Vroeger dacht ik altijd dat Pinkpop een festival was voor mensen die minstens 15 jaar ouder waren dan ik. Nu, zo veel jaar later, denk ik het nog steeds. Ik zag zojuist tv-fragmenten van oude zonderlingen die een beetje door een enorm grasveld struinden, en ik dacht: Pinkpop, dat kan altijd nog. Daar ben ik nog lang niet aan toe. Zodra ik me voor het eerst de afschuwelijke woorden 'Je bent maar zo oud als je je voelt' hoor brabbelen, schaf ik een kaartje aan.
Ja, jongens en meisjes, ik ben er weer. Ik was een tijdje stil en afwezig, voornamelijk omdat ik jullie niets te vertellen had, of omdat ik jullie niets wilde vertellen. Maar voortaan kom ik hier weer zeggen wat er wel en niet deugt. Opdat we er allemaal betere mensen van worden.
Gisteravond keek ik geamuseerd (en met enig mededogen) naar een documentaire waarin mensen met buitenissige fobieën aan het woord kwamen. Mijn favoriet was de man die vertelde van zijn levenslange angst voor egels, maar verreweg de meeste aandacht ging uit naar de kok die bang was voor witte bonen in tomatensaus. We volgden de man tijdens de strijd die hij voerde tegen die angst, en hij werd zowaar al fysiek onpasselijk bij de aanblik van een blikje witte bonen. Fijn, dacht ik, dat ik die dingen niet meer heb. Als kind was ik immers bang voor allerhande onverklaarbare zaken (zonder een paar gezonde fobieën ben je nergens als kind, me dunkt), nu word ik alleen nog maar misselijk als ik een volwassen man een geschreven zin zie beëindigen met een smiley. Overigens gaat het dan niet alleen om misselijkheid, maar ook om wat blinde agressie - hetzelfde soort agressie dat me overvalt als ik in een reclame de stuitende kreet 'Tea can do that' voorbij zie komen. Ik vind het een verontrustende gedachte dat er onschuldige mensen zijn die jarenlang gevangenzitten door dwalingen in het rechtssysteem, en dat de lui die deze infantiele wartaal hebben verzonnen, vermoedelijk vrij en ongehinderd door het leven gaan.
Ik zei het al: ik kom jullie wel even zeggen wat wel en niet mag. Ik kom de nieuwe regels opstellen. Ik laat weer van me horen. Ik, de man die behang van de muren krabt met zijn blote handen. De man die af en toe een paar seconden stilstaat bij de dood van Paul Gleason. De man die iemand tot zijn persoonlijke kapster heeft benoemd, zonder dat ze het weet. De man die de Must See in Delft een waar filmpaleis vindt, al was hij - hij geeft het toe - wat sceptisch van tevoren. De man die immuun is voor voetbalkoorts. En de man die het een gruwel vindt als iemand in de derde persoon over zichzelf praat.
Die man dus, die is er weer.
V.
P.S. Onlangs werd ik op msn toegevoegd door een meisje dat Gaëlle Schmitz heet, maar tot op heden hebben we elkaar niet gesproken. Ik vermoed dat deze Gaëlle me verwart met een andere Vincent Schmitz. Iemand die wél vloeiend Frans spreekt en schrijft. Iemand die Gaëlle wél kent. En vooral: iemand die niet voortdurend in de derde persoon vervalt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten