maandag 19 april 2004

IJZERTIJD

Op aanraden van het meisje Sabrina las ik de afgelopen dagen J.M. Coetzee's IJzertijd. Eerder las ik zijn In ongenade, dat ik een heel goed boek vond, en dat me de indruk gaf dat die Nobelprijs van vorig jaar wel eens terecht kon zijn, maar IJzertijd viel me een stuk zwaarder. Ik moet erbij zeggen dat diezelfde Sabrina me ervoor waarschuwde. Ze zei nooit letterlijk: 'Dit is een taai, log boek, en je krijgt het slechts met moeite uitgelezen', maar daar leek het wel op neer te komen, ook al bleef ze het me aanraden. Enkele weken geleden vroeg ze me nog of ik het nu eindelijk eens had gelezen, en vervolgens zei ze: 'Nu, ik neem het gewoon wel voor je mee. Dan leen je het maar, en dan lees je het.' En zo geschiedde. Ik geef toe: IJzertijd biedt een ontluisterend beeld van de eeuwigdurende Zuid-Afrikaanse problematiek (uit de jaren vóórdat Mandela werd bevrijd dan nog), maar zoals de stervende hoofdfiguur Elizabeth Curren de lezer en al haar medepersonages toespreekt, wel, zo spreekt niemand. Welk een merkwaardig taaltje hanteert die vrouw. Niemand neemt voortdurend zulke beladen termen, frasen en uitweidingen in de mond, en allemachtig, de hele roman wordt de indruk gewekt dat de onwel riekende zwerver Vercueil de engel is die haar komt vergezellen op haar doodstocht, maar ik vond het allemaal niet zo best uit de verf komen. Om het zo maar eens te zeggen. Het kan dat ik hier wat nuances over het hoofd zie. Zo gaan die dingen soms. Oud-Nymph-collega Judith J. klonk ook niet erg genuanceerd in haar bespreking van Gevoel, Arie Storms nieuwste prachtboek, in de Volkskrant van afgelopen vrijdag. Toen ik dat stuk las, dacht ik eerst nog: hoe zullen we het nu hebben? Maar wie weet wat er allemaal gebeurt op de redactie van die krant, en wat Judith verder zoal bezielde. Ik spreek hier geen kwaad van haar, slechts van die recensie.

Nu, ach, het regent weer. Ik vind dat jammer. Ik loop in ene over straat met 'When I Come Around' van Green Day op mijn diskman. En ik herinner me een zomerdag, juni 1995. Het was bloedheet, en ik liep met datzelfde nummer over straat, maar dan op mijn walkman, want laten we eerlijk zijn: het waren andere tijden, en in die tijden liepen alleen wereldvreemde gekken met maniakale blikken met diskmans rond. Ik herinner me hoe ik te voet de route aflegde van het Lelystadse station naar het huis van mijn toenmalige vriendinnetje. Zij bleek niet thuis, maar wel had ik een moeizaam gesprek met haar moeder. Ik zei haar: 'Jullie willen niet dat zij met mij op vakantie gaat.' De moeder zei: 'Daar hebben we zo onze redenen voor, maar dat zal ze je zelf nog wel uitleggen.' En weg liep ik weer, duistere tijden tegemoet.

Iets later was ik dan weer vrijgezel. En ging ik op vakantie met drie vrienden naar het schitterende Barcelona.

Die roman over mijn Lelystadse jaren, ooit gaat die er natuurlijk komen. Vooralsnog zou het al mooi zijn als ik hier stukjes schreef met een kop en een staart. In dat geval zou ik hier weer uit moeten komen bij Coetzee en het meisje Sabrina, maar dat kunnen jullie mooi vergeten.

V.

P.S. Bij RTL4 gebeurde dit weekend iets heel merkwaardigs. Op de een of andere bizarre wijze kregen wij, het Nederlandse publiek, een verdwaalde aflevering van Idols uit een parallelle wereld voorgeschoteld, waarin Marlies werd weggestemd. Volgende week wordt de boel natuurlijk weer rechtgezet, en is Marlies er gewoon weer bij, maar het kwam Elsie en mij toch maar vreemd voor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten