dinsdag 19 oktober 2004

TROTS

Er was een tijd dat er bij ons op de Grote Uitgeverij niet genoeg Susannes en Suzans konden werken. De ene na de andere werd bij ons aangenomen; de receptionistes hadden de grootste moeite om iedereen met de juiste Susanne door te verbinden, en de interne post werd een chaos. Ik heb er een tijdje over gedacht mezelf ook Susanne te noemen, om zeker te blijven van een aanstelling. Ik vind namelijk dat trots niet boven alles gaat. Als ik vervolgens niet zulke provocerende initialen met me mee had moeten dragen, had ik het zomaar gedaan.

Nu is het tij echter gekeerd. Publiciteitssuzan geeft donderdag een afscheidsfeestje. Verkoopsusanne houdt moedig stand, gelukkig maar, maar intussen gaat Susanne-van-mijn-afdeling er binnenkort ook vandoor. En dat vind ik nogal jammer, ik. Ik heb nooit langer met iemand op één kamer gewerkt dan met haar. Ik kan heel sentimenteel worden in die dingen, dat merken jullie wel. Trots gaat namelijk niet boven alles.

(Ik had in voorgaande alinea graag een link bij Susannes naam geplaatst, maar de vorige keer dat ik dat deed, was er sprake van donder en bliksem, en veel onheil bovendien.)

Dus toen gingen we maar eens lunchen vanmiddag. Want binnenkort kan dat niet meer. De plaats waar Susanne voortaan werkzaam zal zijn, is bepaald niet 'om de hoek'. We gingen lunchen in het etablissement waar het meisje met de afschuwelijke stem werkt. Nog altijd. We gingen helemaal bovenin zitten, en dan word je algauw over het hoofd gezien. Terwijl wij daar zaten te praten over de Dingen des Levens, en onze drankjes allang op waren, kwam het meisje met de afschuwelijke stem naar boven. Ze keek alsof ze er al van uitging dat we haar met een stuk hout te lijf zouden gaan, en dat op een meedogenloze, nietsontziende wijze. Ze sprak: 'Sorry, ik was jullie helemaal vergeten. Nu krijgen jullie een gratis drankje van ons.' Dat laatste hoorden we net op tijd; ik kon nog juist het stuk hout weer naast me neerleggen.

Intussen dacht ik nogal regelmatig: 'Binnenkort is Susanne zomaar weg, en wat beginnen we dan?', maar dat zei ik natuurlijk niet. Ze gaat nu dichter bij huis werken, en daar valt ook veel voor te zeggen. En mailen zullen we, als het uitkomt. En dan zal zij af en toe vragen: 'Dat meisje met die afschuwelijke stem, is zij er nog altijd?' En dan zal ik 'Ja' antwoorden, want liegen gaat me slecht af.

Nu ja, we hebben nog even tijd om aan het idee te wennen. En voor die tijd is er dus nog een ander afscheidsfeestje. Ik ga hier niet droever doen dan nodig is. Ik heb ook zo mijn trots.

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten