We hoorden uitzinnig gejuich en dat kwam allicht ergens vandaan. Mogelijk was het afkomstig uit een appartement vlak bij het onze, mogelijk kwam het gewoon ergens van buiten, waar het vandaag heel, heel warm was. Na het uitzinnige gejuich zei mijn schoonvader dat hij vermoedde dat Nederland een doelpunt had gemaakt. Ik schrok even wakker en zei dat ik dat ook dacht. Ik stelde voor de tv eens aan te zetten om te kijken of het klopte. Mijn schoonvader zei nog dat hij dacht dat dat niet nodig zou zijn - er was immers uitzinnig gejuich, waar het ook vandaan mocht komen. Hij grinnikte er een beetje bij. Ik hield me maar gedeisd, want ik was de enige Nederlander in de kamer.
Toch zette ik de tv maar even aan. Met het geluid af. En ja hoor, het bleek 1-0 voor Nederland. Ik las verder in het manuscript dat ik nu eindelijk eens uit wilde lezen en liet de tv aan staan met het geluid uit. Zo bleef het lekker rustig. Af en toe keek ik even naar het scherm en zag ik dat het nog steeds 1-0 was. Op deze manier was het een aangename, gemoedelijke wedstrijd. Niets enerverends aan. En er doken pas weer uitzinnige kreten op van buiten toen de wedstrijd was afgelopen.
Intussen las ik het manuscript uit, schreef ik een e-mail, schilde ik twee appels, bracht ik wat glas naar de glasbak, en behing mijn schoonvader een muur, op de onverstoorbare wijze die hem zo eigen is.
V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten