donderdag 27 april 2006

ONDERTUSSEN IN BARCELONA...

... waren de eerste blote tieten op het strand reeds gespot.
... vroeg ik het me af hoe het zou zijn indien Barca de Champions League won, aangezien de stad gisteren al ontplofte.
... leerde ik mijn buren in Animal Crossing lauwe dingen als 'Hou het straat'.
... dronk ik vorige week met Vincent en Elsie sloten wijn omdat Elsie liever niet meer wilde lopen.
... verheugde ik me op het bezoek van een vriendin.
... verheugde ik me nog meer Sonar.
... liep ik nonchalant met mijn blote poten in mijn Diesel-slippers en mijn fake Ray-Ban op mijn kop over straat.
... had ik nog steeds niets gezien van het WK Snooker, maar deed ik een groovy dansje achter mijn bureau toen ik gisteren zag dat Ronnie van die hondenkop van een Williams had gewonnen.
... schreef ik mails naar mensen die bijna het huis van Wilfred Genee hadden gekocht.
... droomde ik dat ik opgesloten zat in een Nereus Strafkamp omdat ik lid was van Skoll.
... was ik niet lid van Nereus.
... was ik evenmin lid van Skoll.
... vond deze ik droom des te verontrustender.
... herschreef ik het tot nu toe bestaande manuscript van mijn nieuwe roman.
... werd mij een bijzonder gelikte coupe aangemeten.
... moest ik stiekem gniffelen om de weersverwachting voor Koninginnedag.
... bedacht ik geweldige links die aan ik bovenstaande zinnen kon toevoegen.

N.

dinsdag 18 april 2006

MUST SEE!

Dachten jullie nu werkelijk dat ik gewoon naar Barcelona zou vertrekken zonder jullie iets te schrijven? Kom kom. Tut tut. Er is een boel te vertellen, en veel om ons druk over te maken. Ik kan hier bijvoorbeeld het Delftse bioscoopwezen ter sprake brengen, maar dat is misschien wat al te particulier. Ik kan me heus indenken dat jullie bij het lezen van zo'n betoog over het Delftse bioscoopwezen geeuwend de schouders ophalen en dat jullie denken: wat kan mij dat hele bioscoopwezen schelen, man. Doe even normaal, en plaats gewoon weer zo'n opsomming met van die olijke gedachteflarden, met van die Romeinse cijfertjes erboven, om ons erop attent te maken dat we steeds met een spiksplinternieuw stukkie van doen hebben (ook al wordt er enige samenhang geïmpliceerd door het allemaal in 1 overkoepelend stukkie te vatten, maar nu ja, je begrijpt me wel).

Goed dan. Jullie kunnen het krijgen zoals je het hebben wilt.

I

In paragraaf I zou ik graag het Delftse bioscoopwezen bij de horens vatten. Delft telt momenteel twee bioscopen, met tot de verbeelding sprekende namen als A. en D. (Ik kort de boel hier af, want dat spreekt allicht nog meer tot de verbeelding.) Ook bevindt zich in Delft het filmhuis L. Ik heb het filmhuis L. lief met heel mijn hart, wat overigens niet zomaar inhoudt dat ik toe zou willen treden tot hun team van vrijwilligers - waarmee eens te meer wordt bewezen dat 'liefhebben met heel je hart' een onbevattelijk mooi fenomeen is, maar dat het soms gewoon niet voldoet. Maar nu even ter zake: bioscoop A. is een aangenaam, charmant bioscoopje dat geen vlieg kwaad doet, terwijl ik bioscoop D. gerust het zwarte schaap onder de Delftse bioscopen zou willen noemen. Wie houdt me immers tegen? In bioscoop D. kun je plaatsnemen op ranzige stoelen in smoezelige zalen tussen sms'ende, onzindelijke pubers, maar vooruit, het is de grootste bioscoop in onze prachtstad, en veel keus is er niet.

Welnu, daar komt verandering in. In mei opent de nieuwe bioscoop Must See zijn deuren. (Ik stop hier even met die afkortingen, want verbeelding kan leuk zijn, maar bij dergelijke kolder tellen slechts de naakte feiten.) Ik las een artikel in de Delftse Post waarin Must See wordt omschreven als iets 'wat zonder meer de mooiste bioscoop van de wijde omgeving gaat worden'. Must See telt namelijk maar liefst 7 zalen, 1350 zitplaatsen, en vooral: een schier eindeloze berg flauwekul. Ik noteer maar vast: 'een immense lampenkap', 'een verhoogd podium' waarachter 'gezellig gelounged kan worden' en stoelen van 'tachtig procent geitenhaar'. Verslaggever Willem van Altena jubelt: 'We ploffen neer in de zetels (het woord stoel is ineens zo ontoereikend!) en constateren dat we zelfs thuis niet zo lekker zitten. (...) En dan die beenruimte! Ik ben dan wel niet bepaald statuesk, maar ik kan met mijn voeten nauwelijks de stoel voor me beroeren. De ellende van knieën in je rug zal niemand bij Must See ooit hoeven meemaken.' Ik sta even stil bij de uitroeptekens, en bij de niet bepaald statueske omvang van verslaggever Willem van A., die met zijn stompige beentjes telkens probeert de stoel vóór hem te beroeren, en ten slotte bij zijn blijkbaar talrijke aanvaringen met knieën in de rug, waarop ik besluit: tja, als je zelf heel de tijd met je voeten de stoel voor je tracht te betasten, moet je niet zielig doen over een welgemikte knie tussen je wervels.

Maar ik lees verder. Het artikel bevat immers ook een korte doch stompzinnige uitweiding over het nieuwe concept dat Must See zal uitdragen: het concept 'beleving'. Vermoedelijk is er onderzoek verricht onder bioscoopbezoekers in spe en blijkt daaruit dat 'beleving' is wat men wil. Allemachtig. Die beleving zit hem niet alleen in de 7 zalen, de 1350 stoelen, en de verlossing van een dolle (zij het niet bepaald statueske) journalist die heel de tijd met zijn voeten in je rug zit te porren, nee, ook komen er, achter in de grote zaal, 'love-seats'. Die zijn er 'voor stelletjes die zich niet per se op de film willen concentreren...', zo wauwelt R.F., de gids die Willem van A. bij de hand neemt in het nog in aanbouw zijnde filmpaleis. Let even op de zo subtiele drie puntjes.

De volgende alinea citeer ik met liefde integraal. Overtypen is weliswaar geen geliefde bezigheid van me, maar waar het mijn zorgen omtrent het Delftse bioscoopwezen betreft, kan ik niet zorgvuldig genoeg zijn. Daar gaat-ie: '"Beleving" is een term die centraal staat bij het nieuwe bioscoopconcept dat Must See gaat inluiden. Zowel waar het gaat om de film zelf, als bij alles wat er om een avondje uit heen draait. Maar waar de beleving van Must See haar hoogtepunt beleeft zijn niet de zeven zalen en zelfs niet de elegante lounges. Het zijn de toiletten! "Die hebben we helemaal opgepimpt!" lacht R., "met veel goudverf op de muren en met glittergouden vloeren! Echt Hollywood, toch?'

Ja man, echt Hollywood. Far out. Maar om het even samen te vatten: de beleving, die zo gekoesterde beleving, die ellendige beleving die centraal staat bij dat verrekte nieuwe concept dat Must See inluidt, die - o hemel - zo alom gewilde beleving, die vindt dus plaats op de toiletten? Niet eens op die vermaledijde 'love-seats', maar uitgerekend op de toiletten? Wel heb ik ooit. Je vraagt je af waarom ze überhaupt nog een film willen draaien daar. En letten jullie even op de hysterische uitroeptekens in voorgaand fragment? En op dat woord 'oppimpen'? Volgens mij heb ik dat fopwoord hier onlangs nog in de ban gedaan, maar indien ik het mis heb: ik wil het niet meer zien, ik wil het niet meer lezen en ik wil niet dat wie dan ook het ooit nog hanteert. Ook niet in verband met toiletten waar de beleving haar hoogtepunt beleeft. (Een beleving die iets beleeft, dat ook nog eens. Ik kan veel hebben, maar de grens is zo ongeveer bereikt.)

De manager van Must See (een naam overigens die rechtstreeks op de harten van onzindelijke pubers en andere onbevoegden mikt - dezelfde pubers en onbevoegden die nu nog over elkaar heen klauteren in bioscoop D., waar men het vermoedelijk goed benauwd krijgt van persberichten als deze) wil bepaalde films in meerdere zalen laten draaien. Deze zalen zullen namen krijgen als Must See Red, Must See Grey, etc. Dit alles ter onderscheiding. Als een film in de ene zaal draait, is hij bestemd voor de zogeheten 'lovers', wat inhoudt dat er geen pauze zal zijn. Draait hij in een andere zaal, dan zal er wél pauze zijn, en sterker nog: dan mag men er gewoon doorheen praten. De manager zegt: 'De "lovers" krijgen de film te zien zonder pauze, maar voor andere groepen lassen we wel een pauze in. Die vinden het ook geen punt om een beetje met elkaar te babbelen tijdens de film, dat moet ook gewoon kunnen.' Bij het lezen van deze zinnen fronste ik toch wel even de wenkbrauwen; zo zout had ik het nog nooit gegeten.

Het zou me al met al niet verbazen als het op die toiletten leuker wordt dan in de zaal zelf: voor de 'lovers' wordt het er zelfs niet minder dan een feest, want zij moeten elke film zonder pauze uitkijken - hadden ze maar niet zo zwijgzaam moeten zijn. Tegen de tijd dat de aftiteling over het scherm rolt en je eindelijk naar zo'n glittergouden toilet mag, is het woord 'beleving' volstrekt op zijn plaats.

II

Ik vertrek morgen naar Barcelona.

V.

woensdag 12 april 2006

LEVE REVE

Ik ben sinds twee weken volledig in de ban van Animal Crossing: Wild World. Voor degenen die niet weten wat dat is: dat is een computerspelletje voor de Nintendo DS. En het ownt me. Big time.

In dat spel betrek je een huis in een dorp dat bevolkt wordt door afschuwelijk bijdehante dieren. Zo woont naast me een papegaai, Pierce, die voortdurend ouwehoert over gewichtheffen en spieropbouw. Naast Pierce woont Roscoe, een depressief paard, die momenteel zijn spullen aan het pakken is, omdat al zijn vrienden blijkbaar ineens ergens anders wonen. Dan zijn er ook nog Peanut, een eekhoorn met acteerambities, en Mint, een andere eekhoorn, die zo sarcastisch en cynisch is dat Vincent er nog iets van zou kunnen leren.

In het spel hou je je voornamelijk bezig met vissen, het verbouwen van bloemen en fruitbomen, insectenjacht en archeologie. Je kan een schier onmenselijke hoeveelheid meubels, vloerkleden, robots, schilderijen, sportartikelen en prullaria verzamelen. Daarnaast moet je brieven schrijven aan je medebewoners, in goede, grammaticaal correcte zinnen, omdat ze anders zeggen dat ze niets van je brieven snappen en dat een cursus creatief schrijven wel van pas zou komen. Vanzelfsprekend moet je bij je brief een cadeautje doen.

Het spel is in realtime. Momenteel is het lente, dus fladderen er vlinders door de lucht of wordt je aangevallen door zwermen bijen. Het regent al een paar dagen, dus sta ik in weer en wind aan het strand te vissen op de mythische Coelacanth, die 15.000 bells waard (de valuta in Gotham, de naam van mijn dorp. Ik moest die naam inééns verzinnen - o, de druk!), maar notoir moeilijk te vangen is, en, daar gaat het om, alléén als het regent.

Goed. Dit is slechts een flinter van het werkelijk duizelingwekkende universum van Animal Crossing. Waar het hier nu even om gaat is dit: de bewoners léren graag nieuwe dingen. Om te zeggen. En wat doe je dan als Reviaan? Juist.

Stitches, de teddybeer, begroet me sinds 2 dagen met 'Leve Reve!' Rhonda, het nijlpaard, besluit iedere zin met 'Het is gezien.' En Tipper, de koe, is net begonnen om 'Moedig Voorwaarts' op te nemen in haar gesprekken met Alice, de koalabeer.

Ik sluit niet uit dat ik de komende tijd alleen maar over Animal Crossing zal schrijven. Waar ben ik aan begonnen?

N.

zondag 9 april 2006

REVE

De positie van Grootste Levende Nederlandse Schrijver is dan eindelijk weer vacant. De man die zomaar drie van mijn lievelingsboeken aller tijden schreef is er niet meer. Ik zou hier mooie woorden van hem willen citeren (zoals hier en daar al gebeurt), woorden die ik in het dagelijks leven en in brieven al jaren veelvuldig gebruik, maar liever nog brand ik een kaarsje voor hem.

V.

zaterdag 8 april 2006

UIT HET OOG

Ik was haar even uit het oog verloren. Er was een rechtszaak, er was gedoe, er waren rollen in films die er niet toe deden, met Mr. Deeds en Autumn in New York als bespottelijke, onbegrijpelijke dieptepunten, en zodoende raakte ze een beetje op de achtergrond. Maar afgelopen week kwam ik haar plots weer tegen in de AKO-boekhandel op het Delftse station. Het was nog vroeg in de ochtend, rond kwart voor acht, en ik hield me schuil voor de kille wind die over het perron joeg - ik ben soms wat kleinzerig. (Eerst wilde ik hier 'kleinzielig' schrijven, maar dat betekent natuurlijk iets anders. Wat ben ik blij met die Van Dale op de computer.) Ik zag er een of ander loodzwaar pak glossy papier liggen dat Another Magazine heette. Dat het zo zwaar was, merkte ik natuurlijk pas toen ik het oppakte. En dat ik het wilde oppakken was natuurlijk alleen maar om de voorkant.

Hoe kon ik haar zomaar vergeten?

V.

donderdag 6 april 2006

SPEL

We gaan maar eens een spelletje spelen. Ik geef drie citaten uit recente, in dit geval, Engelstalige boeken. Aan jullie de taak aan het citaat het juiste boek en schrijver te verbinden.

1. 'Look, being America's greatest writer under forty is a lot to live up to. It's so hard.'

2. 'It's this big brother who travels around the world, sending back French phrases. Russian phrases. Helpful jack-off tips.'

3. 'We were Mom and Dad and I - three palindromes! - and we lived eight hunderd feet in the air above San Francisco; an apartment at the top of a building at the top of a hill: full of light, full of voices, full of windows full of water and bridges and hills.'

Leuk, niet?

N.

woensdag 5 april 2006

OP ZOEK NAAR DUITSE MEISJES

'Ik vind die krater op je neus eigenlijk best meevallen,' zei dichtende vriend T. toen ik hem onverwacht trof in het lunchetablissement waar het meisje met de afschuwelijke stem al enige tijd niet meer werkzaam is. Of - want dat kan natuurlijk ook - ze is gewoon niet meer werkzaam op de dagen dat ik er kom. Ik heb immers nooit gevraagd aan een van de andere personeelsleden: 'Is het meisje met de afschuwelijke stem soms ontslagen? Is ze op non-actief gesteld? Is ze misschien... zoek?' Want ik kan het heel goed stellen zonder dat stemgeluid van haar. (Wat ook nog mogelijk is: dat ze elke keer dat ik de zaak betreed, met die vastberaden tred van me, onder een tafel duikt. En dat ze pas weer tevoorschijn komt als ik vertrek. Maar die gedachte, zeg nu zelf, is te verontrustend voor woorden.)

Hoe dan ook. Even concentreren nu. De voorlaatste keer dat ik dichtende vriend T. zag, woonden we de feestelijke presentatie bij van een reeks bloemlezingen van Arabische liefdespoëzie en erotica. Die avond zei ik hem: 'Jij beantwoordt mijn e-mails nooit, makker.' Hij keek me verwonderd aan, maar ik ging gerust nog even door: 'In die mails vraag ik je altijd of je je bundel voor me wilt signeren, maar antwoorden, ho maar.' Hij zei me dat er snel verbetering in de zo erbarmelijke situatie zou komen. (Dat waren natuurlijk niet zijn exacte woorden, sterker nog: ze lijken er niet eens op, maar gun me wat stilistische kronkels waar het de weergave van andermans volzinnen betreft - kom, zeg.) Ik zei hem dat ik zijn bundel bij me droeg en hij beweerde dat hij later die avond iets moois voor me zou noteren. Hij zou die bundel met liefde voor me signeren, daar kwam het zo ongeveer op neer.

Uren later zat ik in de trein huiswaarts en ontving ik een sms-bericht van hem: dat hij verdorie tóch nog vergeten was die bundel voor me te signeren, maar dat het heus snel goed zou komen. (Wederom: niet zijn exacte woorden, maar wie maakt me wat.)

Gisteren in het lunchetablissement werd er evenmin iets gesigneerd. Dit keer droeg ik de bundel niet bij me (op sommige spelingen van het lot kun je je simpelweg niet voorbereiden) en ik durfde er niet weer over te beginnen. Wel werden er grappen gemaakt, en kwinkslagen, en ook toneelschrijvende vriend M. was er, die me vertelde op zoek te zijn naar Duitse meisjes voor artistieke doeleinden. Zulke meisjes ken ik niet, maar ik beloofde hem dat ik eens zou rondvragen. Wie over vrienden beschikt die in Barcelona wonen, vrienden die toezeggingen doen in avondlijke sms-berichten en zelfs vrienden die toneelstukken schrijven, zou ook wel eens - zonder zich daarvan bewust te zijn - kunnen beschikken over vrienden die omgang hebben met Duitse meisjes.

Die vrienden (en vriendinnen) kunnen zich nu melden bij de comments. Kijk maar eens goed rond, jongens en meisjes. Laat ze niet ontkomen. Het jachtseizoen is geopend.

V.

maandag 3 april 2006

HET IS NOOIT GENOEG

Ik wil mijn nieuwe hippe zomerjas kunnen dragen zonder te lijden onder de ondraaglijke koude. Ik wil nu eindelijk Match Point eens zien. Ik wil dat mijn iPod nooit meer zomaar uitvalt, zoals hij gisteren deed, want zonder iPod kan ik me niet langer voortbewegen in de barre woestenij die ik de buitenwereld noem. Ik wil niet langer geconfronteerd worden met mensen die mij lid willen maken van hun club, goede doel, partij of stichting (niet in supermarkten, niet in winkelstraten, niet aan de telefoon, niet in de brievenbus, liefst op geen enkele plek meer waar ik geen honkbalknuppel binnen handbereik heb). Ik wil me verheugen op de bibliotheek die straks de mijne zal zijn in het paleis dat nog altijd gebouwd wordt. Ik wil In koelen bloede uitlezen. Ik wil dat de krater die zich sinds vorige week op mijn neus vormt morgen zomaar verdwenen is. Ik wil lunchen met vrienden en ze vragen waar de tijd gebleven is. Ik wil naar Barcelona, alwéér, om de gebouwen te zien die ik in 1995 al zag, en om koffie te drinken met Niels. Ik wil ook heel graag Londen weer eens zien, want dat is verdorie al bijna drie jaar geleden. Ik wil in parken liggen en per ongeluk in slaap vallen. Ik wil dat actrices die ik als 14-jarige heel leuk vond gewoon altijd in leven blijven. Ik wil dat onze krankzinnige katten stoppen hun drinkbakje steeds exact naar het midden van de gang te verplaatsen. Ik wil The Tall Guy op dvd vinden. Ik wil dat dat bespottelijke woord 'pimpen' in al zijn varianten verdwijnt (behalve misschien in dat tv-programma waar het gewoon vandaan komt, want dat zie ik toch al nooit). Ik wil weten waarom het supermarktmeisje altijd nukkig naar Elsie kijkt en vrolijk naar mij (hoewel, ze bekijkt het maar, met die nukkigheid altijd). Ik wil dat als de trein vertraging heeft er weer gewoon wordt omgeroepen dat de trein vertraging heeft (en niet dat de trein 'over enkele minuten binnenkomt'). Ik wil weten wanneer ik moet stoppen.

V.