Zo'n tweede pinksterdag, die sla ik in het vervolg gewoon over. Het begon toen ik veel te laat opstond (altijd een veeg teken), en het einde is nog niet in zicht. Misschien begon het zelfs al eerder, toen ik half wakker werd uit dromen die ik me nu niet meer herinner, maar waarvan ik vanmorgen vroeg waarschijnlijk zo ongeveer dacht: 'Wat is dit eigenlijk voor ongeïnspireerde rotdroom?' En: 'Wat hier nu weer van te denken?'
En de dag sleepte zich voort. Alsof ik tegen de stroom in zwom. Alsof niets het beter zou maken. Het was een dag vol weltschmerz. En ook weemoedigheid. Bozer dan mijn oog kwam je ze vandaag niet tegen.
Morgen tref ik vriend Janwillem in de lunchgelegenheid die we nu al een jaar of vier bezoeken. Janwillem weet altijd trefzeker de vinger op de pijnlijke plek te leggen. En er dan flink hard op te duwen. Maar je zult zien: dan kan ik er weer een maand tegenaan.
V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten