woensdag 15 maart 2006

EEN GROUPIE IN BARCELONA (SLOT)

(Deel 2)
(Deel 1)

‘Ik ben Bambi,’ zei ze, ‘Wil je wat drinken?’
‘Ik ging net bier halen,’ zei ik.
‘Hoe moet ik dat bestellen?’
‘Je zegt: dos canas de Cruzcampo. Als jij er ook eentje wilt, tenminste,’ antwoordde ik.
‘Ik wil een witte Martini met ijs en citroen.’
‘Dan zeg je: Martini Bianco con yello y citron y una cana de Cruzcampo. Het zal niet helemaal kloppen, maar ze zullen je snappen.’
‘Oké.’

Ze legde de Neon op het tafeltje en liep naar binnen. Ik opende het boek op de Franse pagina. Er stond niets. Niks geen ‘Voor Desiré’. Niks ‘Van de Schrijver Zelve’. Niks ‘Voor altijd de jouwe’.

Goed. Niets aan de hand. Misschien heette dat meisje ook wel helemaal geen Bambi. Deed ze maar alsof. Zat ik hier in een soort van surrealistisch stuk, een vrije bewerking van een rammelend script, was ik onderdeel geworden van één of ander kunstproject van één of andere godvergeten kunstacademie. Of misschien, ja wat, eigenlijk? Wie verzint zoiets? Desiré notabene. Het was niet eens een mooie of aantrekkelijke naam.

Bambi kwam terug met de Martini en het bier. Zette de drankjes op tafel, ging zitten, deed haar Armani-jack uit, nam een slok, stak een sigaret op. Ik nam een slok van mijn bier. Eén van de laptopjongens keek me triomfantelijk aan. Geen idee waarom.

‘Ik heb in het boek gekeken,’ zei ik.
‘Wat waait het hier, zeg.’ Ze trok aan haar sigaret.
‘We zitten aan zee,’ zei ik, zonder na te denken. ‘Heb je een pen?’

Ze grabbelde wat in haar jack en gaf me een volmaakt zwarte Mont Blanc vulpen. Ik nam het boek, schreef er ‘Voor Bambi, Van de schrijver Zelve, Hartelijke groet’ in, en rende weg.

N.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten