Dachten jullie nu werkelijk dat ik gewoon naar Barcelona zou vertrekken zonder jullie iets te schrijven? Kom kom. Tut tut. Er is een boel te vertellen, en veel om ons druk over te maken. Ik kan hier bijvoorbeeld het Delftse bioscoopwezen ter sprake brengen, maar dat is misschien wat al te particulier. Ik kan me heus indenken dat jullie bij het lezen van zo'n betoog over het Delftse bioscoopwezen geeuwend de schouders ophalen en dat jullie denken: wat kan mij dat hele bioscoopwezen schelen, man. Doe even normaal, en plaats gewoon weer zo'n opsomming met van die olijke gedachteflarden, met van die Romeinse cijfertjes erboven, om ons erop attent te maken dat we steeds met een spiksplinternieuw stukkie van doen hebben (ook al wordt er enige samenhang geïmpliceerd door het allemaal in 1 overkoepelend stukkie te vatten, maar nu ja, je begrijpt me wel).
Goed dan. Jullie kunnen het krijgen zoals je het hebben wilt.
I
In paragraaf I zou ik graag het Delftse bioscoopwezen bij de horens vatten. Delft telt momenteel twee bioscopen, met tot de verbeelding sprekende namen als A. en D. (Ik kort de boel hier af, want dat spreekt allicht nog meer tot de verbeelding.) Ook bevindt zich in Delft het filmhuis L. Ik heb het filmhuis L. lief met heel mijn hart, wat overigens niet zomaar inhoudt dat ik toe zou willen treden tot hun team van vrijwilligers - waarmee eens te meer wordt bewezen dat 'liefhebben met heel je hart' een onbevattelijk mooi fenomeen is, maar dat het soms gewoon niet voldoet. Maar nu even ter zake: bioscoop A. is een aangenaam, charmant bioscoopje dat geen vlieg kwaad doet, terwijl ik bioscoop D. gerust het zwarte schaap onder de Delftse bioscopen zou willen noemen. Wie houdt me immers tegen? In bioscoop D. kun je plaatsnemen op ranzige stoelen in smoezelige zalen tussen sms'ende, onzindelijke pubers, maar vooruit, het is de grootste bioscoop in onze prachtstad, en veel keus is er niet.
Welnu, daar komt verandering in. In mei opent de nieuwe bioscoop Must See zijn deuren. (Ik stop hier even met die afkortingen, want verbeelding kan leuk zijn, maar bij dergelijke kolder tellen slechts de naakte feiten.) Ik las een artikel in de Delftse Post waarin Must See wordt omschreven als iets 'wat zonder meer de mooiste bioscoop van de wijde omgeving gaat worden'. Must See telt namelijk maar liefst 7 zalen, 1350 zitplaatsen, en vooral: een schier eindeloze berg flauwekul. Ik noteer maar vast: 'een immense lampenkap', 'een verhoogd podium' waarachter 'gezellig gelounged kan worden' en stoelen van 'tachtig procent geitenhaar'. Verslaggever Willem van Altena jubelt: 'We ploffen neer in de zetels (het woord stoel is ineens zo ontoereikend!) en constateren dat we zelfs thuis niet zo lekker zitten. (...) En dan die beenruimte! Ik ben dan wel niet bepaald statuesk, maar ik kan met mijn voeten nauwelijks de stoel voor me beroeren. De ellende van knieën in je rug zal niemand bij Must See ooit hoeven meemaken.' Ik sta even stil bij de uitroeptekens, en bij de niet bepaald statueske omvang van verslaggever Willem van A., die met zijn stompige beentjes telkens probeert de stoel vóór hem te beroeren, en ten slotte bij zijn blijkbaar talrijke aanvaringen met knieën in de rug, waarop ik besluit: tja, als je zelf heel de tijd met je voeten de stoel voor je tracht te betasten, moet je niet zielig doen over een welgemikte knie tussen je wervels.
Maar ik lees verder. Het artikel bevat immers ook een korte doch stompzinnige uitweiding over het nieuwe concept dat Must See zal uitdragen: het concept 'beleving'. Vermoedelijk is er onderzoek verricht onder bioscoopbezoekers in spe en blijkt daaruit dat 'beleving' is wat men wil. Allemachtig. Die beleving zit hem niet alleen in de 7 zalen, de 1350 stoelen, en de verlossing van een dolle (zij het niet bepaald statueske) journalist die heel de tijd met zijn voeten in je rug zit te porren, nee, ook komen er, achter in de grote zaal, 'love-seats'. Die zijn er 'voor stelletjes die zich niet per se op de film willen concentreren...', zo wauwelt R.F., de gids die Willem van A. bij de hand neemt in het nog in aanbouw zijnde filmpaleis. Let even op de zo subtiele drie puntjes.
De volgende alinea citeer ik met liefde integraal. Overtypen is weliswaar geen geliefde bezigheid van me, maar waar het mijn zorgen omtrent het Delftse bioscoopwezen betreft, kan ik niet zorgvuldig genoeg zijn. Daar gaat-ie: '"Beleving" is een term die centraal staat bij het nieuwe bioscoopconcept dat Must See gaat inluiden. Zowel waar het gaat om de film zelf, als bij alles wat er om een avondje uit heen draait. Maar waar de beleving van Must See haar hoogtepunt beleeft zijn niet de zeven zalen en zelfs niet de elegante lounges. Het zijn de toiletten! "Die hebben we helemaal opgepimpt!" lacht R., "met veel goudverf op de muren en met glittergouden vloeren! Echt Hollywood, toch?'
Ja man, echt Hollywood. Far out. Maar om het even samen te vatten: de beleving, die zo gekoesterde beleving, die ellendige beleving die centraal staat bij dat verrekte nieuwe concept dat Must See inluidt, die - o hemel - zo alom gewilde beleving, die vindt dus plaats op de toiletten? Niet eens op die vermaledijde 'love-seats', maar uitgerekend op de toiletten? Wel heb ik ooit. Je vraagt je af waarom ze überhaupt nog een film willen draaien daar. En letten jullie even op de hysterische uitroeptekens in voorgaand fragment? En op dat woord 'oppimpen'? Volgens mij heb ik dat fopwoord hier onlangs nog in de ban gedaan, maar indien ik het mis heb: ik wil het niet meer zien, ik wil het niet meer lezen en ik wil niet dat wie dan ook het ooit nog hanteert. Ook niet in verband met toiletten waar de beleving haar hoogtepunt beleeft. (Een beleving die iets beleeft, dat ook nog eens. Ik kan veel hebben, maar de grens is zo ongeveer bereikt.)
De manager van Must See (een naam overigens die rechtstreeks op de harten van onzindelijke pubers en andere onbevoegden mikt - dezelfde pubers en onbevoegden die nu nog over elkaar heen klauteren in bioscoop D., waar men het vermoedelijk goed benauwd krijgt van persberichten als deze) wil bepaalde films in meerdere zalen laten draaien. Deze zalen zullen namen krijgen als Must See Red, Must See Grey, etc. Dit alles ter onderscheiding. Als een film in de ene zaal draait, is hij bestemd voor de zogeheten 'lovers', wat inhoudt dat er geen pauze zal zijn. Draait hij in een andere zaal, dan zal er wél pauze zijn, en sterker nog: dan mag men er gewoon doorheen praten. De manager zegt: 'De "lovers" krijgen de film te zien zonder pauze, maar voor andere groepen lassen we wel een pauze in. Die vinden het ook geen punt om een beetje met elkaar te babbelen tijdens de film, dat moet ook gewoon kunnen.' Bij het lezen van deze zinnen fronste ik toch wel even de wenkbrauwen; zo zout had ik het nog nooit gegeten.
Het zou me al met al niet verbazen als het op die toiletten leuker wordt dan in de zaal zelf: voor de 'lovers' wordt het er zelfs niet minder dan een feest, want zij moeten elke film zonder pauze uitkijken - hadden ze maar niet zo zwijgzaam moeten zijn. Tegen de tijd dat de aftiteling over het scherm rolt en je eindelijk naar zo'n glittergouden toilet mag, is het woord 'beleving' volstrekt op zijn plaats.
II
Ik vertrek morgen naar Barcelona.
V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten