Gisteren waren Elsie en ik op bezoek in Lelystad, waar mijn ouderlijk huis staat. Mijn moeder vierde haar 51ste verjaardag én moederdag, want die twee festiviteiten vallen soms samen (ze is feitelijk vandaag jarig, op moederdag dus, maar gisteren werd het gevierd). Zelden heb ik zo veel complimenten gekregen over mijn verschijning als gisteren. Nu is je familie je natuurlijk algauw goedgezind, maar het begon al toen ik in de deuropening stond en mijn moeder dacht dat ik was afgevallen. (Wat ik altijd een dubieus compliment vind, want hoe zat dat nu? Móest ik dan nodig afvallen? Liep het uit de hand met mijn omvang? Word ik dan altijd in het ongewisse gehouden?) Nu ja, kortom, ik stal de show gisteren. Zo moeten jullie het ongeveer zien.
Gisteren kwamen veel onderwerpen ter sprake, maar de onverklaarbare wijze waarop alles werd teruggevoerd op mijn verschijning (van een 'Hij ziet er zo gelukkig en op z'n gemak uit' tot een 'Hij laat z'n haar wel eens te kort knippen, maar nu zit het precies goed', en van een 'Die kleren staan je zo goed dat ik ze vannacht maar gewoon zou aanhouden als ik jou was' tot een 'Als ik jonger was, en vrijgezel, dan wist ik het wel' - die laatste opmerking was overigens van een vriendin van mijn ouders. Dat jullie niet denken: wat is dat voor enge, ongezonde familie?), gaf me nu en dan het idee dat ikzelve mijn verjaardag vierde. Het had iets onverwacht feestelijks. De opmerking van oma Bep dat ik wel spoedig last van haaruitval zou krijgen, waaide dan ook geheel aan me voorbij. Broer Joey zei: 'Als er hier iemand kaal wordt, dan ben ik dat.' Alsof hij zich erop verheugde.
Verder bleken broer Joey en ik het geheel eens over het Europese Grondwet-referendum, werd er gespeculeerd over de naderende dood van Billy Joel (ik wist van niets) en werden er handeltjes opgezet in een en ander. Meer vertel ik jullie niet, want ik ben in een discrete stemming. (Maar vanavond, na een aantal glazen wijn, zal ik je uit baldadigheid wellicht van alles op de mouw spelden.)
Toen we de feestelijkheden weer achter ons lieten, was het tijd om oma Bep naar huis te brengen. Dat deden Els en ik zoals alleen wij dat kunnen (met omwegen, verkeerde afslagen, veel gedoe en een aanhoudende felle zon die recht mijn linkeroog in scheen). We liepen nog even nietsvermoedend met haar mee naar binnen, waarop oma Bep van de gelegenheid gebruikmaakte ons twee van haar vier videorecorders te tonen. We zaten nog niet goed en wel of er spatte al een Duitse schlager van het scherm. Terwijl Els en ik elkaar het teken gaven waarmee we altijd bedoelen: 'Moet je die ouwe nicht die showtrap eens zien afdalen', zei oma Bep: 'Dat leek me nu een leuke, aardige man. Maar hij blijkt een homo.' 'Is het heus?' vroeg ik nog. Maar je zult het net zien: voor we de kans kregen er dieper op in te gaan, bleek het zomaar tijd om weer naar Delft af te reizen.
Ik ontstak de autolichten, want het werd al donker.
V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten