Ik herinner me die avond waarop ik mijn oranje shirt droeg, en waarop ik een flesje bier vasthield. 'Vasthield' inderdaad, want ik drink geen bier. Ik laat me nog liever de ogen uitkrabben door een blinde lynx, zal ik maar zeggen. Waar het om gaat is: ik droeg die avond een oranje shirt en ik hield een flesje bier vast. Ik weet het nog precies. Ook was mijn hoofd rood aangelopen, want zo'n avond was het nu eenmaal. En door die rode kleur was mijn gezicht welhaast onherkenbaar geworden, als ware ik een kameleon. Verder kan ik jullie vertellen dat ik die avond mijn spijkerbroek droeg en dat ik met mijn linkerhand een beetje angstvallig mijn rechterarm omklemde. Recht boven mij hing een lamp, maar goddank zette niemand die aan, want zo was het echt al warm genoeg.
En dan Niels! Man! Niels was mijn grappen inmiddels 'meer dan zat' (ik verwoord het hier nog lichtjes) en mijn rode kop kon hij ook niet meer aanzien. Hij had gewoon een koptelefoon op zijn hoofd gezet en staarde het grootste gedeelte van de avond een beetje etherisch voor zich uit. Soms kom je iemand tegen en die heeft dan geen idee wat het begrip 'etherisch kijken' zo ongeveer inhoudt, maar als je Niels die avond had gezien, met die koptelefoon op zijn hoofd, en dat getuur in de verte, dan was je weer helemaal op de hoogte. Dan wist je hoe de zaken ervoor stonden. Ook Niels droeg die avond een spijkerbroek. Zo kon je zien dat hij en ik bij elkaar hoorden. Dat we een weblogduo waren. En trouwens, dat zijn we ook nog steeds, want ik ben allang gestopt met flauwe grappen maken en een rood hoofd trekken, en hij heeft die belachelijke koptelefoon allang in een hoek geworpen. Van die avond herinner ik me overigens ook nog dat Niels een overhemd droeg met allerhande een beetje ongepast tegen elkaar aan schurkende strepen, en daaronder dan zo'n wit shirt, want tja, het blijft Niels, nietwaar. Zelfs als zijn gezicht er, door die etherische blik, die avond geheel anders uitzag.
Nu ja, en dan was er dus Mello. Wat een klaploper. Wat een dweper. Wat een lapzwans. Wat een zak hooi. Wat een dolle aap. Wat een mispunt. Wat een mannetje-dat-het-nét-niet-in-zich-had. Met dat linkerhandje van hem dat heel de tijd het peace-teken in zijn rechterhand het zwijgen probeerde op te leggen. Met dat vage zwarte gekrabbel op die witte trui van hem. Met, welja, die spijkerbroek ook nog eens - je bent een Niels en Vincent-groupie of je bent het niet. Voor wie denkt dat mijn hoofd die avond rood aanliep: dat van Mello spatte bijkans uiteen. Zo veel adoratie en zo veel gezwijmel, je komt het nog maar zelden tegen. Echt, zoals Mello Niels en mij die avond aanstaarde, allemachtig, je zou er onpasselijk van worden.
Gelukkig bestaat er van dit tafereeltje een foto. Opdat jullie nu, al die jaren later, mee kunnen genieten. En opdat jullie nu eens niet denken dat ik hier altijd alles maar uit m'n mouw schud.
V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten