Afgelopen vrijdag werd ik gebeld door een bevriend filmmaakster. Ze zei me dat ze had deelgenomen aan het BASE Festival in Terrassa, een voorstad van Barcelona, en dat ze daar een prijs had gewonnen met haar debuutfilm. Helaas moest zij de volgende dag terug naar Amsterdam vliegen om te werken. Of ik die prijs wilde gaan ophalen. Het was al laat en ik zei ja. Waarom niet?
De volgende morgen werd ik opnieuw gebeld, dit maal door F., een jongen van de organisatie, die me dezelfde vraag stelde, maar er bij vertelde dat ik me voor moest doen als een medewerker van de winnende film. Wist ik wat van film, vroeg hij me. Ik vertelde hem dat ik was afgestudeerd in de Filmstudies, dat de desbetreffende regisseuse en ik aan dezelfde universiteit onderwijs hadden genoten. Dat ik haar goed kende. Dat ik de prijswinnende film had gezien. Dat het, kortom, allemaal wel los zou lopen.
Eenmaal aangekomen in Terrassa, opgehaald met de auto door een meisje dat achter de bar werkte van het festivalcafé, troffen S. en ik F., die bloednerveus was. Hij had me uiteindelijk maar als producer van de film op de gastenlijst gezet en in die hoedanigheid werd ik aan iedereen voorgesteld. Even later, toen we alleen waren, vroeg ik aan hem wie ervan op de hoogte waren dat ik in werkelijkheid niets met de bijzonder mooie film te maken had. Hij zweeg even, sloeg zijn ogen neer, en sprak de woorden: ‘No one but you and me.’ We liepen naar een kroegje niet ver van het theater waar de prijsuitreiking zou worden gehouden. Daar stuitte we op twee Finnen, die ons een handje gaven, en ergens anders gingen zitten.
‘Oh god, those Fins,’ zei hij. ‘They think they will win.’
Ik was de enige die al wist dat ‘we’ zouden winnen. Zoveel werd al snel duidelijk. F. maakte zich ook zorgen over het feit dat ik, de producer, het hele festival afwezig was geweest, en nu, nu er prijzen te vergeven waren, ineens ter plaatste was. Ik stelde hem gerust door voor te stellen dat mochten mensen er naar vragen, ik in het buitenland had gezeten voor zaken, voor een ander project, en dat ik pas vanochtend weer in Barcelona was geland, gehoord had van de problemen die mijn regisseur had, en dat ik, reddende engel als ik was, de moeite had genomen nagenoeg linea recta vanaf de vluchthaven naar het kleine Terrassa af te reizen om de award en de bijbehorende 35mm rollen in ontvangst te nemen.
Binnen in het theater namen we plaats op gereserveerde stoelen. Na toespraken van bestuursleden, academie-directeuren, juryvoorzitters, presenteerde een meisje dat ontzettend overdressed was, de awardceremonie. Toen het mijn beurt was, keek ik even verrast S. en mijn buurman aan, stapte toen het podium op, kreeg de award en de envelop en gaf een speech zoals alleen ik dat kan.
Na afloop was er een feest, waar ik onder andere voortdurend werd gefeliciteerd, de ganse nacht gratis gin-tonics dronk, een verbazingwekkend verhaal van een Italiaanse documentairemaker aanhoorde, een dansje deed met een docente 3D-animatie aan een prestigieuze Duitse academie, versierd werd door een Chileense filmstudente, de Finnen bemoedigende klopjes op de schouders gaf, met een Poolse cameraman sprak over zijn nieuwe electronische kunstbeen, door F. de meest naturele acteur werd genoemd die hij in tijden had gezien en beschaamd toekeek hoe twee dronken, niet al te aantrekkelijke, Spaanse meisjes zich halfnakende in het opgeblazen zwembad lieten ploffen. Maar die award, die hield ik vast. Het was immers mijn eerste.
N.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten