Van het weekend was ik op stap in Amsterdam. Eerst moest ik nog een flat laten zien aan iemand. Ik klus zo nu en dan bij als makelaar, moeten jullie weten. Ik liet dat meisje die flat zien zoals alleen ik dat kan. Ik opende deuren, wees op de enorme koelkast, showde het balkon (‘Hier heb je de hele dag zon. En als je wat plastic of riet rondom die spijlen monteert dan kan je hier gewoon nakende liggen.’), demonsteerde de parlofoon en vervolgens stonden we al weer buiten. Het regende lichtjes, maar het was vooral benauwd en drukkend.
Vervolgens ging de tocht naar Perdu waar de prachtbundel ‘De Vloeibare Jongen’ van goede vriend Thomas Möhlmann gepresenteerd zou worden. Voor de deur troffen S. en ik al vriendin J. Routinieus ging ik naar binnen en zei tegen het meisje dat bij de gaderobe stond, dat wij op de lijst stonden. (‘Ik sta op de lijst,’ zei ik. Ik vind dat een ontzettend leuk zinnetje en ik zeg hem graag en vaak, ook als ik niet op de lijst sta.) Binnen was het reeds een drukte van belang. Druk en warm en met rood licht en midden in die warme, rode drukte stond een andere vriendin J. Perdu zelve was vol met dichters en schrijvers en muzikanten en ander literair volk. Er waren voordrachten en optredens en muziek en cadeaus. Ik denk vooral dat Thomas Heel Erg Blij en Trots was. Dat hij alle prijzen wint die er bestaan.
Daarna ging het naar het Amsterdamse dj-café TWSTD. Binnengekomen stelden we teleurgesteld vast dat er slechts een of andere vijfderangs plaatjesdraaier zijn ding stond te doen, maar dat mocht de pret niet drukken. Vriend M. kwam ook langs en daarna vriendin S. en wij dronken biertjes en gaven namen aan het bij tijd en wijle afschuwelijke volk dat rond aan het drentelen was. (‘Die vrouw daar, die is minstens 70,’ zei ik tegen M. ‘Laten we haar Willemijn noemen,’ stelde hij voor.)
S. werd nog aangesproken door één of andere papzak die vroeger in haar klas zat. Hij was daar om ‘zijn drankje’ te ‘promoten’. Interesse veinzend vroegen we om wat voor een drankje het ging. ‘T-shot,’ zo zei hij, ‘gelatine met alcohol.’ Denk je dat die aap vervolgens wat boven haalde om aan ons te laten proeven? Welnee! ‘Bestel het maar aan de bar,’ sprak dat mannetje. Vervolgens wilde hij ook nog S. haar telefoonnummer. Of e-mailadres. Hij gaf zijn foon aan haar en liep weg. Het was een mooie foon. ‘Zullen we gewoon wegrennen?’ opperde ik. S. drukte wat nietszeggende shit in en gaf de foon terug. De loser controleerde niet eens wat ze had ingevoerd, zo’n sukkel was het wel. Niet veel later kwam Big Brother-presentatrice Bridget Maasland ook nog langs, en dat was voor ons wel een reden om te vertrekken.
Morgen wellicht meer. Dan: hoe het afliep met het friet-ei, een expeditie naar de IJbrouwerij, wat er voorviel op de stoep bij Lux en Weber, hoe punkers het Leidseplein overnamen, de katten van K., het nakende vertrek en wie ik vrijdag tref in Nitsa tijdens de sets van ADA en Dominik Eulberg. Of geen van dit al.
N.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten