vrijdag 17 december 2004

HOE IK MIJN VERJAARDAG VIERDE

Van tevoren had ik met Niels afgesproken dat hij de gasten zou tellen. Of: iedereen die zich op mijn verjaardagsfeest zou vertonen, inclusief Elsie en ik. De schattingen liepen nogal uiteen. Ik schreef Niels onlangs: er kunnen 32 mensen komen. Maar het kunnen er ook 52 zijn. Niels zei: 'Het zullen er exact 44 zijn. Let maar eens op.'

Het feest vond plaats in Private Banx. Veel mensen vroegen: 'Ben je vandaag echt jarig?' 'Nee,' zei ik dan. Soms zei ik erachteraan: 'Ik ben pas 11 april jarig.' En soms sprak ik de waarheid. (Ik ben namelijk aanstaande dinsdag jarig.) Ook waren er mensen die met andere mensen mee kwamen en die me vroegen: 'Waar feliciteer ik je eigenlijk mee?' Zelfs waren er mensen die een hond meebrachten. Het leek me een lieve hond. Niels vroeg me: 'Moet ik die hond ook meetellen? Want dan zit ik inmiddels op 29 man. Zonder die hond zijn het er 28.' 'Ik denk niet dat de hond meegeteld moet worden, Niels,' zei ik.

Mensen gaven me mooie cadeaus. Thomas gaf me een dichtbundel van Jan Baeke cadeau, in zijn immer voortdurende strijd om van Jan Baeke een beroemde, veelgelezen dichter te maken. 'Ik zeg elke dag wel twee keer tegen mensen dat ze Jan Baeke moeten lezen,' zei hij erbij. Janwillem gaf me een dik boek van een van zijn heldinnen. Ook vertelde hij me nieuws dat er niet om loog. Ik stelde hem snel voor aan Femke en Monique, de aanstormende tijdschriftredacteuren over wie ik jullie hier vorige week nog vertelde. Hen had ik slechts enkele uren van tevoren uitgenodigd, dus ik was blij verrast dat ze nog kwamen opdagen ook. Daarover gesproken: Jenneke gaf me het mogelijk origineelste cadeau van de avond. Zij had een pak visitekaartjes laten drukken met de tekst 'Vincent Schmitz, Man uit het Vak', exact zoals ik het hier op 7 december nog schertsend schreef. Ik heb gisteravond zeker de helft van die kaartjes uitgedeeld.

Er waren jonge schrijvers en er waren recensenten. Af en toe stelde ik die aan elkaar voor. Vuistgevechten bleven gelukkig uit. (Je weet het nooit met schrijvers en recensenten.) Er waren uitgeversmensen die haast geen krant meer open durfden te slaan. Er waren mensen die toneel speelden, zij het niet op dat moment. Er waren kinderboekenmakers en boekverkopers. Ook vond je er een rapper, een fotografe, een fraudeur, een kok en een econoom. 'Tel je echt al deze mensen?' vroeg ik Niels. 'Allemaal, Vince. Telt het barmeisje ook mee?' 'Nee, die telt niet mee.'

Janwillem, die nogal eens toneelstukken schrijft, vertrouwde me toe: 'Mijn volgende stuk laat ik gewoon door iemand anders schrijven.' Ik wist niet goed wat ik daarvan moest denken. Een meisje zei me dat ze het grappig vond dat allerlei ruige mensen van vroeger zomaar burgerlijk werden en in het huwelijk traden. 'Ik ben nooit ruig geweest, hoor,' zei ik. 'Dat is een misverstand.' George zei me dat Niels op Ruud de Wild leek. Walter Vandenb sprak over het debutantenschap. Broer Joey zei: 'Ik maak hier nu wel heel de tijd foto's, maar eigenlijk houd ik helemaal niet van foto's maken.' Niels zei: '43 zijn het er nu. Ik tel ze.' En ja hoor, daar kwamen er weer een paar binnen.

Ik heb ze vanmorgen geteld. Het waren er 48. Er zijn exact 48 mensen nodig voor een geslaagd verjaardagsfeest. 48 mensen en 1 hond.

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten