zondag 5 december 2004

NIET PER SE DE KERSTFILM VAN 2004

Ik vind Bridget Jones’s Diary (2001) en Notting Hill (1999) erg leuke films. In het genre. Met 'het genre' bedoel ik romantische komedies waarin Hugh Grant op een of andere wijze een rol speelt. Komedies waarin de jongen en het meisje elkaar vinden na een reeks van obstakels, hindernissen en schrijnende miscommunicaties. Dat genre dus. Elsie is dol op Hugh Grant (op een Puur Lust-wijze natuurlijk, wat dacht je) en als het leven haar ook maar even tegenzit, wordt een van de twee genoemde dvd's te voorschijn gehaald. En dan kijk ik mee. Want ik vind die films ook leuk. In het genre.

Je hebt ook enorme missers in het genre. Wie zich Love Actually (2003) nog herinnert (of mijn genadeloze recensie ervan op deze site), kan erover meepraten. Even het geheugen opfrissen: in Love Actually zaten zo veel hoofdpersonages (wel twintig, meen ik) dat de plot geheel over het hoofd gezien werd. Je zapte van de ene naar de andere intrige zonder dat het je ook maar iets kon schelen, en zelfs Els was niet onder de indruk van Hugh Grants aanwezigheid. Dat Hughs carrière hem sinds enige jaren geen moer meer interesseert, bleek al uit zijn deelname aan Two Weeks Notice (2002). Welnu, dat is Hughs goed recht. Laat het geld maar binnenrollen, nietwaar. Draai die kraan maar open. Hij wordt immers een jaartje ouder, en dat in een onthutsend tempo, en de veelbelovende filmscripts in het genre liggen niet voor het oprapen.

En zo zijn we aangekomen bij Bridget Jones: The Edge of Reason. Els en ik bezochten gisteren een Delftse bioscoopzaal waar maar 2 van de 14 rijen stoelen gevuld waren, wat ik voor de opvolger van het enorme kassucces Bridget Jones’s Diary een beetje karig achtte, zeker als je bedenkt dat de film nog niet zo lang draait. Ik had al enkele negatieve ‘meer van hetzelfde’-berichten over de film gelezen, dus ik was gewaarschuwd, maar een van mijn collega’s was er dolenthousiast over, en, nu ja, je wilt het wel eens met eigen ogen zien, en Elsie wilde dat ook. Ik zei nog tegen die collega van me: ‘Leuk dat jij er enthousiast over bent, want tot nu toe hoor ik er alleen maar narigheid over.’ Ja, zei zij, ‘in de kringen waarin jij verkeert is het natuurlijk in om zulke films af te kraken’. Daar schrok ik even van, want ik baseerde me slechts op de persreacties, en niemand in die zogenaamde kringen van me had de film überhaupt nog gezien (voorzover ik wist), op die collega zelf na. Bovendien, dat ik Bridget Jones’s Diary en Notting Hill leuke films vind, had ik in mijn kringen evenmin ooit ter sprake gebracht, dus wat dat betreft was er niets om ons druk om te maken.

Maar laat ik jullie niet langer ophouden. Bridget Jones: The Edge of Reason is een schim van de eerste film. Een vage, onwelkome, vervelende schim zelfs. Een schim waartegen je zou willen zeggen: was maar weggebleven met je ongeïnteresseerde rothouding. Wat een ongeïnspireerd, duf, saai filmpje was me dat, zeg. De drie helden uit de eerste film zijn hier ineens karikaturen geworden, omringd door bordkartonnen figuranten. Er zit slechts 1 grap in de film waar twee mensen in de bioscoop heel hard om moesten lachen, wat, vergeleken met de lachsalvo's bij Bridget Jones’s Diary, een zeer schamele score genoemd mag worden. Verder valt er heus af en toe iets te gniffelen, maar de algehele houding van de mensen achter deze film leek er een te zijn van ‘We hebben vorige keer al zo goed ons best gedaan, dus laat ons die koe gewoon lekker uitmelken’. Ik vind dat een houding om op te spugen.

Had de eerste film nog enigszins een verhaallijn, dit keer werd daar geheel van afgezien. Bridget Jones: The Edge of Reason hangt van aaneengeregen anekdotetjes aan elkaar en de verwikkelingen zijn onwaarschijnlijker dan de kans dat Phil Collins ooit nog een deugdelijke single opneemt. Als tragisch dieptepunt noem ik hier de scène waarin Bridget in een Thaise gevangenis belandt, en als diep-diep-dieptragisch dieptepunt de daaropvolgende scène, waarin Bridget en haar medegevangenen Madonna’s ‘Like a Virgin’ op een allerlei wetten tartende wijze ten gehore brengen. Alsof je naar een kinderfilm zit te kijken, man! Nu, een volle dag later, ben ik nóg bezig mijn tenen weer terug te krommen. De soundtrack is overigens, geheel in stijl, van een treurig twaalfderangs clichéniveau: is Bridget blij, dan draaien we een clichéliedje met een blije tekst. Is Bridget droevig, dan draaien we een clichéliedje met een droevige tekst. Stel je eens voor dat de kijker niet ogenblikkelijk begrijpt hoe Bridget zich voelt. En ja ja, de zoenscène met het meisje Rebecca had heel aangenaam kunnen zijn, ware het niet dat Bridget zelf zo onaantrekkelijk oogt.

Het had nog best wat kunnen worden met die film. Immers, dezelfde drie hoofdrolspelers begeven zich in dezelfde situaties en zo veel verschillen zijn er niet. Het had gekund. Nu valt er hooguit te lachen om Hugh Grant die zijn ach-wat-kan-mij-het-schelen-blik ertegenaan gooit. Jammer dat je ziet dat hij het dit keer meent. Dat hij denkt: ‘De rimpels verschijnen in recordtempo in mijn voorhoofd en ik pak wat ik pakken kan. Voortaan draaf ik in dit soort wanproducties op, en als het je niet zint, bekijk je je oude dvd’s maar.’

Dat wordt vanavond dan maar weer kijken naar The Englishman Who Went Up a Hill but Came Down a Mountain. Of About a Boy. Of The Remains of the Day. Of Notting Hill. Films waarvoor tenminste iemand z’n best deed.

Overigens: de boekuitgave van Bridget Jones: The Edge of Reason, verschenen bij de Grote Uitgeverij, raad ik iedereen natuurlijk van harte aan. Zo opportunistisch ben ik wel – nog iets opportunistischer en ik mag meeschrijven aan het negen kantjes tellende script van Bridget Jones III.

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten