zondag 30 september 2007

LEES BETAMAX!

Toen ik op Niels' boekpresentatie Walter Vandenb binnen zag komen, was het eerste wat ik tegen hem zei: 'Luister, je gaat hier vanavond niet weg vóórdat je je nieuwe boek voor me hebt gesigneerd.' Want ook Walter had een nieuw boek geschreven, dat een week eerder werd gepresenteerd en dat op de dag van Niels' presentatie heel mooi werd besproken in Het Parool, maar op die presentatie van Walter was ik dus niet aanwezig geweest (ik was die dag heel druk bezig Thijs op te voeden), en dat nieuwe boek wist ik pas later te bemachtigen, maar nu, in het café bij het zwembad waar Niels' boek ten doop werd gehouden, dacht ik: ik zal die Walter eens te grazen nemen en hem dwingen tot een mooie opdracht. Welnu: Walter was het met me eens. Hij was in een goede bui - al kan ik me niet herinneren hem ooit in een slechte bui te hebben gezien.

Intussen was het natuurlijk Niels' avond. Dat kon je zien aan zijn stropdas, zijn nieuwe overhemd, de grote stapels exemplaren van Betamax, het vrijwel voltallig aanwezige personeel van zijn uitgeverij en de indrukwekkende pen die Niels die dag cadeau had gekregen en die hij gebruikte om handtekeningen en opdrachten te schrijven waar je maar wilde, bij voorkeur in zijn nieuwe prachtroman natuurlijk, maar alles was mogelijk.

Terwijl M10 een en ander in goede banen leidde (hij was al een in-goede-banen-leider toen we nog literaire avonden organiseerden met ons tijdschrift Nymph, en hij is het nog steeds), lazen Niels' vrienden om en om een fragment voor uit Betamax. Janneke en ik hadden ons fragment wellicht iets beter kunnen voorbereiden, want ik vergat ergens dat het mijn beurt was om iets te zeggen en Janneke las per ongeluk mijn tekst voor, maar het was een heuglijke gebeurtenis en niemand gaf ons het boze oog. Dat we de voordracht in zwemkledij hielden, leek de menigte te bekoren - we droegen natuurlijk allemáál zwemkledij, maar de een deed het wat opzichtiger dan de ander.

Na het officiële gedeelte nam Niels plaats aan de tafel met de stapels boeken en sprak ik met de andere aanwezigen. Daar kwamen curieuze zinnen aan te pas als: 'Dat deed je heel leuk, dat voorlezen. Je acteerde er zelfs een beetje bij', 'Ben jij Vincent Schmitz van Prometheus? Dan sta jij op mijn bellijstje!', 'Voor minder dan 10.000 exemplaren doe ik het niet', 'Dus jij bent nu de Vincent over wie ik al zoveel heb gehoord', 'Hoe had Thijs geheten als jullie een dochtertje hadden gekregen?' en 'Als we gaan zoenen, bedoel je toch op de wang, hoop ik?' Ook sprak ik met Niels' moeder, die heel de avond heel, heel trots stond te zijn - en terecht natuurlijk - en met een man wiens nieuwe boek ik diezelfde dag óók al had bemachtigd, maar dat had ik dan weer niet bij me, dus van signeren kwam weinig terecht.

Toen ik na veel rosé en rode wijn het Marnixbad wilde verlaten en Niels met zijn pen iets gedenkwaardigs in mijn exemplaar van Betamax had geschreven, keek ik nog één keer naar de zwemmende mensen onder ons. Ik dacht maar twee dingen op dat moment: 1) ooit zwom ik hier met mijn vader, en 2) waar is Walter Vandenb verdorie gebleven?

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten