dinsdag 23 juni 2009

EEN GLIMLACH, DAT WORDT PURE PARODIE

In het kader van onbegrijpelijke fenomenen: ik had de hele dag dit lied in mijn hoofd. Toen Rita Hovink overleed was ik krap twee jaar oud. En toch de hele tekst kennen, hè. Belachelijk.

N.

donderdag 18 juni 2009

EVOLUTIE

Goed bewaard geheim: tegenwoordig schrijf ik meer in het Engels dan in het Nederlands. Voor deze prachtpublicatie.

Ik voel me dan een weinig als de in het Engels bloggende Arnon Grunberg (ook een Nederlandstalig auteur schrijvend in een taal die niet de zijne is, immers), maar dan met een veel betere redactie achter me en mensen die verstand van zaken hebben.

Ik schrijf voornamelijk over het nachtleven, seks, drugs en rock 'n roll, daar bij dat Time Out.

Soms schrijf ik ook een stuk dat een feature genoemd wordt. Dat is een artikel dat hoort bij het algemene thema van het nummer.

En zo nu en dan doe ik iets dat ik nooit eerder gedaan heb. In het nummer dat nu in de winkel ligt, debuteer ik als culinair recensent.

Vorige week zag ik de door mij zeer gerespecteerde Johannes van Dam op het Spui. Hij liep, vrij moeizaam, met een stok.

Niet dat dat wat uitmaakt, natuurlijk.

N.

woensdag 3 juni 2009

MASSEUR

Op het boekenfeestje kwam zomaar een jongeman naast me staan die zich aan me voorstelde als de masseur. Ik ken verder geen masseurs, dus ik dacht meteen: ah, zo zien ze er dus uit. Ik kom graag in aanraking met alle lagen van de bevolking, en als het even kan doe ik dat het liefst op boekenfeestjes terwijl ik een glas wijn vasthoud.

De masseur vroeg me wie ik dan wel was, en ik zei dat ik vroeger de redacteur was van de schrijfster die hier nu haar nieuwe prachtboek presenteerde. Nu niet meer? Nee, nu niet meer. De masseur keek me aan alsof ook hij dacht: ik heb nog nooit eerder een redacteur gezien, maar nu, op dit feestje, zijn er ineens een heleboel, en ze lijken allemaal op elkaar, en ze dragen allemaal een bril, en ze houden allemaal een glas wijn vast. Ik weet natuurlijk niet zeker of hij dat dacht; ik doe maar een gooi.

Toen vroeg de masseur me: 'Dan lees je zeker heel snel?' Die veronderstelling wierp ik verre van me. Bovendien: hoe snel is snel? En waarom zou je snel willen lezen? Ik zei dat ik heel grondig las, dat wel. Snel lezen brengt je nergens.

De masseur liet zich niet uit het veld slaan. Ik dacht intussen: een massage, dat lijkt me wel wat, en dat iemand hier even een tafel uitklapt waarop ik plaatsneem, en dat ik me eindelijk eens ontspan. Maar het gesprek ging gewoon nog even verder. De masseur vroeg: 'Jullie redacteuren hebben zeker allemaal Nederlands gestudeerd?' Welnee, zei ik, vrijwel niemand van ons heeft dat gedaan. Al moest ik er tot mijn spijt aan toevoegen dat ikzelf wél Nederlands heb gestudeerd. (Ik vind het altijd een beetje jammer als iemand ontdekt dat ik veel lees, goed kan spellen en op een uitgeverij werk, en dat diegene vervolgens concludeert: 'Dan heb je zeker Nederlands gestudeerd?' En dat dat in mijn geval dus nog klopt ook.)

Niels kwam ernaast staan, met nieuwe wijn, hij kwam als geroepen, en ik wilde hem net aanspreken over Het Leven Zelve toen de masseur me de genadeslag toebracht. Hij vroeg me: 'Als je redacteur bent, dan heb je natuurlijk zelf ook wel een paar boeken geschreven?' Nee, zei ik. Alweer nee. Al die vragen die ik ontkennend moest beantwoorden, waar ging dat heen?

Op mijn volgende boekenfeestje zal ik mensen die me aanspreken zeggen dat ik een masseur ben. Dan vraagt niemand je wat. Dan kom je overal mee weg.

V.