vrijdag 31 december 2004

2005 IS HET NIEUWE 2004

I
Gisteravond mocht Martijn Krabbé even aanschuiven bij RTL Boulevard. Veel heb ik er niet van opgevangen, maar wel hoorde ik iemand hem de vraag stellen of hij Jaws kende. 'Nee,' zei Martijn olijk, 'dat is van voor mijn tijd.'

Pardon? Van voor zijn tijd?

Jaws is toch een klassieker? Een van de Films der Films? Jaws behoort toch tot onze algemene kennis als het ware? En Martijn Krabbé is toch ook al een jaar of 45? Wat is dat dan voor ongepast gekoketteer met je zogenaamde jeugdigheid? En met je stuitende onwetendheid? Je kunt toch gewoon 'Nee' antwoorden en je dan ergens in een hoekje gaan zitten generen? Of liegen? Waarom niet gewoon liegen verdorie?

Ik dacht later: in 2005 zijn we misschien wel verlost van zulk wangedrag.

II
Mijn nieuwe bril is er! Ik moet er nog aan wennen, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het een stap voorwaarts is. Alweer. Spreek me gerust eens aan op msn, dan toon ik je die bril. Ik heb die webcam al niet meer gebruikt sinds de week dat we hem aanschaften, dus ik moet het spinrag er eerst even af kloppen, maar laat dat je niet afschrikken.

III
In de binnenstad waren jongens rotjes aan het rondgooien. Ik schrok nogal toen er eentje vlak voor mijn voeten belandde. Ik maakte een sprongetje. Elsie moest daar hartelijk om lachen.

Ik dacht vlak daarop: in 2005 hebben sommige van die jongetjes misschien wel een paar ledematen minder.

IV
Nu we dan toch van jaar wisselen: er is iets wat ik in 2005 niet meer wil lezen. Of horen. Ik lees steeds vaker - voornamelijk in de kranten waarop ik geabonneerd ben - dat iemand 'zijn stinkende best doet'. Ik gruw van die uitdrukking. Ik ben een vredelievend mens, maar de keren dat ik van weerzin een krantenpagina verfrommelde zonder een artikel eerst rustig uit te lezen, zijn inmiddels talrijk. Ik vind zelf de uitdrukking 'je best doen' al ruim voldoende. Dat mag. Ik begrijp niet wat dat stinken ermee te maken heeft.

Nog veel erger is: 'hij deed letterlijk zijn stinkende best'. Het gebruik van het woord 'letterlijk' bij uitdrukkingen waarbij je je helemaal niets letterlijks voor kunt stellen, dat kunnen we in 2005 misschien ook wel eens afschaffen. Of bestraffen. Ik ben lang niet zo tolerant als je altijd wel dacht.

V
Mango's! Ik heb ze recentelijk weer ontdekt. Eten jullie ze wel eens? Ik pakte er pas een op in de supermarkt, vrij impulsief. Ik hield hem in de hand, ik woog hem, ik draaide hem eens rond. Dat hoor ik namelijk vaak: dat je zo'n mango een beetje moet keuren voor je hem meeneemt. Zomaar de eerste de beste mango in je karretje leggen is vragen om problemen. Ik mag het ook graag zeggen: 'mango'. Soms zelfs een paar keer achter elkaar: 'mangomangomango'. Ja hoor. Hoe dan ook: mango's! Eet ze! Ook in 2005.

V.

FUCK 2004!

Door de bank genomen een niet al te best jaar, dat tweeduizend en vier. Iedereen een goede nacht toegewenst en tot in 2005. Ofzo.

N.

woensdag 29 december 2004

DE BELOOFDE JAAROVERZICHTEN

Onlangs plaatste ik hier een overzicht van de 21 Liederen Die Ertoe Deden In 2004 (zie mijn stukje van 15 december). Ik beloofde meer jaaroverzichten. Welnu, hier zijn er wat.

---

CD VAN HET JAAR
The Shins, Chutes Too Narrow

BIOSCOOPFILM VAN HET JAAR
Lost in Translation

TV-SERIE VAN HET JAAR
24

SITE VAN HET JAAR
Niels en Vincent Doen Hun Ding

VIDEOCLIPS VAN HET JAAR
Freestylers, Push Up
Britney Spears, Toxic


OPTREDEN VAN HET JAAR
Interpol in Paradiso te Amsterdam (22 november)

GEBEURTENIS VAN HET JAAR
Els en Vincent trouwen in Delft (20 augustus)

VIRTUEELSTE FESTIJN VAN HET JAAR
Het Virtuele Niels en Vincent Jubileum Festijn (24 juni)

WEEMOEDIGSTE FESTIJN VAN HET JAAR
Afscheidsfeest literair tijdschrift NYMPH (12 februari, Private Banx te Amsterdam)

SPEELGOED VAN HET JAAR
Mijn iPod

LEUKSTE PLAN WAAR TOT NU TOE NIETS VAN KWAM
Niels en Vincent willen samen een boek schrijven (zie stukje van 21 januari)

DE 5 STOERSTE BOEKEN DIE IK DIT JAAR LAS (en waaraan ik zelf niet heb meegewerkt)
Paul Auster, Orakelnacht
Michael Cunningham, De uren
Jonathan Lethem, De burcht van eenzaamheid
Ian McEwan, Ziek van liefde
Philip Roth, Het complot tegen Amerika


DE 8 STOERSTE FILMS DIE IK DIT JAAR (eindelijk) ZAG
Apocalypse Now Redux
Big Fish
Dark Water
Identity
Lost in Translation
Mystic River
O Brother, Where Art Thou?
Pieces of April


---

De inspiratie is even op. Missen jullie hier nog lijstjes? Laat het weten bij de comments.

V.

dinsdag 28 december 2004

ZIE ONS HIER EENS LIGGEN

Ja, ik ben in een dolle bui vanavond. Daarom toon ik jullie ook nog eens een oude klassenfoto waarop je Niels en mij ziet liggen. Deze foto stamt uit de tijd dat we samen in een Vlaamse klas zaten, bij juffrouw Lieve. Ach wat, bekijk die foto gewoon. Het is de bovenste, en onder de foto staat precies wie wie is.

V.

ONZE EIGEN WIJN!

Het moest er eens van komen. Niels en ik, wij hebben nu onze eigen wijn. Voor een voorproefje verwijs ik jullie graag naar deze site.

Leuk voor de laatste feestdagen, zullen we maar zeggen.

V.

NIET ECHT DE ZINNIGSTE REACTIE

Ik had dus nooit eerder van het woord 'zeebeving' gehoord.

V.

zondag 26 december 2004

15 JAAR LATER

Al dat schrijven heb ik vermoedelijk van mijn vader, dat mag hier best wel eens gezegd worden. Mijn vader was al op jonge leeftijd voorzitter van een Nederlandse Elvis Presley-fanclub. Vanaf die jaren was hij een boekjesmaker. Hij schreef later bijvoorbeeld een reeks boekjes waarin Elvis’ leven van dag tot dag werd gevolgd. En op den duur leek hij zelfs fanclubs op te richten om maar boekjes te kunnen maken, zoals de Nederlandse John Travolta-fanclub, de eerste Drukwerk-fanclub en ten slotte de fanclub voor een obscuur Amsterdams coverbandje (met bijpassende obscure spelfout in de naam), Pink Pettycoat. Dat bandje blijkt nog steeds te bestaan, en op hun website is de enige mij bekende internetverwijzing naar mijn vader te vinden.

Midden jaren tachtig vertelde hij me dat hij aan een boek was begonnen. Dat moest een roman worden, neem ik aan. Voorzover ik weet heeft hij dat plan algauw weer aan de kant gezet. Toen zijn huis werd leeggehaald, na Kerstmis 1989, is er niets van aangetroffen.

Begin 1988 belde hij me op met de vraag waarom ik eigenlijk geen boekjes maakte. Daar keek ik een beetje van op. Ik was elf jaar, moet je weten. In die jaren was ik nogal obsessief bezig met films. In de praktijk kwam dat neer op heel veel films kijken, veel boeken bestuderen (naslagwerken waren favoriet), en vooral veel lijstjes maken. Nu ja, daar kon je net zo goed zelf boekjes van maken, vond mijn vader. Als ik elke maand zorgde voor nieuwe kopij en illustraties, bracht hij die naar een Amsterdamse drukker en dan maakte hij er boekjes van. We noemden het blad Hollywood en gedurende twee jaar verscheen er elke maand een nieuw nummer, in een oplage van tien exemplaren, die ik vervolgens voor 1 gulden per stuk doorverkocht aan familieleden. Die kopij van mij kwam overigens voornamelijk neer op het in mijn eigen woorden navertellen van wat anderen al hadden geschreven, eindeloze opsommingen en – zo vermoed ik – veel uitroeptekens. Maar wat wil je, ik was elf.

Ik kreeg wekelijks enveloppen vol met illustratiemateriaal toegestuurd van mijn vader (hij woonde al jaren niet meer bij ons). De bergen filmsterrenfoto’s stapelden zich op in mijn kamer. Hij nam filmklassiekers en Oscar-uitreikingen voor me op, die we samen bekeken als ik bij hem thuis was. We waren beiden opgelucht toen ik twaalf werd en we niet langer veroordeeld waren tot de Alle Leeftijden-films in de bioscoop.

Ik herinner me hoe de stapel papier terugkwam van de drukker en ik de blaadjes op zijn vloerbedekking gezeten tot A5-formaat vouwde en er nietjes doorheen sloeg. Ik herinner me de grote rammelende typemachine waarop ik alles schreef: een cadeau dat ik kreeg toen ik eindelijk mijn zwemdiploma haalde. Ik herinner me de vele bezoeken aan filmboekenwinkels, waar we samen uren op zoek waren naar nieuwe aanwinsten voor mijn verzameling.

En ik herinner me Kerstmis 1989.

V.

donderdag 23 december 2004

INCROWDGEHALTE

1

Eergisteren viel op de dichtersnieuwssite Rottend Staal het volgende te lezen:

'Het weblogverschijnsel is niet nieuw. Maar het lijkt in 2004 op (semi-)literair vlak wel een hoge vlucht genomen te hebben. Meer en meer dichters zijn aan het webloggen geslagen (...) - met zeer wisselend resultaat. Het 'ik-ik-ik'-gehalte van sommige van deze weblogs is af en toe te ziekmakend hoog. Redacteuren van literaire uitgeverijen zijn actief op o.a. de logs 'Niels en Vincent' (N&V), het Windrooslog (WR) en op 'Slijm met ons mee' (SMOM). Waarbij gezegd dat het literaire incrowd-gehalte van N&V bij vlagen te hoog is en de juistheid van de informatie op SMOM doorgaans hoogst twijfelachtig is.'

Dat plaatst onze site wel even in een heel ander perspectief. Er nog van afgezien dat Niels & Vincent natuurlijk al sinds zomer 2003 bestaat - dus lang vóór al die dichters opdoken met die zogenoemde 'ik-ik-ik'-praatjes van ze -, kunnen we ons slecht vinden in de voorstelling dat we hier een beetje (semi-)literair tekeergaan, Niels en ik. Niels is bovendien geen redacteur bij een literaire uitgeverij, en dat ik er een ben, weet je alleen als je hier goed en grondig leest. Ten slotte: 'incrowdgehalte'? Wij? Als we al te incrowd zijn, komt dat doordat we over onszelf, onze vriendenkring en onze voor- en afkeuren schrijven, en niet doordat we (semi-)literair willen doen.

Ik hoor hier graag jullie mening over bij de comments, want ik schrijf natuurlijk maar wat, hoor. Ik zit er te dicht op om er objectief over te kunnen oordelen, dat begrijp ik heus wel.

2

Niels is tijdelijk op vakantie. Voor jullie, de vaste lezers, maakt het niets uit, want Niels laat zich hier toch al nooit zien, maar momenteel bevindt hij zich in een van die landen waar de toetsenborden een geheel andere volgorde kennen. (Nu kun je het dus helemaal wel schudden, wil ik maar zeggen.) Ik vertrek morgen naar net zo'n land - of wellicht hetzelfde land -, dus het wordt hier behoorlijk stil. Ik raad jullie aan om gewoon de oude stukjes nog eens door te lezen en zelf een leuk muziekje op te zetten. Bij mijzelf doet de kerstplaat die Phil Spector in 1963 maakte nog altijd wonderen, maar dat is slechts een vrijblijvende tip, hoor. (Overigens: Phil Spector, is die nu al eens veroordeeld?)

3

Ik heb jullie onlangs nog wat eindejaarslijstjes toegezegd, niet? Ik zal er snel eens aan werken. En als je geluk hebt, vertel ik je ook nog eens over Finding Neverland, een film waarbij ik aanvankelijk haast in slaap viel, om vervolgens onverwacht tot tranen toe geroerd te raken. Een sentimentele ouwe gek, dat word ik.

V.

dinsdag 21 december 2004

OEF

Kurt Cobain. Jimi Hendrix. Janis Joplin. Jim Morrison. Brian Jones. Robert Johnson.

Maar ik ben vandaag 28 geworden.

V.

maandag 20 december 2004

TOCH NOG 50 PROCENT

De brillenkeizer schotelde me een aantal monturen voor. Els en ik waren in verschillende brillenpaleizen geweest, en we hadden de moed al een beetje opgegeven. Welke bril ik ook opzette, steeds trok ik er hetzelfde onzekere gezicht bij. (Ik ben bijvoorbeeld ook heel slecht in kleren passen. Mijn houding is zelden zo onnatuurlijk als wanneer ik een nieuwe broek pas. Of een nieuwe trui. Mijn motoriek ontsnapt me op zulke momenten.) Ik heb ook eigenlijk geen mening over brilmonturen. Ik zeg: een bril moet niet opvallen. Ik zeg: een bril is een bril is een bril. Ik zeg: ik zie wel dat jullie hier tweeduizend verschillende monturen aan de wand hebben hangen, maar hoe kom ik er ooit achter welke bril bij mij past?

En toen nam Els me dus mee naar de brillenkeizer. Die had geen brillen aan de wand hangen. Bij hem lagen ze in laden. Veel laden. De ene la na de andere werd opengetrokken. Ik zei hem: 'Ik zie werkelijk geen verschil tussen al die brillen. Ik heb geen voorkeur. Zolang-ie maar niet te veel opvalt.' Alle onopvallende brillen werden apart gelegd. Soms liet de brillenkeizer zien hoe ver de pootjes wel niet konden buigen. Heel ver. Ze leken wel van rubber. 'Dit zijn heel lichte modelletjes,' zei hij. 'Ja...' sprak ik in verwondering.

We namen plaats. Ik zette een bril op mijn neus en keek ernaar in de spiegel. Vervolgens keek ik wat hulpeloos naar Els. Volgende bril. Kijken in de spiegel. Hulpeloos kijken naar Els. Volgende bril. Etc.

De bril waarvan Els me zei: 'Die staat je goed', die kwam nog een keer voorbij. Toen de brillenkeizer hem me voor de tweede keer aangaf, zette ik hem op en zag ik een geheel nieuwe bril. Maar Els prikte erdoorheen en zei: 'Dat is de bril die je net ook op had. Die staat je goed.' Daar moest de brillenkeizer hartelijk om lachen. Het was een trucje van hem. Een gebbetje. Een handigheidje.

De brillenkeizer deed me denken aan Marc, de baas voor wie ik werkte toen ik in mijn tienerjaren was. De brillenkeizer vroeg: 'Waarom twijfel je zo? Wat houdt je tegen? Je voelt je op je gemak, niet? Is dit niet fijn zo?' Ik moest denken aan die keer dat Marc me aansprak tijdens mijn werk, begin jaren negentig, en dat hij me vroeg: 'Waarom ga je niet eens met me mee naar de kermis? Wie houdt je tegen? Ik betaal.'

We kozen het montuur. Al dat getreuzel, wie heeft er wat aan. Dus we liepen naar de kelder, waar de meetapparatuur opgeslagen stond. 'Jij hebt een lui oog, niet?' vroeg de brillenkeizer. 'Ja...' stamelde ik, 'ja... toen ik zes was, zeiden ze dat.' 'Werd dat oog wel eens afgeplakt?' 'Soms, ja... ik was zes. Ik had er niet veel over te zeggen. Ze plakten er gewoon een pleister overheen.' 'Dat rechteroog van jou, dat staat wel leuk, maar echt een functie heeft het waarschijnlijk niet, hè? Je ziet er misschien een beetje diepte mee, maar dat is het wel. Je linkeroog doet al het werk. Ik geef je 10 procent. Hooguit 20.'

De meting was me wat. Er werd met een machine in mijn oog geblazen. Ik moest letters oplezen en onderscheiden. De C, de O en de G lijken erg op elkaar. De K en de X ook. Soms stonden de tranen me in de ogen. Na afloop zei de brillenkeizer: 'Je rechteroog haalt toch nog 50 procent. Het valt alleszins mee.' 'En jij dacht dat ik het alleen voor de sier had,' grapte ik voorzichtig tegen Els.

'Volgende week is je nieuwe bril klaar. Dan krijg je een kaartje van ons,' zei de brillenkeizer. 'Maar eerst poets ik je oude bril nog even op.' En weg was hij. Terwijl ik rustig afwachtte, dwaalde ik een beetje af, en ineens zag ik Marc en mij weer voor me. Ik was 17. We zaten samen in zo'n kermisattractie waarbij alles je duizelt. Op een zondagmiddag. Op een verlaten plein. Eigenlijk moest ik nog een paar uur muziekgegevens invoeren in een computer. Maar ja.

V.

zondag 19 december 2004

UITGEFEEST

Langzaam probeer ik dan toch maar wat kerstkaarten te schrijven. Als ik nog veel langer wacht, is kerst alweer voorbij, en moet ik het verantwoorden aan een heleboel familie en vrienden. Zomaar stoppen met kerstkaarten sturen gaat niet. Je zult. Je moet. Het is ook wel leuk natuurlijk, en toch kost het me meer moeite dan in voorgaande jaren.

Er zijn ook maar heel de tijd feestjes. Donderdag vierde ik mijn verjaardag, en hoe. Jullie hebben er hier over kunnen lezen, als je er al niet bij was. Vrijdag was er het jaarlijkse 521-festijn. Ik zei tegen Thomas M. dat ik hem had vermeld in mijn feestverslag van de avond ervoor. Hij popelde om te gaan kijken. En zie: nu noem ik hem gewoon nog een keer. Beitske B. vertelde me over haar binnenkort verschijnende debuutroman, terwijl ook Karin A. er was, een andere debutante. Ik werd als het ware omringd door debuterende schrijfsters, zo kun je het gerust zeggen. Karin A. bleek van 1976, net als ik, en is toch nog geen 28, net als ik. We leken wel een tweeling. Ze dacht dat ze me kende van een school in Velsen. Ik dacht van niet. Niels was er natuurlijk. Wij zijn inmiddels het Duo der Duo's geworden, zoals ik constateerde bij het weggaan. Toen werd ik namelijk aangesproken door Erik de V., die zowaar zonder Ward W. op pad was. Ik stond daar even van te kijken. Zoals mensen er ook van staan te kijken als ze me op een Amsterdams feestje zonder Niels aantreffen. (Meestal is Niels dan net onderweg. Of even naar de wc. Of een glas wijn inschenken. Weet ik veel waar die jongen altijd blijft.)

Gisteravond stonden Elsie en ik langer dan goed voor ons was te wachten op een station in Leiden, tot een bus ons naar het verjaardagsfeest van Anderevincent zou brengen. Toen we zijn huis eindelijk bereikten, zijn we expres niet de kring rond gelopen om iedereen te feliciteren en te vertellen wie we zijn. Ik heb geleerd dat zeggen dat je Vincent heet op de verjaardag van iemand die ook Vincent heet, je ongelovige blikken oplevert. Wel, ik pas voor ongelovige blikken. En dan: ik denk altijd dat ik die mensen misschien het jaar ervoor al heb ontmoet, en dat ik ze niet heb onthouden. En dan is het maar gênant je steeds weer voor te stellen. Ik gooi alle etiquetteregels gewoon overboord, dat zien jullie wel. (Behalve dan die kerstkaarten. Die blijf ik versturen.)

En vandaag vierde ik - opnieuw - mijn verjaardag. Ik nodigde geen fans, groupies, rock-'n-rollers, dj's, hangjongeren, dwangneuroten, apen, journalisten, uitgevers, oproerkraaiers en megalomanen uit. Ik vierde het slechts met mijn familie. Het mag ook wel eens wat ingetogener, niet?

Elsie keek me net heel streng aan en zei: 'Morgen gaan we voor een nieuwe bril kijken voor jou. Ik heb nu lang genoeg geduld gehad. Eerst gaan we naar de hypothekenman. Daarna trakteer ik je ergens op een lunch. En vervolgens gaan we naar het brillenpaleis. Je kunt het wel blijven uitstellen.'

Tjonge.

V.

vrijdag 17 december 2004

HOE IK MIJN VERJAARDAG VIERDE

Van tevoren had ik met Niels afgesproken dat hij de gasten zou tellen. Of: iedereen die zich op mijn verjaardagsfeest zou vertonen, inclusief Elsie en ik. De schattingen liepen nogal uiteen. Ik schreef Niels onlangs: er kunnen 32 mensen komen. Maar het kunnen er ook 52 zijn. Niels zei: 'Het zullen er exact 44 zijn. Let maar eens op.'

Het feest vond plaats in Private Banx. Veel mensen vroegen: 'Ben je vandaag echt jarig?' 'Nee,' zei ik dan. Soms zei ik erachteraan: 'Ik ben pas 11 april jarig.' En soms sprak ik de waarheid. (Ik ben namelijk aanstaande dinsdag jarig.) Ook waren er mensen die met andere mensen mee kwamen en die me vroegen: 'Waar feliciteer ik je eigenlijk mee?' Zelfs waren er mensen die een hond meebrachten. Het leek me een lieve hond. Niels vroeg me: 'Moet ik die hond ook meetellen? Want dan zit ik inmiddels op 29 man. Zonder die hond zijn het er 28.' 'Ik denk niet dat de hond meegeteld moet worden, Niels,' zei ik.

Mensen gaven me mooie cadeaus. Thomas gaf me een dichtbundel van Jan Baeke cadeau, in zijn immer voortdurende strijd om van Jan Baeke een beroemde, veelgelezen dichter te maken. 'Ik zeg elke dag wel twee keer tegen mensen dat ze Jan Baeke moeten lezen,' zei hij erbij. Janwillem gaf me een dik boek van een van zijn heldinnen. Ook vertelde hij me nieuws dat er niet om loog. Ik stelde hem snel voor aan Femke en Monique, de aanstormende tijdschriftredacteuren over wie ik jullie hier vorige week nog vertelde. Hen had ik slechts enkele uren van tevoren uitgenodigd, dus ik was blij verrast dat ze nog kwamen opdagen ook. Daarover gesproken: Jenneke gaf me het mogelijk origineelste cadeau van de avond. Zij had een pak visitekaartjes laten drukken met de tekst 'Vincent Schmitz, Man uit het Vak', exact zoals ik het hier op 7 december nog schertsend schreef. Ik heb gisteravond zeker de helft van die kaartjes uitgedeeld.

Er waren jonge schrijvers en er waren recensenten. Af en toe stelde ik die aan elkaar voor. Vuistgevechten bleven gelukkig uit. (Je weet het nooit met schrijvers en recensenten.) Er waren uitgeversmensen die haast geen krant meer open durfden te slaan. Er waren mensen die toneel speelden, zij het niet op dat moment. Er waren kinderboekenmakers en boekverkopers. Ook vond je er een rapper, een fotografe, een fraudeur, een kok en een econoom. 'Tel je echt al deze mensen?' vroeg ik Niels. 'Allemaal, Vince. Telt het barmeisje ook mee?' 'Nee, die telt niet mee.'

Janwillem, die nogal eens toneelstukken schrijft, vertrouwde me toe: 'Mijn volgende stuk laat ik gewoon door iemand anders schrijven.' Ik wist niet goed wat ik daarvan moest denken. Een meisje zei me dat ze het grappig vond dat allerlei ruige mensen van vroeger zomaar burgerlijk werden en in het huwelijk traden. 'Ik ben nooit ruig geweest, hoor,' zei ik. 'Dat is een misverstand.' George zei me dat Niels op Ruud de Wild leek. Walter Vandenb sprak over het debutantenschap. Broer Joey zei: 'Ik maak hier nu wel heel de tijd foto's, maar eigenlijk houd ik helemaal niet van foto's maken.' Niels zei: '43 zijn het er nu. Ik tel ze.' En ja hoor, daar kwamen er weer een paar binnen.

Ik heb ze vanmorgen geteld. Het waren er 48. Er zijn exact 48 mensen nodig voor een geslaagd verjaardagsfeest. 48 mensen en 1 hond.

V.

woensdag 15 december 2004

DE LIEDEREN DIE ERTOE DEDEN IN 2004

Het eerste jaaroverzicht, is dat niet leuk? Het is alweer 15 december, dus het mag wel eens. Nu Niels & Vincent al een tijdje bestaat, ontstaan er vanzelf ook Niels & Vincent-tradities. Een van die tradities is de lijst van Liederen Die Ertoe Deden. Wie even terugzoekt, kan de lijst van vorig jaar nog wel ergens vinden (in onze archieven van december 2003).

Allereerst zal ik enkele vragen beantwoorden die misschien bij jullie opkomen.

Hebben Niels en jij deze lijst samen opgesteld?
Nee. Ik heb dat gedaan. In m'n eentje. Niels spuugt op sommige van onderstaande liederen. En terecht.

Vind je al die artiesten in die lijst dan echt goed?
Nee. Van sommige artiesten verafschuw ik het voltallige oeuvre op het genoemde liedje na.

Vind je van elke artiest maar 1 liedje echt goed?
Nee. Ik heb ervoor gekozen maar 1 liedje per artiest te noemen. Soms twijfelde ik te lang welk liedje ik dan moest kiezen. Dan hakte ik een knoop door. Volgende week denk ik er wellicht heel anders over.

Die volgorde, is die soms alfabetisch?
Nou en of.

Zijn het allemaal singles?
Nee.

Zijn die platen überhaupt wel van dit jaar?
Niet altijd. Soms leerde ik een liedje pas dit jaar kennen.

Wel een beetje een rare lijst geworden, vind je niet?
Ja.

Overige vragen verwacht ik bij de comments, maar hier gaan we dan.

DE LIEDEREN DIE ERTOE DEDEN IN 2004

The Bees, Hourglass
Dizzee Rascal, Stand Up Tall
Dogs Die In Hot Cars, Celebrity Sanctum
Eminem, Mosh
Faithless, Mass Destruction
Franz Ferdinand, Take Me Out
Freestylers, Push Up
Nelly Furtado, Try
Interpol, Slow Hands
Joey, Slipstream
Keane, Somewhere Only We Know
The Killers, Somebody Told Me
Lenny Kravitz, Where Are We Runnin’?
Lange Frans & Baas B, Represent
Mylo, Drop The Pressure
Phoenix, Too Young
The Shins, Saint Simon
Snow Patrol, Ways & Means
Britney Spears, Toxic
Spinvis, Voor ik vergeet
The Waxwings, Almost All Day

V.

P.S. Aan iedereen die is uitgenodigd voor mijn festijn van morgenavond: tot dan! Jullie herkennen me aan de boa om mijn nek en de grijns op mijn gelaat.

dinsdag 14 december 2004

IK NIET

Ik deed gisteren niet mee aan het Nationaal Dictee. Niels, die hier vroeger ook stukkies schreef, beweert in de comments dat hij slechts 19 fout had. Ik wil niet alles wat mijn vrienden zeggen zomaar in twijfel trekken, maar... goed, daar laat ik het dus bij. Wat ik eigenlijk wilde zeggen: vroeger deed ik wel eens mee aan het Nationaal Dictee. Tweemaal. Ik woonde toen nog thuis en maakte het Dictee op mijn kamer. Ik behaalde scores waarvan ik toen dacht: zo zo, je hebt het er goed van afgebracht. Tja, denken jullie nu, wat waren dat dan voor scores? Weet ik veel, zou ik daarop willen antwoorden. Rond de 15, voorzover ik me herinner, maar ik herinner het me te slecht om hier met cijfers te strooien. Jullie mogen gerust denken dat ik elk jaar 2 fouten haal. Of 45. Of dat ik tijdens Philip Freriks' voordracht onverhoeds indut. Dat mogen jullie allemaal denken. Het maakt me niet uit. Als iemand hier, op mijn site, een spelfout bespeurt, dát maakt me uit.

Ik heb vandaag niets gedaan aan de verjaardag van Onze Volksschrijver. Hijzelf ook niet, vermoed ik. Hij is vandaag 81 jaar geworden, maar is hij zich daar bewust van?

Ik ga niet te veel schrijven over het stuk De Gelukkige Mandarijn, dat ik afgelopen vrijdagavond zag met Elsie en Hiphophater. Heel in het kort dan: een beknopte samenvatting kunnen jullie lezen op Hiphophaters deze week op poten gezette weblog (bezoek die site!), en ik zou er weinig aan toe willen voegen. Goed, het duurde vreselijk lang voor het verhaal eens goed op gang kwam en voor de meligheden achter de rug waren. En het duurde wat lang voor ik accepteerde dat mensen in toneelstukken (en halve musicals) zomaar ineens in gezang uitbarsten. Ik moet daar namelijk altijd een beetje om gniffelen, als mensen zomaar in gezang uitbarsten. Vooral als het niets met de plot van doen heeft. En als ik dan Elsie aankijk, en die zit ook te gniffelen, nu, dan kun je me wegslepen uit zo'n theater. Strak vooruitkijken was dus het enige wat ik kon doen.

En ik weid niet uit over het msn-gesprek dat ik gisteravond had waarin iemand me nieuws vertelde dat me zeer bedroefde, en waarin hij me een speech toezond die me erg ontroerde, omdat er ware dingen in gezegd worden. Ik denk daar vandaag veel aan.

Nu ja, morgen begin ik maar eens aan wat jaaroverzichten. Te beginnen met de 21 Liederen Die Er Dit Jaar Toe Deden.

V.

maandag 13 december 2004

IK VERSTREK HIER DE ANTWOORDEN

Nathaly vraagt: Waarom is het hier zo stil?
Wel, Niels schrijft hier nooit meer iets, dus ik maak hier de dienst uit. En ik had een paar drukke dagen. Ik was naar het toneel, naar het pannenkoekenhuis, naar het café, naar de supermarkt, naar een verjaardag, naar mijn werk.

Jenneke vraagt: Zo stil is het hier toch niet?
Zeg het ze, Jenneke.

Nicoliene vraagt: Is jouw huis gisteren ook op tv geweest?
Nee hoor. Wij wonen niet op de Markt.

Wendy vraagt: Wat voor drinken heb je allemaal?
Koffie, vele soorten thee, instant-cappuccino, champagne, witte wijn, rode wijn, bier (alleen voor gasten), melk, ijsthee, limonade, sinaasappelsap, Crystal Clear.

Femke vraagt: Waarom zegt Vincent niets?
Vincent beroept zich op zijn zwijgrecht.

Ionica vraagt: Wat is er nou precies na de dood?
Na de dood is er een begrafenis dan wel een crematie. Dat hangt er een beetje van af. Enerzijds moet je de laatste wens van de overledene respecteren, anderzijds zijn er de nabestaanden, die ook allerlei behoeftes hebben. Ik bedoel maar: voor je het weet sta je in iemands antieke kast in de woonkamer. Of je graf wordt geruimd voor er 10 jaar om zijn. Of je wordt 'bijgezet' in een Delftse kelder. Alles is mogelijk, Ionica.

Merel vraagt: Hoe is het zover gekomen?
Het was eerlijk gezegd zover voor ik het wist.

Harold vraagt: Ga je naar Snow Patrol in Paradiso, Vincent?
Nou, dat is nog best een goed idee! Vooralsnog was ik het niet van plan, maar vertel me er eens meer over, wil je? Wanneer is het?

Nienna vraagt: Hé Vincent, kun je een beschrijving geven van het prachtboek Blauwe ogen? Ik ben benieuwd.
Ik houd die nieuwsgierigheid graag nog even vast, Nienna. Over een maand kun je er alles van lezen wat je maar wilt.

Nienna vraagt: Ga je meedoen aan Het Groot Dictee vanavond, en zo ja: hoe schat je je kansen in?
Nee, ik doe niet mee. Toch schat ik mijn kansen hoog in. (Uitgaande van de keren dat ik wél meedeed, en van mijn vak.)

Anne vraagt: Hoe was het bij de hypothekenman?
Het was er goed en langdurig. Elsie kreeg er rode wangen van. Er kwamen veel cijfers aan te pas. En een telefoontje. En toen was het allemaal in orde. Dat wil zeggen: de bank moet nog zeggen dat het goed is. Maar dan is het ook écht goed.

Nathaly vraagt: Wat heb je vandaag gegeten?
Spaghetti bolognese.

Nathaly vraagt: Heb je wel eens gebarsten lippen?
Telt een koortslip? Of een 'kusblaas', zoals dat in het zuiden heet? In dat geval: ja hoor.

Nathaly vraagt: Televisie of radio?
Televisie. (Maar liever nog mijn iPod.)

Nathaly vraagt: Bert of Ernie?
Bert natuurlijk.

Ricus vraagt: Redigeert Vincent Blauwe ogen?
Nou en of.

V.

zondag 12 december 2004

SPREEKUUR

Het is weer zover: jullie plaatsen een vraag bij de comments, ik verstrek het antwoord. Verras me maar.

V.

woensdag 8 december 2004

HET ZAL HIER DE KOMENDE DAGEN IETS STILLER ZIJN

Althans, dat vermoed ik. Want het zijn drukke tijden. Ik wil hier overigens opgemerkt hebben dat de letter t op mijn toetsenbord het steeds slechter doet. Af en toe blijft hij haperen. Nu ja, mochten jullie er af en toe een missen, dan wee je hoe het komt.

Dus het wordt hier de komende dagen wat stiller. Ik voel me daar enigszins bezwaard onder, nu Niels hier al 5 weken niets heeft geschreven en ook niet de indruk wekt dat snel weer te gaan doen. Ik bedoel: jullie zijn een beetje afhankelijk van mij en van elkaars comments.

Waar ik me dan zoal mee bezighoud de komende dagen? Ja, die vraag zag ik aankomen. Wel, morgen gaan Elsie en ik naar de Grote Hypothekenman. Die gaat ons van alles vertellen, uitleggen, op de mouw spelden, enzovoort. Dan is er vrijdag de afspraak met de aanstormende tijdschriftredacteuren Femke en Monique, over wie ik hier gisteren al vertelde, en ja hoor, 's avonds is er gewoon bezoek. Dan gaan Elsie en ik met Hiphophater - jullie kennen hem van al zijn olijke comments op deze site - naar het Delftse theater. En zaterdag dan? Nu ja, zaterdag valt het allemaal wel mee. Er vindt hier een uitvaart plaats, of een 'bijzetting', zoals dat heet als je in een Delftse kerk wordt opgesloten. En ik zal naar de kapper gaan, want mijn manen nemen groteske vormen aan. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, probeert het meisje Annika mij gebarentaal te leren. Ik zit tegenwoordig regelmatig met haar in de trein, maar tot nu toe ken ik slechts de gebaren die 'Elvis' en 'panda' betekenen, dus de woorden 'dat neemt een grote vaart' of 'veelbelovende leerling' zijn nog niet op hun plaats.

Weet je wat? Ik kom er later nog eens op terug. Ik heb wel meer te doen. En jullie ook, dat begrijp ik best.

Voor de derde en misschien wel laatste keer (en naar het zich laat aanzien alleen voor Janneke): een liedje van broer Joey.

V.

dinsdag 7 december 2004

MAN UIT HET VAK

Ik was nog maar net binnen of de telefoon ging al. 'Hoi, met Femke,' sprak een meisje, 'je kent me misschien niet meer, maar ik was dit jaar op het Nymph-feestje en...' En op dat punt onderbrak ik haar. Ik zei: 'Ja hoor, ik herinner me jou. Jij heet Femke van H.' En ik somde een aantal feiten op die er niet om logen. Kortom: ik wist met wie ik te maken had. Femke en een vriendin van haar richten een tijdschrift op in verband met een afstudeerproject. Voordat ze dat tijdschrift echt lanceren, willen ze nog afspreken met een aantal 'mensen uit het vak'. Ter lering, vermoed ik. En nu ja, daarom belde ze mij dus.

Eerlijk gezegd zie ik mezelf niet als man uit het vak. Ik ben een man uit het boekenvak, niet uit het virtuele-tijdschriftenvak. Ik was een man uit het vak, dat wel. Ik wist bijvoorbeeld uitstekend hoe je 8 jaar lang een literair tijdschrift kon maken dat door hooguit 200 man werd gelezen, en daar nog een uitgever voor te vinden ook. Zo'n man was ik. Niettemin: ik verheug me op het gesprek. Eerst krijg ik morgen wat literatuur toegestuurd. 'Ik weet niet of je wel tijd hebt om het allemaal te lezen,' zei Femke nog. Maar och, waar zal het helemaal om gaan? Ik vermoed dat ik een soort vragenlijst toegestuurd krijg. Een lijst met aandachtspunten. Zodat ik me kan voorbereiden op ons gesprek van aanstaande vrijdagmiddag.

Ik voel me wel gevleid eigenlijk. Ik ga het ook op kaartjes laten drukken. 'Vincent Schmitz, Man uit het Vak'. Dat staat een stuk professioneler. Als je me tegenkomt, vraag me dan naar zo'n kaartje. Ik zal je er met liefde een geven.

V.

P.S. Voor wie gisteren niet genoot van broer Joey's liedje, of voor wie er juist niet genoeg van kan krijgen: hier een link naar een ander liedje!

maandag 6 december 2004

NU ALLEMAAL EVEN LUISTEREN

Ik had toch even niets te schrijven, dus ik dacht: weet je wat? Ik plaats gewoon een link naar een van broer Joey's liedjes van zijn nieuwe demo.

Ik wens jullie veel luisterplezier.

V.

zondag 5 december 2004

NIET PER SE DE KERSTFILM VAN 2004

Ik vind Bridget Jones’s Diary (2001) en Notting Hill (1999) erg leuke films. In het genre. Met 'het genre' bedoel ik romantische komedies waarin Hugh Grant op een of andere wijze een rol speelt. Komedies waarin de jongen en het meisje elkaar vinden na een reeks van obstakels, hindernissen en schrijnende miscommunicaties. Dat genre dus. Elsie is dol op Hugh Grant (op een Puur Lust-wijze natuurlijk, wat dacht je) en als het leven haar ook maar even tegenzit, wordt een van de twee genoemde dvd's te voorschijn gehaald. En dan kijk ik mee. Want ik vind die films ook leuk. In het genre.

Je hebt ook enorme missers in het genre. Wie zich Love Actually (2003) nog herinnert (of mijn genadeloze recensie ervan op deze site), kan erover meepraten. Even het geheugen opfrissen: in Love Actually zaten zo veel hoofdpersonages (wel twintig, meen ik) dat de plot geheel over het hoofd gezien werd. Je zapte van de ene naar de andere intrige zonder dat het je ook maar iets kon schelen, en zelfs Els was niet onder de indruk van Hugh Grants aanwezigheid. Dat Hughs carrière hem sinds enige jaren geen moer meer interesseert, bleek al uit zijn deelname aan Two Weeks Notice (2002). Welnu, dat is Hughs goed recht. Laat het geld maar binnenrollen, nietwaar. Draai die kraan maar open. Hij wordt immers een jaartje ouder, en dat in een onthutsend tempo, en de veelbelovende filmscripts in het genre liggen niet voor het oprapen.

En zo zijn we aangekomen bij Bridget Jones: The Edge of Reason. Els en ik bezochten gisteren een Delftse bioscoopzaal waar maar 2 van de 14 rijen stoelen gevuld waren, wat ik voor de opvolger van het enorme kassucces Bridget Jones’s Diary een beetje karig achtte, zeker als je bedenkt dat de film nog niet zo lang draait. Ik had al enkele negatieve ‘meer van hetzelfde’-berichten over de film gelezen, dus ik was gewaarschuwd, maar een van mijn collega’s was er dolenthousiast over, en, nu ja, je wilt het wel eens met eigen ogen zien, en Elsie wilde dat ook. Ik zei nog tegen die collega van me: ‘Leuk dat jij er enthousiast over bent, want tot nu toe hoor ik er alleen maar narigheid over.’ Ja, zei zij, ‘in de kringen waarin jij verkeert is het natuurlijk in om zulke films af te kraken’. Daar schrok ik even van, want ik baseerde me slechts op de persreacties, en niemand in die zogenaamde kringen van me had de film überhaupt nog gezien (voorzover ik wist), op die collega zelf na. Bovendien, dat ik Bridget Jones’s Diary en Notting Hill leuke films vind, had ik in mijn kringen evenmin ooit ter sprake gebracht, dus wat dat betreft was er niets om ons druk om te maken.

Maar laat ik jullie niet langer ophouden. Bridget Jones: The Edge of Reason is een schim van de eerste film. Een vage, onwelkome, vervelende schim zelfs. Een schim waartegen je zou willen zeggen: was maar weggebleven met je ongeïnteresseerde rothouding. Wat een ongeïnspireerd, duf, saai filmpje was me dat, zeg. De drie helden uit de eerste film zijn hier ineens karikaturen geworden, omringd door bordkartonnen figuranten. Er zit slechts 1 grap in de film waar twee mensen in de bioscoop heel hard om moesten lachen, wat, vergeleken met de lachsalvo's bij Bridget Jones’s Diary, een zeer schamele score genoemd mag worden. Verder valt er heus af en toe iets te gniffelen, maar de algehele houding van de mensen achter deze film leek er een te zijn van ‘We hebben vorige keer al zo goed ons best gedaan, dus laat ons die koe gewoon lekker uitmelken’. Ik vind dat een houding om op te spugen.

Had de eerste film nog enigszins een verhaallijn, dit keer werd daar geheel van afgezien. Bridget Jones: The Edge of Reason hangt van aaneengeregen anekdotetjes aan elkaar en de verwikkelingen zijn onwaarschijnlijker dan de kans dat Phil Collins ooit nog een deugdelijke single opneemt. Als tragisch dieptepunt noem ik hier de scène waarin Bridget in een Thaise gevangenis belandt, en als diep-diep-dieptragisch dieptepunt de daaropvolgende scène, waarin Bridget en haar medegevangenen Madonna’s ‘Like a Virgin’ op een allerlei wetten tartende wijze ten gehore brengen. Alsof je naar een kinderfilm zit te kijken, man! Nu, een volle dag later, ben ik nóg bezig mijn tenen weer terug te krommen. De soundtrack is overigens, geheel in stijl, van een treurig twaalfderangs clichéniveau: is Bridget blij, dan draaien we een clichéliedje met een blije tekst. Is Bridget droevig, dan draaien we een clichéliedje met een droevige tekst. Stel je eens voor dat de kijker niet ogenblikkelijk begrijpt hoe Bridget zich voelt. En ja ja, de zoenscène met het meisje Rebecca had heel aangenaam kunnen zijn, ware het niet dat Bridget zelf zo onaantrekkelijk oogt.

Het had nog best wat kunnen worden met die film. Immers, dezelfde drie hoofdrolspelers begeven zich in dezelfde situaties en zo veel verschillen zijn er niet. Het had gekund. Nu valt er hooguit te lachen om Hugh Grant die zijn ach-wat-kan-mij-het-schelen-blik ertegenaan gooit. Jammer dat je ziet dat hij het dit keer meent. Dat hij denkt: ‘De rimpels verschijnen in recordtempo in mijn voorhoofd en ik pak wat ik pakken kan. Voortaan draaf ik in dit soort wanproducties op, en als het je niet zint, bekijk je je oude dvd’s maar.’

Dat wordt vanavond dan maar weer kijken naar The Englishman Who Went Up a Hill but Came Down a Mountain. Of About a Boy. Of The Remains of the Day. Of Notting Hill. Films waarvoor tenminste iemand z’n best deed.

Overigens: de boekuitgave van Bridget Jones: The Edge of Reason, verschenen bij de Grote Uitgeverij, raad ik iedereen natuurlijk van harte aan. Zo opportunistisch ben ik wel – nog iets opportunistischer en ik mag meeschrijven aan het negen kantjes tellende script van Bridget Jones III.

V.

'SCHRIJVEN KUNNEN ZE WEL...'

Is dat niet leuk? Niels & Vincent wordt besproken op de site van Hendrikx Van der Spek. Ga maar eens gauw kijken.

O ja, we wensen jullie een fijne sinterklaasdag. Uitkijken voor die enge apen die je in een zak proberen te stoppen, en laat ons bij de comments eens horen wat je in je schoen hebt gekregen (of wat je erin had willen hebben natuurlijk - weet ik veel).

V.

zaterdag 4 december 2004

TERUG NAAR VROEGER

Gisterochtend stapte ik met mijn moeder op bus 33 op Amsterdam CS. 'Snel,' riep ze nog, 'hij gaat net vertrekken.' We zouden de plaatsen uit mijn vroege jeugd gaan bezoeken: de plaatsen uit de jaren 1976-1983. In 1983 werd ons gezin door een echtscheiding getroffen (och, ik wil het ook wel eens dramatisch verwoorden), en verhuisde ik met mijn moeder en broertje naar Lelystad, terwijl mijn vader naar Amsterdam-Zuidoost verhuisde. Jullie hebben helemaal niets aan deze informatie, maar het plaatst wat ik verder ga vertellen in een kader.

Vlak bij de montessorischool waar ik ooit op zat, stapten we uit. Ik dacht dat die school allang verdwenen was (opgeheven, afgefikt, weggevaagd), maar nee hoor, hij stond er nog. 'Ik ben hier al 21 jaar niet geweest,' mompelde ik tegen mijn moeder, terwijl ze me op de foto zette met het schoolhek. De naam van de school was veranderd, maar het was nog steeds een montessorischool. Ik zag veel kinderen spelen die er toen nog niet waren, maar ja, wat wil je. Ik heb maar niemand aangesproken met de mededeling dat ik ooit op die school zat - toen ik nog hun lengte had, zeg maar -, want dat geloven ze natuurlijk nooit.

We liepen door, richting de straat waar ik werd geboren en waar ik leerde praten (zij het met moeite) en fietsen en schrijven en rekenen en, tjonge, wat leer je allemaal niet in de eerste zes jaar van je leven. De flat zelf had ik in 1995 al eens teruggezien, maar dat ter zijde. Mijn moeder en ik gingen op de foto met de flat, en ook bekeken we het armschalige speelplaatsje met de nog armschaliger zandbak. Ergens onder aan een heuvel liep een sloot die er toen nog niet was. Want daar komt 21 jaar op neer in Amsterdam-Noord: er komt een sloot onder aan een heuvel te liggen, er worden wat drempels aangelegd en een montessorischool verandert van naam.

Toen we op 9 hoog stonden in de flat, voor het huis waar ik ooit opgroeide, wees mijn moeder naar beneden. 'Kijk, dat zijn de volkstuintjes. Daar wees je vader altijd naar en dan zei hij dat daar de kabouters woonden. En dat geloofden jij en je broertje dan.' (Daar zijn we op den duur dus maar mee gestopt, Joey en ik: alles aannemen wat men je probeert wijs te maken.)

We gingen de flat in en speurden op het bellenbord naar namen van mensen die ooit onze buren waren. Daar waren er nog opvallend veel van. Mijn moeder gooide briefjes bij enkelen van hen door de brievenbus. Die zullen wel opgekeken hebben.

Verder liepen we, steeds maar verder, tot we de christelijke kleuterschool vonden waar mijn broertje en ik heen gingen. Die stond er dus ook nog. Er klonk nu keiharde sinterklaasmuziek op het schoolplein, van die zogenaamd 'hippere' versies waarbij een olijke zanger de aloude liedjes opnieuw inzingt op een housebeat, in het waanidee dat kinderen dat stoer vinden. (Ik vraag me dat zelf nogal af, of kinderen dat stoer vinden. Eind jaren tachtig was het namelijk al 'modern' om sinterklaasliedjes op een housebeat te zetten. We zijn toch alweer een hele generatie verder?) Tegenover de christelijke basisschool lag nu een islamitische basisschool. Hoe knus. 'Waarom hebben jullie mij eigenlijk van deze school gehaald?' vroeg ik nog. 'We dachten dat een kind als jij beter tot z'n recht kwam op de montessorischool. Zo ging het niet langer.'

De openbare bibliotheek herkende ik zowaar nog. Die boekenliefde zat er kennelijk al vroeg in. Geen van de door mijn vrienden geschreven boeken stond er in de kast. Of die waren allemaal uitgeleend natuurlijk.

En ja, we gingen natuurlijk ook nog het centrum in. Waar mijn moeder ontdekte dat het zwembad in de Heiligeweg nu veranderd is in het winkelcomplex dat de Kalvertoren heet.

Zo gingen we allebei een beetje beduusd weer naar huis. Maar wat was dat leuk, zeg.

V.

woensdag 1 december 2004

DRUKTE

Het wordt dus weer enorm druk in Delft volgende week.

Zal de kerk het houden?

V.