woensdag 12 januari 2005

GROEPSGESPREK

Ik werd door een paar mensen gebeld.
‘Hoe gaat het?’ vroegen ze allemaal.
‘Wel goed, hoor,’ zei ik. (Dat is mijn antwoord al bijna een jaar als mensen vragen hoe het met mij gaat. Soms draai ik het ook weleens om: ‘Goed wel, hoor’ zeg ik dan.)
‘Ja, ik las je stukje op de site en ik dacht: eens kijken hoe het eigenlijk in het leven zelve met hem gaat,’ zeiden ze.
‘Welk stukje?’ vroeg ik.
‘Over The Trip. En over Giel Beelen.’
‘O, dat.’
‘Ik vond het nogal fascistisch,’ zei er een.
‘Die opmerking over Sri Lanka kon echt niet, hoor Niels,’ zei een ander.
‘Die meisjes zijn vervelend, maar met het hoofd tegen beton zwiepen…’ zei weer iemand anders.
‘Ik moest er hard om lachen!’ riep de laatste.
‘Tja,’ zei ik.
‘Het zou zomaar kunnen dat je daardoor die toffe parttime baan niet gekregen, door die site van je. Die rare dingen die je soms schrijft...’
‘Of dat sommige mensen je niet meer bellen. Dat ze denken: die Niels is hartstikke gek. Dat komt nooit meer goed.’
‘Wat zegt Vincent er eigenlijk van? Of je ouders? Of je uitgever?’
‘“Die tanden! Die tanden!” Prachtig!’
‘Ach ja,’ antwoordde ik.
‘Als ik je spreek lijk je best in orde, maar als ik dit soort dingen lees…. Dan twijfel ik.’
‘Gaat het écht goed met je?’
‘Zullen we anders eens iets leuks gaan doen?’
‘Zie je hoe sommige fans zich inene tegen jou keren? De absurditeit! Ga er maar eens overheen!’
‘Och,’ mompelde ik.
‘Ik hoop dat je wat leukere stukjes gaat schrijven.’
‘Niet zo negatief doen, joh.’
‘Volgende keer als ik ga kijken, verwacht ik een heel lieve post, oké?’
‘Zie je donderdag, makker!’
‘Is goed,’ zei ik, ‘Dag!’

N.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten