vorige week nog: 'Jij schrijft wel erg vaak over rode wijn op die site van je.' Ik zei: 'Is het werkelijk?'

V.

SNEL

Ik zal hier heel snel weer iets schrijven. Beloofd.

V.