woensdag 5 mei 2004

VICTOR ZEGT:

Ooit had ik een oom die mij Victor noemde. Ik was nog een kleine Vince, maar elke keer dat hij me zag noemde hij me Victor. Ik dacht daar toen het mijne van, herinner ik me, maar echt vervelend vond ik het ook weer niet. Overigens heb ik die oom nog steeds (ik heb er zelfs wel twee), maar tegenwoordig zegt hij altijd Vince tegen me, zoals vrijwel al mijn vrienden, collega's en familieleden. Je dwingt dat af op den duur. Mensen die een keer Vinnie zeggen, doen dat daarna nooit meer.

Waar ik het eigenlijk over wilde hebben: ik ben vandaag weer eens Victor genoemd door iemand. Een Duitse vertaalster, die ik nooit heb gezien of gesproken, maar die me sinds gisteren allerlei narrige mails stuurt - en zich daarvoor verontschuldigt door te vermelden dat haar hand in het gips zit -, begon haar vijfde mail plots met 'Beste Victor'. Hels word ik van zulke dingen. Het gebeurt me steeds vaker. Pas nog deed een andere vertaler het, alweer in een mail. Ik ken ook een dichter die me soms met 'Ha Victor' begroet. (Aan de andere kant: een jaar of twee geleden werd ik door een oud-Nymph-redactrice begroet met een 'Ha, die Niels'. Zo zout heb ik het nog nooit gegeten.)

Nu vraag ik jullie: is het werkelijk zo moeilijk de namen Vincent en Victor uit elkaar te houden? Ligt het aan mij? Die namen betekenen min of meer hetzelfde, ik weet het, maar toch: ik vind het vreemd.

Iets heel anders: de gracht waar de Grote Uitgeverij aan ligt, is met allerlei linten en busjes afgezet in verband met Amerikaanse filmopnamen. Het is dat collega Elaine me erop wees, anders had ik nooit geweten waar die linten toe dienden. Laat staan die filmsterren.

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten