En nu is het genoeg geweest. Ik ben heel vriendelijk geweest voor de lente. Welwillend, zou ik zeggen. Ik was mild voor de lente, ik had het goed met haar voor. Soms liet ze zich zien, om zich vervolgens heel snel achter een gordijn te verschuilen. Soms kwam ze me tegemoet, dan weer lachte ze in haar vuistje. De lente speelde een spelletje met ons. De lente was vals.
Ik stel voor: we gaan nu met z'n allen een maand of 4 terug in de tijd. Ja, 4 maanden moet precies voldoende zijn. We schudden het weer van de laatste tijd van ons af. Alles zal weer fris zijn. En we zullen ons gezamenlijk inzetten voor de lente van 2005. Omdat we er recht op hebben. En omdat ik het - eerlijk gezegd - nogal stupide vind dat ik door dat teaserige weer met een verkoudheid zit. Voor je het weet, beginnen mijn ogen ook nog te tranen. En waar zijn we dan?
Kortom: morgen worden we met z'n allen wakker en is het, bijvoorbeeld, 1 februari. We schudden onze winterjassen van ons af en zetten ons in voor de lente.
V.
P.S. Het kan natuurlijk ook dat morgen de zon weer schijnt - en dat ze aanhoudt. In dat geval heb ik niets gezegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten