woensdag 4 oktober 2006

WAT IK DACHT

...en iemand kwam bij me langs met een flashdisk. Op die flashdisk stonden de eerste 63.000 woorden van een manuscript waarvan ik verwachtte dat het wel eens De Hit van 2007 kon gaan worden. Toen ik er later de eerste circa 20.000 woorden van las, dacht ik: ja hoor, De Hit van 2007. En ik verheugde me op al die andere woorden.

...en ik zag niets van De Gouden Kooi, maar wel zag ik nu en dan kooibewoners ondervraagd worden in andere tv-programma's en ook staarden ze me aan vanaf grote posters bij de tramhalte. Wat een eng volk, dacht ik. Goed dat ze opgesloten zijn.

...en toen ik gisteren van het Delftse station naar ons nieuwe prachthuis fietste, dacht ik even dat ik Bart de Graaff zag lopen. Ik dacht: die maakt even een ommetje. Totdat ik bedacht dat dat natuurlijk helemaal niet kon.

...en gisteravond zag ik hoe Harry Mulisch werd ondervraagd door Matthijs van Nieuwkerk over zijn vooralsnog denkbeeldige nieuwe roman. Matthijs van Nieuwkerk vond namelijk dat het wel eens tijd werd, die nieuwe roman. Ik dacht: Harry Mulisch is bijna tachtig, waarom moet die per se nú nog een nieuwe roman schrijven? Kan die man niet met rust gelaten worden? Harry Mulisch leek het met me eens te zijn, maar Matthijs van Nieuwkerk liet zich niet uit het veld slaan. Die had immers een filmpje klaarstaan met indrukwekkende gebeurtenissen die zich voltrokken na Mulisch' vórige roman. Plots zag ik de aanslag op de Twin Towers voorbijkomen, en daar meteen achteraan Fortuyn, Hirsi Ali en Van Gogh. Even vreesde ik dat Mulisch zomaar de schuld kreeg van dat alles. Alsof zijn vorige roman al die tragiek in gang had gezet. Maar welnee. Dat filmpje, die potsierlijke aaneenrijging van beelden, dat was gewoon maar een introotje. Een bruggetje. Want Matthijs van Nieuwkerk vroeg Harry Mulisch: 'Maar dáár kunt u toch zeker wel even een roman over schrijven?' Of iets dergelijks. Ik vond het een beetje gênant worden en zapte weg.

...en elke ochtend kijken de mensen die de Metro en de Sp!ts in mijn handen proberen te proppen beteuterd als ik 'Nee, dank u' zeg. Terwijl ze er eigenlijk nog goed van afkomen, aangezien ik heimelijk denk: wat moet ik met die infantiele fopkrantjes van jullie? Gelukkig ben ik altijd heel beleefd en voorkomend, dat merken jullie wel.

...en ik schoor mijn bakkebaarden af en oogde meteen vijf jaar jonger. Ook vroeg men me of ik soms naar de kapper was geweest.

...en Elsie en ik keken naar Gilmore Girls, zoals we elke dinsdagavond doen, en Elsie zei me: 'De kleuren zijn nog steeds heel mooi, maar verder vind ik het een beetje saai geworden.'

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten