zondag 15 februari 2004

STRAATTAFERELEN (2)

Ze zitten altijd in het kleine parkje niet ver van mijn huis. Ze zoenen voortdurend. Op het bankje hebben ze hun naam geschreven. Hij is een magere jongen met een leren jas. Zij een klein meisje met een volle rugzak. Als ze afscheid nemen, klungelt zij nog minstens een kwartier met haar hoofddoek.

N.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten