zondag 27 augustus 2006

HET ECHTE WERK

'Deze schrijver heeft wat te vertellen,' schreef iemand toen Walter Kraut vorig jaar debuteerde met zijn roman Blauwe ogen. Gisteren vierden we met z'n allen dat zijn tweede roman, Het echte werk, is verschenen. Ik raad jullie dit boek allemaal van harte aan, want ik ben nu eenmaal van mening dat wie graag een spannende, verontrustende en poëtisch verwoorde vertelling tot zich neemt, dan net zo goed de nieuwe roman van Walter Kraut kan aanschaffen. Walter signeerde zijn nieuweling gisteren op de Amsterdamse Uitmarkt, waar hij met zijn ontwapenende charme argeloze voorbijgangers overviel door ze elke keer dat ze de stand van de Grote Uitgeverij passeerden, te wijzen op zijn eigen prachtboek. Menigeen bleek niet bestand tegen zo veel 'ik heb een winkel'-enthousiasme en nam Het echte werk zomaar mee naar huis, voorzien van een handgeschreven boodschap van de schrijver zelve.

En dan was er het feestje achteraf. Daar ontmoette ik talloze vrienden, vriendinnen en kennissen met wie ik ooit Nederlands studeerde, een tijdschrift in elkaar zette, of beide. Velen van hen vertelde ik heuglijk nieuws, zó heuglijk zelfs dat ik het jullie nog niet eens heb verteld. (Mijn moeder vroeg me vandaag: 'Moet je niet eens op de site vertellen dat...?' En ik snauwde haar af met een 'Nee, dat gaat ze niets aan'. Ik kan soms heel kortaf zijn tegen mensen. Ik lijk hier dan wel heel vriendelijk en voorkomend, in het echt kan dat enorm tegenvallen.)

Elsie en ik, we amuseerden ons, ook toen oud-studiegenoot D. me kwam vertellen dat hij onlangs nog aan me moest denken, toen hij in Zweden een Zweedse vertaling van The Catcher in the Rye zag liggen. Ik zei hem: 'Wat lief van je', maar hij zei me dat hij dacht dat ik vast geen Zweedse vertalingen verzamelde. Ik zei hem dat hij het mis had.

Toen ik het meisje J. trof, zei ik haar dat ik ten tijde van mijn verhuizing stapels ooit aan mij verstuurde kaartjes weggooide, maar dat ik de hare allemaal had bewaard omdat ik ze zo leuk vond. We stonden beiden even stil bij de tijd dat we elkaar nog kaartjes schreven, en bij de tijd dat men elkaar überhaupt nog kaartjes schreef. De jongen naast haar vertelde ons herhaaldelijk dat het in letterenland heus niet altijd om de schrijver K. draaide, en ik was het daarmee eens.

Een ander meisje J. was heel blij met de vooruitboekjes van haar derde roman, die half oktober zal verschijnen. Het is dan ook een vooruitboekje om lief te hebben, een vooruitboekje om te koesteren, en een vooruitboekje dat, zoals dat gaat, nieuwsgierig maakt naar meer.

Ik sprak H., die geen idee bleek te hebben dat ik voor de Grote Uitgeverij werk, terwijl ik dat al doe sinds ik me kan herinneren, en die me vertelde dat ze onlangs de allerleukste verjaardag ooit had gevierd. Toen ik haar vroeg of ze haar verjaardag voortaan oversloeg, aangezien het nooit meer zo leuk kon worden, zei ze me: 'Nee. Ik vier het elk jaar weer. En het wordt elk jaar leuker.' Ze deed daar een vastberaden blik bij.

Met de jonge schrijver R. sprak ik onder meer over de schuttingen die binnenkort onze tuin zullen scheiden van die van onze buren. En over hoe we samen met onze buren op schuttingenjacht waren gegaan. R. gokte: 'Daar zullen we vast meer over lezen op de site.' En ik dacht: wellicht 1 alinea, maar meer ook niet.

Maar dat alles ter zijde. Het is nu aan jou, aan jullie, om te vieren dat Het echte werk is verschenen. Het is 'een roman over liefde, obsessie en kunst, gruwelijk én sprookjesachtig, spannend als een thriller en geschreven in een gedreven, poëtische stijl'. Dat staat allemaal in de flaptekst, en dan is het verdorie ook zo.

V.

woensdag 23 augustus 2006

PFT

Tijd voor nieuwe stukkies, wat jullie.

V.

dinsdag 8 augustus 2006

GENOG SOCSEC EN LIEVDE

Gistermiddag zag ik dat ik door een mij onbekend nummer was gebeld. Ik had terug kunnen bellen, om te horen wie het was en wat hij of zij van me wilde, maar ik had wel iets beters te doen. En bovendien: ik houd wel van een lekker mysterie.

Gisteravond om 21.18 uur kreeg ik een sms'je van hetzelfde nummer. De boodschap was van een nooit eerder geziene schoonheid. De alle verbeelding tartende onmacht die uit het bericht sprak deed me alleen maar verlangen naar meer. Degene die me had gebeld, en die me nu sms'te, verwarde me blijkbaar met het meisje Celine. In het bericht spelde hij haar naam weliswaar anders, maar als ik iets ben, is het wel discreet - dat weten jullie heus wel. Daarom citeer ik hier het volledige bericht, maar pas ik haar naam aan. Ik kan het jullie simpelweg niet onthouden. Als de tranen je in de ogen springen, weet dan dat ik je voor ben gegaan:

'(He Celine) Ik hope goed gewest is jeu werk? En jeu erste werk daag nem mee in jeu liev genog socsec en lievde. En slaap lekker H.'

Allemachtig. Die aanhef tussen haakjes. Die oprechte interesse. Die gelukswensen, met al dat socsec en lievde erin. Wat een lieverd, die H. (Ik kort zijn naam hier af, want ik ben de discretie zelve, en je weet het.)

Vanmiddag werd ik opnieuw gebeld door het nummer. Het was een wat kreupel gesprek, en dat lag meer aan H. dan aan mij, maar ik kon zijn teleurstelling gewoon voelen toen ik hem vertelde dat ik Celine niet was. En dat dit ook haar nummer niet was. H. stamelde een 'O, sorry...' en ik had zo, zó graag gewild dat alles anders was geweest.

Ik weet zeker dat H. Celine heel gelukkig had kunnen maken. Als dat loeder hem afgelopen weekend niet een vals nummer had gegeven.

V.

maandag 7 augustus 2006

AAN AL MIJN LEZERS

Dat 'al mijn lezers' uit de kop hierboven, dat is natuurlijk maar een provocatie, want jullie komen hier steeds minder langs. Jullie hebben wel iets beters te doen. Jullie vinden ons zó 2005. Ik schuw de kijkcijfers tegenwoordig, en ik probeer langzaam te wennen aan een obscuur webloggend bestaan, maar man, dat valt nog niet mee. Als ik zo graag underground en cult had willen zijn, nam ik namelijk gewoon géén weblog, verdorie. Voor wie klare taal wil: ik doe alles voor de hits. Ik wil dat jullie klikken en klikken en nog meer klikken, en dat jullie commenten alsof je geen schaamte meer kent, en... en ik wil dat jullie van Niels en mij houden. In ruil schrijven wij stukkies die je nergens anders leest, in dat hippe, pedante wij-weten-alles-beter-taaltje van ons. Ik noem dat een aanbod dat je niet kunt weigeren.

Intussen swing ik alsof de kijkcijfers nog immer groeien. Zie mij een dansje maken als ik over straat loop met dat stokoude zomerliedje 'Ooh La La' van The Faces op mijn iPod. (Je hoort dat liedje ook helemaal op het einde van de film Rushmore, een film waarvan alleen ik weet dat hij deugt, lijkt het soms. Ik vind dat ontroerend, als dat liedje op het eind te horen is, en wie het daar niet mee eens is, die gaat maar in de hoek staan.) Hoor mij de mensen te woord staan met mijn eeuwige spot. En zie hoe ik een beetje lui op de bank naar dvd's lig te kijken die ik ooit cadeau kreeg, zoals de mooie, mooie film die ik eens van mijn vriendinnen Janneke en Donata kreeg: Los amantes del Círculo Polar. Toen ik het einde daarvan zag, moest ik even slikken, en ik dacht: zo wreed kan het toch allemaal niet zijn? Er was geen stokoud zomerliedje te horen, The Faces waren heel ver weg, en ik maakte géén dansje.

En o ja, Zomergasten is weer eens op tv, maar ik heb ooit besloten dat ik daar niet naar kijk. Ach wat, ik heb het niet besloten, ik heb het slechts vastgesteld. Niels, die er wel altijd naar keek en er hier vileine stukkies over kwam schrijven, bevindt zich in verre oorden waar Zomergasten nog niet is doorgedrongen. Die schrijft er dus even niets over. Jullie zullen zelf moeten kijken.

'When you want her lips, you get her cheek, makes you wonder where you are, if you want some more then she's fast asleep, leaves you twinkling with the stars,' zingt het in mijn hoofd, en dan weet je het wel: ik stop even met schrijven en ga de rest van de avond pirouettes draaien in mijn met enorme boekenkasten en laminaat-zover-het-oog-reikt gevulde studeerkamer. En dromen van de gitaar die ik eens had, dat ook. Dat zal jullie leren.

V.

zondag 6 augustus 2006

ZINNEN ZIJN OVERBODIG

Hieronder heeft Vincent het over de prachtfilm High Fidelity (waarvan ik me nu afvraag of ik het liedje waarover hij het heeft wel heb opgemerkt, tussen het lachen door - die film, die Vincent en ik ooit samen zagen in De Uitkijk, dat belachelijke kleine filmhuisje, Vincent en ik, we zaten in die stoelen en er was een scène (de scène die iedereen zich zal herinneren) en ik moest zo hard lachen dat ik dacht dat ik dóódging, maar goddank deed Vincent dat ook en daarna, toen we allang uit dat kleine filmhuisje waren vertrokken, hadden we nog steeds een grijns op onze koppen, en werden we aangesproken door duizenden meisjes die graag met ons naar huis wilden, maar Vincent en ik, wij waren kalm en koel en wij gingen onze eigen weg, naar onze eigen huizen en we dronken daar ongetwijfeld nog een stevige bak rode wijn) die ik gisteren op DVD kocht. Ook kocht ik Pi en Happiness, en S. en ik moesten ons ontzettend inhouden om niet seizoen 1 tot en met 5 te kopen van The Sopranos, die werkelijk voor een spreekwoordelijke appel en een ei in de schappen lag, maar dan toch wel een appel en een ei die behoorlijk veel prijzen hadden gewonnen, ik bedoel, als het echt ging om een appel en een ei, dan waren het twee biologische hoogstandjes, maar hoe dan ook, het was goedkoop, die vijf boxen propvol mafiadrama, maar we waren standvastig, S. en ik, we waren zelfs zo standvastig dat we ons verwijderen uit de winkel die de waar aanbood (El Corte Inglés) en terwijl ik in mijn hoofd naging hoeveel al die uren en uren aan ultiem goede televisie ons per minuut zou gaan kosten, waren er al weer heel andere dingen aan de orde - maar de zon straalde meedogenloos neer op de Barcelonese straten, de straten die vol met toeristen waren, vol zwervers, vol straatmuzikanten, vol bedelaars, vol tuig van de richel, vol duiven, vol mussen, vol ijspapier, vol kapotte kranten, vol op hol geslagen gedachten en emoties, vol van zomer.

NIELS!

OVER ARTHUR, MAAR OOK OVER WILLEM! FEMKE! SANNE! - EN JEZUS NATUURLIJK

I

Soms vraagt men mij: 'Vince, wat vind jij nu een mooi liedje?' (En nog somser vraagt men mij: 'Vincent, wat vind jij nu een mooi liedje?' Dan schrik ik altijd even.) Ik zeg dan meestal: '"Always See Your Face" van Love. Dát vind ik een mooi liedje.'

Tot een jaar of vijf geleden had ik nooit van Love gehoord, en ik vond het maar een malle naam voor een band, maar dat liedje... Ik hoorde het eens in High Fidelity voorbijkomen en ben er sindsdien verliefd op. Later kocht ik hun legendarische cd Forever Changes. Overigens: van die cd weet ik alleen dat-ie legendarisch is omdat ik zo vaak heb gelezen dat-ie legendarisch is. Ik lieg niet als ik hier schrijf dat vrijwel niemand in mijn omgeving ooit van Love heeft gehoord, dus slechts als 'legendarisch' iets betekent als 'obscuur en toch wel tof', kun je die cd zo noemen, vind ik.

(Tjonge, zo schrijf ik 2 weken niets, en zo schrijf ik weer een hele lap woorden achter elkaar. En weer verder:)

De zanger van dat bandje Love, Arthur Lee, die is een paar dagen geleden overleden. Hij was pas 61 jaar. Zullen we even allemaal naar dat liedje 'Always See Your Face' luisteren? Ik vind dat een mooi liedje, moeten jullie weten.

II

De Bond tegen het Vloeken is een nieuwe campagne gestart om het vloeken de kop in te drukken. Hoewel ik het eens ben met die handelwijze (als je immers eenmaal een Bond tegen het Vloeken bent, ligt het voor de hand dat je je tegen het vloeken keert en dat je dat uitdraagt), erger ik me aan die belachelijke nieuwe campagne. De Bond probeert ons - de vloekende mens - door middel van die campagne 'aan het nadenken te zetten over het gebruik van de naam Jezus als stopwoord', zo staat er op hun site. De Bond heeft nu door heel het land posters verspreid waarop in zo'n koddig stripballonnetje heel groot een naam met een uitroepteken staat, als betrof het een musical. Op sommige posters staat bijvoorbeeld 'WILLEM!' Op andere staat 'FEMKE!' Op weer andere staat 'SANNE!' Nu ja, jullie weten waarover ik het heb. Vervolgens staat er onder die ballon de kolderieke tekst: 'Vreemd. Van de 20.000 roepnamen horen we er maar één als stopwoord: Jezus. Voor veel mensen is deze naam heilig. Gebruik deze daarom met respect.'

Ik, die overigens nóóit vloek (ik leerde het af op mijn zesde), stel daartegenover: vreemd. De Bond tegen het Vloeken denkt dus dat Jezus een roepnaam is. Dat je in dit land weliswaar Willem en Femke kunt heten, maar net zo goed Jezus. Maar ik ken niemand die Jezus heet, behalve de man naar wie ze in hun campagne verwijzen. Ik hoor ook nooit eens iemand zeggen: 'Ik ga vandaag naar het strand, met mijn vrienden Willem, Femke en Jezus.' Om het kort te houden: volgens mij zijn er in Nederland geen mensen die Jezus heten. Dus dan is Jezus toch helemaal geen roepnaam? Dan kun je toch niet doen alsof Jezus op één niveau met Sanne staat?

Wat een stomme campagne, zeg. Sobere posters met de mededeling 'We zouden het op prijs stellen als je niet meer vloekt' zou ik veel fijner vinden dan deze van alle logica losgerukte groene fopposters.

VINCENT!