Ik ben socioloog en dat zullen ze weten ook, moet Willem Schinkel gedacht hebben. Sterker, Willem Schinkel wilde laten zien dat hij een ander soort socioloog is, een die zich niet wenst te conformeren aan welke regels dan ook, zij het territoriaal, politiek of zelfs wetenschappelijk. Eerlijk is eerlijk, er kwamen helder geformuleerde stellingen uit zijn mond, hij was vlot, bezat zo nu en dan zelfspot en declameerde een goed doortimmerd betoog dat zijn denkbeelden zonder poeha de woonkamer inslingerde. Was het een college, en zat ik in de banken, dan zou ik mijn medestudenten aanstoten en zeggen: 'Verfrissende docent.' Maar goed, Zomergasten wordt niet rechtstreeks en integraal uitgezonden vanaf de Erasmus Universiteit. Zomergasten, ik heb het al eerder gezegd, is een format waarin de gast zijn ideale televisieavond samenstelt.
Schinkel liet materiaal zien dat hem in staat stelde zijn betoog bijna drie uur lang door te zetten. Tahir deed dat twee weken geleden ook, met het grote verschil dat er bij Schinkel geen moment een gedachte bij me opkwam dat hij niet precies wist waar hij het over had of dat hij zorgvuldig uitgedachte, voorbereide, imagobepalende uitspraken deed. Dat kon ook bijna niet, aangezien dit, als ik het mag geloven, zijn eerste televisieoptreden was. Daarnaast heb ik zelden een zo soepele voordracht gezien over zulke, feitelijk, taaie materie.
Heijne onderbrak hem zo nu en dan om academische termen uit te leggen. Op zich een begrijpelijke geste, maar laten we elkaar geen mietje noemen - mensen die drie uur lang naar een wetenschapper gaan kijken, behoeven dergelijke uitleg niet. Overigens viel wel op dat diezelfde Heijne een stuk nadrukkelijker aanwezig was, waarvoor hulde. Het was meer een gesprek in plaats van een interview, de grens tussen gast en presentator viel soms weg en dat is altijd mooi.
Wat wel jammer was, was dat Schinkel nagenoeg elke persoonlijke vraag uit de weg ging. Heijne probeerde het begrijpelijkerwijs wel, zij het soms op het irritante af, maar tevergeefs. Zelfs na fragmenten die niet met Schinkels onderzoeksveld te maken hadden (o.a. de snelste 147 van O'Sullivan in 1997 - waarom de VPRO er twee en halve minuut van afknipte is me een raadsel -, de goal van Kieft in '88, het wereldrecord marathon te Rotterdam, ook in '88) wist hij razendsnel weer een ingang in zijn discours te vinden.
Ook opvallend: Schinkel gaf aan erg gepest te zijn. Eigenlijk zijn hele jeugd. Daardoor waren er later in zijn leven zaken voorgevallen die hij betreurde. Op de vraag van Heijne waar hij dan precies spijt van had, gaf Schinkel een dooddoener van jewelste; daar wilde hij niet op in gaan. Prima, maar zég het dan niet in de eerste plaats. De opmerking maakte wel veel duidelijk. Gedurende de rest van de uitzending was goed te zien dat wanneer Schinkel in zijn eigen, vertrouwde wereld zat hem weinig kon raken. Ook maar een stap daarbuiten en zijn hele lichaamstaal veranderde en zijn anders zo vloeiende formuleringen stokten. Voer voor psychologen.
Volgende week, en tevens slot van dit seizoen, Joop van den Ende.
N.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten