zondag 31 juli 2005

EEN GESPREK OVER VRIJWEL NIETS


N: Oi. Hoe is het?
V: Tof. Vertel eens wat leuks, jij. Wat doen jullie daar nu zoal? En wanneer gaan jullie naar Barcelona?
N: We zwemmen veel. En we werken. En we lezen. En we lopen wat naar het dorp. We drinken wat. We eten wat. Dit weekend naar Uzes met een tentje: 2 nachten dancefestivalletje daar. 27 augustus komen we voor 2 weken naar Amsterdam en daarna direct door naar Barcelona.
V: Ik heb gisteren Charlie and the Chocolate Factory gezien. Leuk, zeg.
N: O! Die wil ik ook zien. En The Hitchhiker’s etc. Ik lees nu dat boek. Ook leuk.
V: Nee, die ga ik niet zien. Ik vind die trailer heel irritant.
N: Die is leuk, man. Proleet...
V: Mwoh. Morgen ga ik lunchen met M10.
N: Denk het niet. Die is liften naar Bilbao.
V: M10? Een uur geleden hebben we afgesproken, man! Op msn.
N: Hm. Vreemd, dan gaat het plan niet door.
V: Hij was het heus, hoor. Tussen twee en drie waren we aan het chatten. Vanmorgen sms’te-ie me zelfs nog.
N: Vrijdag stuurde ik hem nog een mail, dat-ie beter zaterdag niet kon gaan i.v.m. Zwarte Zaterdag. Zei-ie: Ja, ik ga nu zondag.
V: Misschien wil hij eerst mij nog even zien. De dweper... Die Martien. Zou hij me aan het foppen zijn? Of staat hij morgen gewoon voor de deur? Trek ik morgen dan voor niets mijn leren broek aan?
N: Wat een cliffhanger! Mag ik die gebruiken voor mijn boek?
V: Doe. Inclusief die laatste zin.
N: Uiteraard.
V: Ik kocht vorige week kleren van het merk Bruuns Bazaar. Nooit van gehoord.
N: Bruuns Bazaar is een Zuid-Afrikaans merk. Opgezet door een bosjesman uit Togopa.
V: Jij zegt maar wat, jij.
N: Schatrijk mee geworden. Bruntje Bruuns heette die bosjesman.
V: Hm. Leuke kledij, hoor. Ik kocht een broek en twee overhemden.
N: Ja, leer Bruntje broeken en overhemden stikken. Als een komeet gaat-ie met die kleine vieze zwarte vingertjes over die stof.
V: Zeg nog eens iets hips?
N: Ik ben echt een lange gast in Barcelona. Ik kegel al die mensjes zo omver daar.
V: Jij een lange gast?
N: Ik ben een enorme boom van een kerel. Robuust. Toren boven al die dwergen uit.
V: Wat zou ík dan zijn?
N: Jij zou echt te lang zijn. Mensen zouden je willen bekogelen met rottend fruit en lege mosselschelpen. Ze zouden bevreesd wegvluchten.
V: Ik zou met ze dribbelen, denk ik.
N: En ik zou ze keihard in de basket dunken. Eén-tweetje, Vince.
V: Luister jij wel eens naar de Kings of Convenience overigens? Want ik word daar zelve heel blij van.
N: Nee, ik spuug op die band. Stelletje Simon and Garfunkel-aftrekkers.
V: O ja! Ik ben gewoon een cd van Simon & Garfunkel kwijt! De minst interessante, maar toch.
N: Staat ‘I Am a Rock’ daarop?
V: Ja. En ‘The Only Living Boy in New York’ ook, en ik dacht pas: eens lezen hoe die tekst gaat. Want je kent mij: als ik mee kan zingen, dan doe ik dat. En sindsdien is-ie weg.
N: Jammer.
V: Misschien op de verkeerde plek teruggezet in de kast?
N: Heel wel mogelijk.
V: Terwijl ik dit schrijf, wil ik weer gaan zoeken. En ik weet heus wel dat het niets uithaalt. 1 keer Bridge over Troubled Water aanschaffen vond ik al gênant genoeg. Moet ik dan weer...?
N: Man, laad die handel neder. Prop hem in je iPod. Klaar is kees.
V: Ja, da-hag. Al die suffe nummers. Ik wil die cd gewoon. Alles compleet.
N: Bestel hem over het interweb!
V: Ik bedoel: ik had hem. Dus dan moet-ie weer terug.
N: Jij weet heus wel dat die cd voor eeuwig is verdwenen. Laat die droom varen, makker.
V: Ik wou dat er een verklaring voor was. Dat wel. Nu staat er zo’n gek leeg plekje in de kast.
N: Problemen, die jij hebt!
V: Ja! Jij hebt daar geen weet van, met dat zwembad van je. In de zon.
N: Zo is het. Ik heb een strijdlied geschreven tegen de wolken. Zo nu en dan wil zo’n hufter wel eens voor de zon komen.
V: Iets als ‘Ga eens weg, wolken’?
N: Neen. ‘Wij willen zon! Geef ons de stralen!’
V: Wat een mooi liedje. En zo strijdbaar.
N: Je zou de melodie moeten horen. En die breekbare stem van mij erbij. De tranen springen in je ogen.
V: Ik heb die tranen nu al een beetje.
N: Me dunkt. Ik ben ook van plan een versie van ‘Krijg Toch Allemaal de Kolere’ van D. de Munk op te nemen. Maar dan zing ik die track in met mijn monotone ochtendstem.
V: Lome beat eronder.
N: Heel diep en zwaar. Precies.
V: Triangeltje erbij.
N: Op weg naar een undergroundclub bij jou in de buurt! Zeg, ik ben ook 28, Vince.
V: Tweeling, wij.
N: Als jij raadt naar wie ik NU luister, dan is het echt waar.
V: Even denken. Herman van Veen?
N: Nee. Nog 2 keer.
V: Angelo Badalamenti.
N: Nope.
V: Of eh... Los del Rio.
N: Driewerf neen. Heather Nova! Dat die nog bestaat!
V: O ja! Ik vind ‘Walk This World’ een heel mooi lied van haar. En heb je haar broer wel eens gezien? Mishka of zo?
N: Nee.
V: Doodeng. Surfer. Hoog stemmetje. Mal liedje.
N: Hoe heet dat lied?
V: ‘I’d Give You All The Love’ of zo.
N: Nee, ken ik niet.
V: Het refrein is heel catchy. Want dan zingt Mishka met dat hoge, piepende sleepstemmetje van ’em.
N: Nu zit ik met iemand anders in mijn hoofd. Geen idee wie. Of hoe dat lied heet. Maar die kop zie ik nu voor me. Handig, niet?
V: http://home.tiscali.de/kiskadee/hndiscog/mishka.jpg Zie! Hij heet echt Mishka! Dat geheugen van mij, man. Ik word daar ooit heel rijk mee.
N: Doodeng.
V: Ja!
N: Nu, wie is die man die ik dan bedoel?
V: Eh. Omschrijf hem eens?
N: Zo’n zanger. 1 klein hitje.
V: Ik heb meer nodig dan dat.
N: Tja, mager, maar wel spieren, beetje eng, maar ‘model-achtig’ gezicht. De naam is 1 woord.
V: Ik heb geen flauw idee, broeder.
N: Lied zou ‘Cry’ kunnen heten.
V: Zou ik het kennen?
N: Jij kent alles, man.
V: Daar zit wat in.
N: Pea? Kan dat?
V: Zegt me niets.
N: Was er een zanger die Pea heette? Of verzin ik dit gewoon ter plaatse?
V: Voeren we dit gesprek nu echt?
N: Ben bang van wel. Hé, bedankt, man! Met je Mishka! Zit ik met een zanger zonder naam en zonder lied in mijn hoofd!
V: ‘I’d give you all the love...’
N: Ja, me dunkt! En geef me die stralen er dan ook maar bij.
V: Ik ga even weg nu. Wat videobanden terugbrengen of zo.
N: Jij Patrick Bateman, jij.
V: Kijk maar uit.
N: Nu ja, dan ga ik met een glas rosé de vallei overkijken.
V: Heb je plannen met die vallei?
N: Plannen met de vallei... Je zou eens moeten weten... Pleur dit gesprek maar op de seit.
V: Ja. Ik doe dat.

V.

vrijdag 29 juli 2005

FEITEN, CONSTATERINGEN EN MOGELIJKE WAARHEDEN

FEITEN

1. 28 jaar zijn is een peuleschil. Belachelijk dat sommige rocksterren het niet redden. Mietjes, dat zijn het.
2. La Macarena is een geweldig leuke club, die niets met belachelijke dansjes te maken heeft en al helemaal niet met cheesy housemuziek, maar ze laten er 200 man teveel binnen.
3. Ergo 3: dansen, laat staan bewegen. is niet mogelijk in La Macarena.
4. Ergo 4: biertjes kosten in La Macarena 5 euro.
5. Razzmatazz is de vaagste club van Barcelona. En de grootste. En waar de massa het meest los gaat. En waar je naar een heel slecht Spaans bandje kunt luisteren terwijl in de gigantische zaal daarnaast Miss Kitten het plafond eraf draait. En met de vreemdste Zweedse meisjes. (Er kwam er eentje op me af met de openingszin: ‘You look bored.’ Naast mij stonden een travestiet, een neger en een orthodoxe jood poppers naar binnen te werken.)
6. Taxi’s kosten helemaal niets in Barcelona.

CONSTATERINGEN

1. Barcelona is een drukke, drukke, grote, enorme stad waar je uiteindelijk toch gewoon mensen die je heel goed kent tegenkomt. Hee Esther!
2. De Spaanse mens is niet al te aantrekkelijk.
3. Born is een hele, hele stoere wijk.
4. Een privé-zwembad hebben is leuk.(Voor de échte foto's zie hier).
5. De laatste Harry Potter gaat een absoluut donkere film opleveren.
6. Franse Bulldogs zijn na Jack Russell’s de stoerste honden op aard.

MOGELIJKE WAARHEDEN

1.Verse oesters en een glas rosé vormen de basis voor de beste lunch in de buitenlucht.
2. Je kunt niet bruin genoeg zijn.
3. Een mens kan zonder televisie.
4. Aanslagen gebeuren alleen als ze dichtbij zijn.
5. Van der Vaart gaat mislukken in Duitsland.
6. 2005 is het jaar der jaren.

N.

maandag 25 juli 2005

GRAAG OF NIET, HOOR

Enige maanden terug moest in ene iedere Nederlander donor worden. Het was nodig. Het had zin. Er verschenen grote stukken in de krant. Opiniërende stukken. Opruiende columns. Bezorgde commentaren. Er was sprake van paniek. Te weinig mensen hadden zich beschikbaar gesteld als donor. Vervolgens, na al die commotie, meldden zich plots 130.000 Nederlanders bij de grote donororganisatie. En nu blijken er slechts 6 (zes!) mensen geschikt als donor, omdat de grote donororganisatie er allerlei strenge regels op na houdt. Ja, lekker dan. Als die apen van tevoren al weten dat ze vrijwel niemand toelaten, en dat we er allemaal niet toe doen met al die rommelige organen van ons, waarom vallen ze ons dan in vredesnaam lastig met al hun krantenstukken, hun paniekmakerij en hun tv-shows? Allemachtig. En nu nog een beetje jammeren in de pers ook, dat het nog altijd niet genoeg is. Lapzwansen.

En dat is niet eens waar ik me het drukst om maak. (Nu ja, 'druk' is een groot woord, hoor, want het doet me allemaal vrijwel niets. Ik maak me nog eerder druk om het cacaobusje dat hier in de keuken staat, dat tot november 1999 houdbaar was en dat ik nochtans gewoon blijf gebruiken, dan om een stelletje paniekzaaiers dat van de 130.000 aanmeldingen er 129.994 ongeldig verklaart, en hopsakee, in de papierversnipperaar flikkert.) Vlak voor die enorme donorcampagne, voor de hype dus, zeg maar, hebben Elsie en ik beiden een donoraanmeldingsformulier gedownload, ingevuld, ondertekend en op de post gedaan. Wij vonden dat heel goed van onszelf. Ik zou zelfs nog kunnen nakijken wanneer we dat ding opstuurden (ik kan alles nakijken, dat weten jullie ook wel), maar laat ik eens even uit de losse pols stellen dat we die formulieren zo'n drie maanden geleden gepost hebben. Elsie en ik hebben tot op heden geen bericht gekregen van de grote donororganisatie. Nog altijd niet. We worden gewoon genegeerd. Terwijl we op ons formulier vrij expliciet vermeld hebben dat ze de hele boel mogen leegroven na ons overlijden. Van huid tot hoornvlies tot nieren tot cynische inborst tot duizelingwekkende woordenschat. Mogen ze allemaal hebben.

Elsie en ik zullen wel niet bij die 6 mensen zitten. Alsof je verdulleme een gouden wikkel in een chocoladereep moet vinden om je organen weg te mogen geven.

V.

P.S. Het vragenuur is nog altijd gaande, hoor. Blijf je vragen gerust posten bij de comments. Ik zal er serieuzer mee omgaan dan de donormaffia met ons aller formulieren en goede wil.

zondag 24 juli 2005

VRAAG & ANTWOORD

In inspiratieloze tijden heb ik hier eerder mijn toevlucht toe genomen, dus de vaste lezers onder jullie zal het niet verbazen, maar vooruit, het kan wel weer eens:

Stel me bij onderstaande comments de vraag die je altijd al hebt willen stellen. Meerdere vragen mag ook. In het hieropvolgende stukje zal ik dan al die vragen van jullie beantwoorden, al dan niet serieus. Ik ben hier immers de baas. (Nu ja, Niels ook wel, maar die is even weg - collega Esther, die dit weekend met haar zusje in Barcelona zit, spotte Niels gewoon, zo bleek uit een sms'je dat ze me stuurde. Klein stadje, dat Barcelona. Lekker beknopt.)

Goed, ik wacht jullie vragen af. Op het puntje van m'n stoel en zo.

V.

donderdag 21 juli 2005

MIJN SCRIPTIE

31 augustus 1999, ik was toen 22, studeerde ik af in de moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. En wel heb ik ooit: nu ontdek ik dat mijn scriptie, 'Waar u mij verstaat, moet sprake zijn van een misverstand'. Interpretatiemoeilijkheden en - mogelijkheden bij Heer op kamer van Willem Brakman, wordt besproken op de grote Brakman-site. Ik ben daar best een beetje trots op. Vandaar deze link (scrollen naar het stukje van 6 juli).

V.

WEEKEND BARCELONA

Morgen gaat Heel Erg Vroeg de trein vanuit Nimes naar Barcelona. En 's avonds gaan we naar Miss Kitten in de Razzmatazz. Ja, dat komt wel goed dit weekend.

Dinsdag misschien een echt stukkie. Of kijk anders eens op het log van meisje S, waar Heel Misschien een doldwaze fotostrip zal gaan verschijnen...

Vanuit een zinderend Frankrijk,
N.

maandag 18 juli 2005

ZOMAAR WAT ZINNEN WAAR IK GEEN VERHAALTJE VAN KAN MAKEN

Iemand belde mij vandaag op vanuit Portugal en vroeg me: 'Kun je me meteen even terugbellen?' Ik kon dat.

Afgelopen zaterdag, in de bioscoop, keek Elsie tussen haar vingers door naar Tom Cruise die heel de tijd voor de enge ruimtewezens wegrende.

De zalen in diezelfde bioscoop worden steeds smeriger. Ik moest bijna een stoel delen met een rat die zich tegoed deed aan een bekertje popcorn en een sms'ende tiener. (Nu ja, die rat deed zich niet tegoed aan die sms'ende tiener. Of, wie weet, misschien ook wel. Het was donker, ik zag het niet goed.)

Ik zit nog altijd elke dag heen en terug met hetzelfde meisje in dezelfde treincoupé en we zeggen elkaar nog altijd niet gedag.

Ik draag vandaag een hip shirt van het merk G-Star Raw - wie had dat ooit gedacht?

Op mijn iPod luister ik in ene veel naar U2, terwijl ik een van de weinigen in mijn omgeving ben die niet naar een van hun concerten zijn gegaan.

Op tv hoorde ik Britney Spears vanavond jubelen dat ze die dag al drie keer seks had gehad met iemand. Die iemand, haar echtgenoot, vind ik er doodeng uitzien. En ik hoorde mezelve denken: ocharme, meisje toch...

Vorige week las ik zomaar twee gedichten van Toon Tellegen die mij ontroerden.

Ik heb de laatste tijd soms moeite mijzelve te vermaken. Ik heb soms moeite hier nog iets zinnigs te schrijven. Wel plaats ik comments op andermans sites. Ik vraag me soms af of ik een hobby nodig heb.

Collega Bianca en ik zaten vanmiddag in een stel luie stoelen bij de Coffee Company. De koffie was zó sterk dat Bianca me heel de middag met tollende ogen aanstaarde.

Mijn moeder zei gisteren: 'Je lijkt wel een zeeman met die bakkebaarden van je', en diezelfde avond nog werden ze gekortwiekt.

Vandaag werd ik weer eens redacteur van iemand met wie ik al jaren bevriend ben.

Op msn zijn nu vier mensen on line. Met geen van hen heb ik dringend iets te bespreken.

Morgen ga ik de dvd van Lost in Translation kopen.

Een aantrekkelijk meisje dat ik niet zo goed ken en dat me toch elke keer dat ik haar zie om de hals vliegt, mailde me afgelopen donderdag dat zij en een vriendin van haar me lid van een stichting willen maken, en ze gebruikte hiertoe de volgende woorden: 'Met jouw kennis en ervaring vinden we je erg geschikt. Bovendien vinden we het leuk en prettig om met je om te gaan, ook niet geheel onbelangrijk, dachten wij zo.' Ook schreef ze dat ze me binnenkort opbelt om er verder over te praten. Hm.

Op de afdeling waar ik werkzaam ben, hoorde ik vandaag minstens vijf keer het woord 'befscène' vallen. Ik bleef minzaam glimlachen alsof ik nooit iets anders doe, en plaatste in gedachten streepjes elke keer dat het woord weer werd genoemd.

V.

vrijdag 15 juli 2005

HOE JULLIE ONS HEBBEN GEVONDEN:

Volgens de gegevens die we van jullie (laten) bijhouden, hebben jullie (nu ja, sommigen van jullie) ons de afgelopen tijd gevonden door te zoeken op de volgende termen in de diverse zoekmachines*:

- gratis seks
- gratis vieze film
- meisjes doen het voor het eerst
- vliegende mieren
- vliegende mieren (nog eens)
- catootje Delft
- VLIEGENDE MIEREN (nóg eens - maar dan met kapitalen)
- film de menselijke smet
- ander woord voor jong eendje
- Vincent Schmitz (wil diegene even contact met mij opnemen?)
- luister hier jem they
- neuken

Ik noem dat: ontnuchterend. En ook: een beetje merkwaardig.

V.

* Noot: ik zeg hier nu wel 'diverse zoekmachines', maar jullie weten natuurlijk net zo goed als ik dat niemand nog iets anders dan Google gebruikt**. Ik herinner me nog dat ik, ergens in 2000, voor het eerst iemand hoorde zeggen: 'Ik zoek altijd via Google.' Ik lachte diegene toen uit. Besmuikt gniffelend, dat wel, maar toch: ik lachte diegene uit. Maar ja, het was 2000 toen. Wist ik veel. Al dat gedoe met die millenniumwisseling en zo, ik was een beetje van slag.

** Nog een noot: ik haat het als iemand zegt: 'Ik zal dat wel even googlen.' Of: 'Ik heb dat even voor je gegoogled.' Ik haat dat met een passie. Ik haat dat met groot enthousiasme. Ik doe dat werkwoord in de ban.

O, en dan nog een P.S. ook: ik ga mijzelve maar eens vijftig keer opdrukken. Ik verveel me al heel de dag een hoedje. En na dat opdrukken ga ik me bezatten. En malle dansjes doen midden in de huiskamer. Jullie zouden nog opkijken van de liederlijkheid die ik hier vanavond tentoonspreid.

maandag 11 juli 2005

HOE WIJ AFSCHEID NAMEN VAN ELKAAR

Vanmiddag lunchten Niels en ik bij het lunchetablissement waar het meisje met de afschuwelijke stem werkt. Maar vandaag was ze er niet. Zou ze op non-actief gesteld zijn? Zou ze geopereerd worden aan haar stembanden? We hadden geen idee en feitelijk kon het ons niets schelen. In haar plaats was een heel verlegen, schuchter meisje werkzaam, dat zo stilletjes deed dat ik er af en toe van schrok, als ze plots opdook met een uitsmijter of een koffie verkeerd. Het was een meisje met vele geheimen, dat zag je zo.

Maar dat ter zijde. Niels en ik gingen vandaag opnieuw afscheid nemen van elkaar. Afgelopen woensdagavond deden we dat ook al, in de Westergasfabriek te Amsterdam, en nu deden we het opnieuw. Wat die Westergasfabriek betreft nog het volgende: is het niet ridicuul dat de toiletten daar van een popfestivalachtige kwaliteit zijn? Thomas M., Martien en ik hebben er wel lekkere tapas gegeten (dat wil zeggen: Thomas M. en ik bestelden de lekkere tapas en Martien de andere, waarop Martien ons heel de tijd afgunstige blikken toewierp) en ook sprak ik er een oud-studiegenote van wie ik me zomaar de naam kon herinneren (wat haar hogelijk verbaasde), maar jongens jongens, die toiletten... Een ontwerpfoutje, dat zal het zijn.

Aan het eind van die avond spraken Niels en ik af dat we elkaar zouden treffen in Barcelona, ergens dit najaar. Ja, dat zouden we. Niels vroeg wat aarzelend: 'Zullen we elkaar nu omhelzen?' 'Ja,' zei ik, 'nu zullen jij en ik elkaar omhelzen. Dat hebben we immers nooit eerder gedaan.' En vervolgens omhelsden we elkaar, want een terugweg was er niet meer, en ik meen een paar woorden gestameld te hebben in de trant van: 'Kom kom, jongen, rustig maar, alles zal goed komen.'

Maar als je elkaar eenmaal hebt omhelsd, wil je algauw meer, dus gisteravond belde Niels me alweer op om iets af te spreken. En zo zaten we daar vanmiddag, terwijl we bediend werden door een verlegen meisje met vele geheimen, en Niels me herinnerde aan de vorige keer dat we daar zaten, toen het ook heel zonnig was, en ik Een Slechte Dag had. Die dag verblindde ik mezelf bijkans met de reflectie van het zonlicht in mijn mes, en ook had ik die dag een heel beroerd gevoel voor humor. Ja, zo meende Niels, ik zou die dag zelfs woordgrappen hebben gemaakt. Dat lijkt me dan weer wat sterk, want ik ga nog liever dood dan dat ik woordgrappen maak, maar we mogen niets uitsluiten. Vandaag echter was ik geheel mijzelf. Ik mocht er zijn.

Halverwege de lunchafspraak dook het meisje S. nog op, dat morgen eveneens naar het buitenland vertrekt, en gedrieën lunchten we verder. Alsof we nooit iets anders doen. Niels wilde nog een laatste keer het wonder van Bluetooth uitproberen en ik verzond hem de foto op mijn foon waarop Niels samen met een affiche van André van Duin staat afgebeeld. Wat zeg ik, het lijkt wel alsof Niels André op die foto omhelst.

Waar Niels en ik over spraken doet er verder niet toe. Het was vast iets megalomaans, iets met plannen om de wereldmacht te grijpen en iets met fans en groupies en meisjes-met-afschuwelijke-stemmen die zomaar verdwijnen, maar het doet er niet toe. Niet nu en niet hier. Wel kwam Niels terug op onze afspraak dat ik hem dit najaar in Barcelona zal weerzien, tezaam met De Vrouw Die Ik De Mijne Noem. 'Juist,' mijmerde ik, 'Barcelona zal het zijn...' Vervolgens werd de rekening betaald en stonden we alledrie op, op weg naar nieuwe tijden. Niels en het meisje S. moesten dringend een paar kazen kopen, ikzelf moest weer op weg naar de Grote Uitgeverij (waar onze afdeling sinds vandaag wordt gesierd door een grote foto van collega Bianca en mij - kom maar eens gauw kijken, lezers en lezeressen).

Omhelzen echter, dat deden we niet vanmiddag. Dat lag alweer achter ons. Je hoort en leest wel eens dat mensen moeite hebben met afscheid nemen, maar Niels en ik, wij draaien er onze hand niet voor om. Wij nemen afscheid zoals Ware Vrienden dat doen: elkaar op woensdag omhelzen, en elkaar dan maandag oude fotootjes versturen via een mobiele foon op een terras waar ze een meisje kwijtgemaakt hebben.

V.

zaterdag 9 juli 2005

TOEN IK DE STOPTREIN AAN ME VOORBIJ LIET GAAN

Donderdagavond kwam ik met enige treinvertraging aan op Delft CS. Geen nood, beste lezers, want mijn stadsbus gaat om het halfuur. En wie denkt dat ik een halfuur ga wachten, moet maar eens bij zichzelf te rade gaan, want er gaan ook nog eens twee stoptreinen waarop ik kan overstappen, en die stoptreinen brengen me alleszins een stuk dichter bij de flat waar ik woon, dus: ik ging donderdagavond wachten op de eerste van die twee stoptreinen.

En daar was ineens een oud-klasgenoot uit Lelystad. Op dat Delftse station. Vroeger droeg hij een staartje, nu droeg hij een hoedje. Want er gebeurt en verandert veel in een jaar of tien, twaalf, zo blijkt altijd weer. En trouwens, ik zag hem een jaar of vier geleden ook nog, toen Elsie en ik een optreden van Aimee Mann in Amsterdam bezochten. Mijn oud-klasgenoot bevond zich die avond ineens vlak naast mij, helemaal vooraan bij het podium, en trok zich weinig aan van het intieme luistermuzieksfeertje dat zich meester had gemaakt van de Amsterdamse Melkweg. Hij begon namelijk gewoon een gesprek. Op luidruchtige en dwingende toon. Omstanders wierpen ons bozige blikken toe, maar ik kon er werkelijk niets aan doen. En van dat gesprek herinner ik me weinig meer, behalve dat ik hem mijn mobiele nummer moest geven (vlak daarop kocht ik een nieuwe foon en kreeg ik een nieuw nummer, maar dat ter zijde), en ik vermoed dat het woord 'neuken' eraan te pas kwam, want daar sprak hij nogal veel over in die tijd.

Of nee, wacht eens, ik moet hier iets preciezer zijn: hij sprak ook al veel over 'neuken' toen we op het vwo zaten. En na het vwo waren er avonden op zijn kamer, waarop hij me wilde informeren over de meisjes met wie hij 'neukte', over de meisjes die hij ooit nog eens móest 'neuken', en over zijn buurjongen - die, moest ik weten, op het moment dat wij in gesprek waren, een oud-klasgenote van ons zou 'neuken'. Bovendien wilde hij altijd weten of ik en mijn vriendinnetje van dat moment al - tja. Jullie zien: ik gebruik die aanhalingstekens hier consequent, want in 1994 was ik al te oud om dat woord te gebruiken, en nu ben ik het nog. Ik wilde alleen maar precies zijn, verdorie, ik wilde jullie een adequaat beeld geven.

Donderdagavond dus. Trein te laat. Bus gemist. Wachten op de stoptrein. En daar was hij. Met dat hoedje. We waren verbaasd en ontroerd over het weerzien. Althans, ik denk dat we dat waren, want voor ik het wist spraken we over vroeger en over leraren en klasgenoten van toen, en over wat we nu dan wel niet deden, en ik stopte hem een visitekaartje toe omdat hij me vertelde met een roman bezig te zijn. (Het verbaasde hem niets dat ik bij een Grote Uitgeverij was terechtgekomen, want, zo zei hij: 'Je was vroeger al heel veel bezig met lijstjes maken.' Het verband ontging ons beiden.) En ook viel het woord 'neuken' veel. Ik vond het wel geruststellend om te horen dat dat nu, na al die jaren, nog steeds zo'n geliefd gespreksonderwerp was. Dat er soms maar weinig verandert. Opgelucht, dat was ik. Zo sprak hij van een schrijver met wie hij ooit studeerde die in die jaren heel veel 'neukte'. En hij vertelde over een veel jonger meisje met wie hij had 'geneukt'. Dat gebeurde meer dan vijf jaar geleden, zei hij erbij, waardoor ik me plots afvroeg: zou hij dat nieuws nu al die tijd bij zich gedragen hebben? Tot hij me een keer toevallig helemaal in Delft tegenkwam?

Ik hoorde het allemaal maar zo'n beetje aan, zoals ik dat vroeger ook altijd deed, en intussen passeerde de eerste stoptrein. En ontdekte ik dat die tweede stoptrein helemaal niet rijdt in het zomerrooster. Lekker dan. Toen mijn oud-klasgenoot er dan toch nog vandoor moest, riep hij nog: 'Laten we snel iets afspreken! Gaan we samen patat eten!'

Ja hoor. En dan neuken zeker.

V.

ALS IK NIET...

Als ik niet zo'n allemachtig boeiend en enerverend leven zat te leiden heel de tijd, met afspraken hier en daar, en feesten alsof het niets is, en etentjes, en uitjes met groupies en supermodellen en hip volk, en met allemaal mensen die me dingen vragen en dat ik daar dan weer op moet antwoorden, of die me dingen vertellen en dat ik dan heel de tijd maar luister en aanhoor en alles in me opneem, en als de telefoon niet zo vaak ging, en als niet iedereen me maar heel de tijd vroeg of het wel goed ging allemaal, en als ik niet zo druk was met nadenken over de Dingen des Levens, dan kwam ik hier vast wat vaker schrijven, hoor.

Ik ga nu dus eerst maar eens even stoppen met dingen meemaken, als jullie dat goed vinden. Er moet meer in het leven zijn dan avonturen beleven en heel de tijd maar alles overpeinzen.

V.

zaterdag 2 juli 2005

VAN PULLETJES EN KIKVORSMANNEN

Ik bevond me donderdagavond op een boot, samen met al mijn collega's van de Grote Uitgeverij; het was ons halfjaarlijkse uitje. Ik herinner me dat ik in mijn rode T-shirt op het dek stond en dacht: best fris. De boot ging van Amsterdam naar Ouderkerk a/d Amstel, meen ik te hebben opgevangen, en dan weer terug. Een van mijn collega's merkte op: 'Varen we dan gewoon een rondje?' Die collega werd meteen in de hoek gezet door een andere collega met de woorden 'Echt niet'. Ook hoorde ik twee afzonderlijke bronnen stellen dat het woord voor 'jong eendje' 'pulletje' is. Ik had daar nog nooit van gehoord. Op de boot was ook een kikvorsmanachtige gestalte aanwezig, wat collega Bianca deed verzuchten: 'Ik had best wel kikvorsman willen worden. Het is een oude jeugddroom van me. Maar wat doet zo iemand eigenlijk?' Ik antwoordde: 'Nu ja, je vorst een beetje kik, en dat is het wel weer. En jij zou heel goed de kikvorsman van de bureauredactie kunnen worden, mocht je dat willen.'

Voorts werden er veel foto's gemaakt. Een van mijn collega's (maar nu een andere) merkte wat mismoedig op: 'Het zijn ook altijd dezelfden die op de foto mogen', vlak voordat ze zelf op de foto werd gezet. Er was een toilet aan boord waarvoor ik het woord 'idyllisch' zou willen gebruiken. Collega Peter had een fatsoenlijke cd samengesteld met muziek om naar te luisteren. Bianca en ik raadden de leeftijd van het barmeisje, dat vervolgens jubelde: 'Ik vind het zo leuk als mensen mij ouder schatten dan ik ben!' Mensen dronken rosé alsof het niets was (werkelijk, ik had tot die boottocht geen idee dat al mijn collega's rosé drinken). Er werden plannen gesmeed. Er werden grappen verteld, en soms waren ze niet eens flauw. Mensen kregen andere namen toebedeeld. Er was een buffet met quiches en stukken kip en salades en al. De collega's van onze publiciteitsafdeling hadden hun beste beentje voor gezet.

En toen, na al dat geklots en gesop, klauterden we de wal weer op. Om ergens koffie te gaan drinken. En hoewel het nog lang onrustig bleef, beseften we: we hebben nu een kikvorsman in ons midden, dus wat kan ons gebeuren?

V.