Soms vallen boeken gewoonweg tegen en soms zijn ze zo verrassend goed dat je het iedereen wilt vertellen. Vorige week noemde ik Toby Litt's nieuwste roman Finding Myself een Boek Die Er Toe Doet Deze Zomer. Eerlijk gezegd vond ik het boek ronduit slecht. Het was niet te verwachten dat hij zijn magistrale deadkidsongs zou overtreffen. Dat bewees de wat rammelende verhalenbundel Exibitionism al, hoewel hier enkele Prachtstukken staan.
Nu is Litt doorgeschoten in het vervolmaken van zijn karakters. Victoria About, een wat gezapige schrijfster van pakweg dertig jaar vraagt een stel vrienden in een huis te gaan zitten, terwijl ze door spionagecamera's in de gaten gehouden worden. Dit alles moet materiaal vormen voor haar nieuwe boek. Finding Myself is vormgegeven als een gecorrigeerd manuscript, een verwoede poging om van de gebeurtenissen in het huis een spannende roman te maken, noem het een dagboek, compleet met correcties in de kantlijn.
Litt faalt op meerdere gronden. Hij heeft met Vicoria About een ronduit saaie, en slecht schrijvende protagonist in handen. De close-readingadept zal zeggen dat dat nu juist de bedoeling was, maar ik kon alleen maar verveeld gapen. Het lijkt allemaal net teveel op de echte Big Brother. Met beelden wil zoiets nog even fascineren, met slechts de vaak ronduit rommelige uitwerking van About is het voortdurend een gelaten wachten op wat gaat volgen.
Bovendien, en dat is erger, lijkt Litt zich te uitgesproken te verschuilen achter zijn alter ego. Litt is een fantastisch stylist, met een geweldig goed oog voor sfeer. Hier valt het allemaal dood. Op dit moment ontbreekt mij de tijd te schermen met citaten (we liggen momenteel steevast onder granaatvuur) maar ik ben zinnens hier nog op terug te komen. En passant zal ik dan ook me wijden aan het prijzen van zijn andere werk.
Wat me deed verbazen in al zijn genialiteit is Yann Martel's Het Leven van Pi. De belachelijk premisse, jongen lijdt schipbreuk samen met een volwassen Bengaalse tijfer, wordt zo beeldend, zo logisch, zo wondervol ontroerend beschreven dat hier alleen een heel , heel diep buigen past. Martel brengt zijn prijswinnend boek weliswaar, net zoals Litt, in de vorm van een "gevonden manuscript", hier is een uitermate bekwaam en origineel schrijver aan het werk. Zelden een boek gelezen waar het sterven van dieren, het oerinstinct van de mens om te overleven en de wankele grens van fantastie en realiteit op een pakkender en geestiger wijze werd opgeschreven. Het Leven van Pi heeft alles in zich om al draak gekenmerkt te worden, maar gaat nergens over de schreef. Ik zeg: allemaal lezen! Het is een boek dat lang in je gedachten blijft rondzingen. Als was het maar om de ronduit geweldige stijl van Martel. Dat de man een ronduit wereldvreemde idioot is (zo bleek uit een artikel van collega Arie Storm) moet je in dit geval maar vergeten.
N. Op een avond, met nachtkijker en mortierwerper paraat, de soundtrack van Amelie op de discman om het geraas van de wapens te verdrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten