Op het station zag ik een grote poster hangen van zeven mannen in pak en ze droegen nog strikjes ook. Witte strikjes. Dan weet je het wel. Die zeven mannen waren onder anderen Ruud Gullit, Henny Huisman, Martijn Krabbé en Ron Brandsteder. En ik dacht: allemachtig, die mannen waren twintig jaar geleden al op tv, toen mijn goeie ouwe vader nog onder ons was, toen RTL4 nog niet eens bestond, en toen ik nog veel hoger praatte dan ik nu doe. Die mannen waren er toen al, en die zijn er nu nog. Het is bijna 2009 en nog altijd moeten we een manier vinden om met die mannen te leren leven. Het was nog vroeg toen ik naar de poster keek, en vooral naar Henny Huisman, die zijn Henny Huisman-blik er maar weer eens tegenaan gooide. Die blik die wil zeggen: ik sta hier nu wel, maar eigenlijk zit mijn tijd er allang op. De poster was er ter ere van een kanjer. Een reusachtige kanjer. Die poster was er omdat de kanjer nog nooit zo groot was geweest. Zeven ongure types, zeven witte strikjes en een enorme kanjer. Ik vond het allemaal wat veel op de vroege ochtend.
Toen ik die avond thuiskwam lag er post. Van diezelfde zeven mannen. Ik vond hun brief nogal beangstigend. Ik werd er een beetje naar van. Er stond in dat er op 1 januari wel eens een vrachtwagen voor de deur zou kunnen staan, die ook al ongekend groot was. Deuren en ramen zouden trillen, zo niet gewoon weggeblazen worden. Vanwege die reusachtige vrachtwagen dus, want daar zat die kanjer in, een kanjer zoals je er nooit eerder een zag. In de brief stond dat eerst Gaston de vrachtwagen uit zou stappen, zelf ook best een kanjer om te zien, maar dan een kale, achternaamloze kanjer. En dan, het kon ook niet uitblijven, zou Henny Huisman uitstappen - waarover straks meer. En dan zou Martijn Krabbé uitstappen; het hield maar niet op. Het nieuwe jaar begon nooit eerder zo onheilspellend. Ik dacht nog: en die andere vier mannen dan, blijven die gewoon in die wagen zitten? Om op die kanjer te letten? Opdat-ie niet losbreekt en de macht grijpt? En hoe zit het met die deuren en ramen? Worden die nog vervangen of wordt het een barre januarimaand? Daar sprak de brief verder niet over.
Henny Huisman werd ook nog geciteerd in het poststuk. Hij zei dat als we hem zagen aankomen, hier voor de deur, of in de straat, nu ja, waar dan ook, dat we dan de koffie maar klaar moesten zetten. Want dat hij voorlopig niet weg zou gaan. Ik vind dat dreigende taal. Ik vind dat nergens voor nodig.
Het is al 7 december, dus ik ben maar vast wat voorbereidingen gaan treffen. Ik heb dit weekend meteen wat nieuwe sloten op de deur gezet, maar het veilige, geborgen gevoel waar ik me altijd in wentelde lijkt geheel verdwenen. Ik heb ook maar wat extra koffie in huis gehaald, want die zeven mannen komen toch wel binnen. Die lachen om nieuwe sloten. Die hebben geen boodschap aan de hoopvolle feestdag die 1 januari voorheen altijd was. Die komen gewoon binnenwalsen met hun vrachtwagen en hun witte strikjes en hun kanjer die alle andere kanjers overbodig moet maken.
V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten