zaterdag 19 februari 2005

TOM JOHNSON WIST VAN NIETS

Zo nu en dan wordt er bij de Amsterdamse literaire stichting Perdu een tijdschrift opgericht. Enkele jaren geleden was er bijvoorbeeld het fraaie Zanzibar, dat zich geheel op de poëzie richtte. (Ik richt mij zelden geheel op de poëzie, maar Zanzibar was een mooi blad. Het verdween sneller dan je had verwacht, zoals dat gaat.) En nu is er Pampus. Donderdagavond werd de allereerste Pampus gepresenteerd in Perdu. Nu ja, de 'allereerste', er was een nulnummer aan voorafgegaan, maar nulnummers tellen niet. Dat doen ze nooit.

Ik ging erheen, naar die presentatie, met mijn vrienden Peter, Esther en Joni van de Grote Uitgeverij. Ik had eigenlijk geen idee dat er een tijdschrift gelanceerd ging worden, ik ging er slechts heen omdat de Vlaamse dichter en romancier Peter Holvoet-Hanssen er een optreden zou verzorgen. (Ik sprak minstens 2 anderen die ook dachten dat het gewoon een grote Holvoet-Hanssen-avond ging worden, en die volkomen verrast werden door dat tijdschrift. 'Verrast', ja, dat is een goed woord.)

Peter Holvoet-Hanssen stal de show natuurlijk, nieuw tijdschrift of niet. Samen met zijn alter ego Enterhaeck nam hij het publiek te grazen door poëzie voor te dragen uit een haast vergane dichtbundel, plots een zwaard te voorschijn te halen, een beat onder het werk van Jacob Cats te zetten, het begrip 'ontvlambare poëzie' te illustreren, Jan Boezeroens lied 'De fles' te zingen, zich aan verkleedpartijen te wagen, etc. Ook was er een lied waarbij het publiek mee mocht doen door een 'We Will Rock You'-gelijk ritme mee te stampen. Het was weer-ga-loos.

In de pauze sprak ik de oud-Nymph-dichter Joost B. Die vroeg mij: 'Hoe zou jij de poëzie van Hans Faverey omschrijven?' 'Poeh,' stamelde ik, 'daar vraag je me wat. Nu overschat je me een beetje, vrees ik.' Ik begon er meteen mensen bij te halen die die vraag beter konden beantwoorden dan ikzelf. Vlak voordat de pauze voorbij was, was men het er zomaar over eens dat Hans Faverey heel komische poëzie schreef. 'Veel grappiger dan de meeste mensen denken,' zei iemand nog. Asjemenou.

En toen was er een tweede optreden. Een jongeman met een bril begon een beetje met zichzelf te dansen en vertelde ons wat hij straks allemaal op de piano ging doen. Terwijl hij ons uitvoerig voorspelde wat ons allemaal voor leuks te wachten stond, stopte hij zijn linkerhand in zijn rechtermouw. En andersom. Als droeg hij een dwangbuis. Zijn motoriek maakte misschien wel deel uit van de act (het ging er lekker experimenteel aan toe), of hij probeerde ons gewoon af te leiden van de curiositeiten die hij ter sprake bracht. Zo was het heel belangrijk dat hij de twee stukken die hij voor ons zou gaan spelen, noot voor noot met ons doornam. En de naam 'Tom Johnson' kwam nogal eens voorbij. Ik hoorde hem zinnen zeggen als: 'Ik ga nu twee stukken van Tom Johnson spelen. Daar ga ik de volgende tien akkoorden voor gebruiken.' (Hij speelde ons de tien akkoorden even voor. Eén voor één. En we stonden al zo'n 10 minuten te wachten tot er eindelijk wat gespeeld ging worden. Man, wat een teaser.) En ik hoorde zinnen als: 'Tom Johnson weet niet eens dat ik die stukken hier voor jullie ga spelen.' En toen, ineens, alsof niemand nog luisterde naar wat hij ons wijsmaakte: 'Tom Johnson weet zelfs niet dat hij het volgende stuk geschreven heeft!'

Joni en ik kregen het te kwaad. We kregen de slappe lach. En dat helpt niet. Als iemand een beetje staat te oreren en met zichzelve staat te dansen, ja, dan zijn we stil. Maar zodra iemand zinnen spreekt als: 'Goed opletten. Ook u kunt dit thuis naspelen' kun je ons van de grond rapen.

Na die twee pianostukken ging hij nog iets leuks doen, maar het was wel jammer dat er twee mannen naast hem kwamen staan die voortdurend door zijn gefluister heen mompelden. Of door zijn gemompel heen fluisterden. Het was alleszins onbegrijpelijk, maar je zag dat die drie mannen zelf Heel Veel Lol hadden. (Na tien minuten driemansgefluister zei ik tegen Joni: 'Ze zijn waarschijnlijk nog niet eens halverwege.')

Experimentele kunstvormen, dat is altijd een beetje schrikken.

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten