De kleine Thijs kan al heel goed wantrouwig kijken naar mensen. Al dwaalt zijn blik soms ook af naar het plafond, of een kast, of een vloerkleed, en bij al die dingen lijkt hij te denken: wat een amateuristische bedoening is het hier, wacht maar tot ik groot ben. Hij houdt ervan op zijn linkerzij te slapen. Maar hij houdt niet minder van op zijn rechterzij slapen. Hij heeft nog maar weinig hobby's, maar hij stelt het op prijs als je hem een beetje wiegend ronddraagt en als je reageert op de geluiden die hij maakt. Hij vindt het fijn om in bad te gaan, maar op sommige dagen denkt hij daar heel anders over. Het liefst van alles wordt hij gevoed, en dat zo'n zes à zeven keer per dag, waar alleen zijn moeder hem bij kan helpen. Hij moet zich intussen dus wel afvragen wat mijn functie in het geheel is.
De kleine Thijs gaat veel op de foto. Hij heeft al een boel haar, en hij krabt zichzelf vaak onbedoeld met een van zijn tien minuscule vingernagels. Hij gaat voornamelijk gekleed in de kleuren blauw, wit en bruin. Hij heeft nog geen idee dat hij Thijs heet. Hij heeft geen mening over onze katten, maar zij duidelijk wel over hem. Hij zegt daarover: ze trekken wel bij, gun ze wat tijd. Hij wordt 's nachts vaak wakker rond halfdrie, en dan rond zes uur nog een keer. Hij weegt al meer dan bij zijn geboorte en we denken dat al dat gewicht in zijn wangen is gaan zitten. Als iemand langskomt om kennis met hem te maken, slaapt Thijs soms gerust door die hele ontmoeting heen.
De kleine Thijs krijgt soms al post, al is die doorgaans gericht aan 'de ouders/verzorgers van'. Hij deelt zijn verjaardag met beroemdheden die vermoedelijk allemaal alweer vergeten zijn tegen de tijd dat we het hem kunnen vertellen: Jennifer Aniston, Burt Reynolds, Brandy, Sheryl Crow, Leslie Nielsen, D'Angelo, Ria Valk, Sergio Mendes en Rafael van der Vaart. Hij spreidt zijn handen soms alsof hij wil zeggen: ooit zal dit alles van mij zijn. Hij lijkt soms al te glimlachen. Hij houdt erg van Winnie de Poeh - althans, dat hopen we vurig, aangezien zijn kamertje volhangt met diens beeltenis. Hij vindt krampjes niet leuk en maakt dat altijd kenbaar. Hij wil heus wel snooker met me kijken, maar, zo zei hij me: de Welsh Open zegt me gewoon niet zoveel, en ik wacht liever even tot ik zelf mijn hoofd overeind kan houden - dus misschien het WK dan maar, in april?
Hij liet 39 weken en 4 dagen op zich wachten, maar afgelopen zondag 11 februari werd hij dan toch om 11.38 uur geboren te Delft: Thijs Jan Schmitz. Elsie en ik zijn heel gelukkig met hem.
V.
OMDAT ALLEEN TEKST OOK HEEL STOER IS
Literatuur, Film, Muziek en Andere Fijne Zaken
zaterdag 17 februari 2007
donderdag 1 februari 2007
IN AFWACHTING
Sommige mensen hier thuis beginnen hun geduld te verliezen. Zo betrap ik Elsie er tegenwoordig af en toe op dat ze ‘Kom er eens uit!’ tegen haar buik roept. Ze belde me vanmorgen op de Grote Uitgeverij, om me te vertellen dat hij er nog steeds niet uit kwam, en ik zei haar dat het niet gaf, en dat ze nog even geduld moest hebben, omdat het immers pas over 13 dagen zover zou zijn. (Het kan natuurlijk wat eerder of later worden, maar sinds vandaag zijn we er alvast van overtuigd dat het een februarikindje wordt.)
Mijn ongeboren zoon zelf intussen protesteert als zijn moeder haar ene been over het andere slaat. Of als ze op haar zij gaat liggen. Of als ze wil slapen. Of als ze luistert naar grungeplaten uit 1991. Toen ik haar vroeg waarom ze dat deed, antwoordde ze: ‘Ik dacht dat hij er dan misschien wel uit zou komen.’
Ikzelf vraag me intussen af of ik over twee maanden samen met mijn zoon naar het WK snooker zal kijken. En of hij nog even wacht met de woorden ‘Ga je me eigenlijk nog eens leren voetballen, makker?’ En of hij wel weet dat hij er binnenkort eens uit moet komen, omdat zijn moeder hem anders komt halen.
V.
Mijn ongeboren zoon zelf intussen protesteert als zijn moeder haar ene been over het andere slaat. Of als ze op haar zij gaat liggen. Of als ze wil slapen. Of als ze luistert naar grungeplaten uit 1991. Toen ik haar vroeg waarom ze dat deed, antwoordde ze: ‘Ik dacht dat hij er dan misschien wel uit zou komen.’
Ikzelf vraag me intussen af of ik over twee maanden samen met mijn zoon naar het WK snooker zal kijken. En of hij nog even wacht met de woorden ‘Ga je me eigenlijk nog eens leren voetballen, makker?’ En of hij wel weet dat hij er binnenkort eens uit moet komen, omdat zijn moeder hem anders komt halen.
V.
Abonneren op:
Posts (Atom)