dinsdag 30 november 2004

NIET TE STOPPEN

Rem ons maar eens af. Houd ons maar eens tegen. Het is vandaag de laatste dag van de maand. Bij Niels en Vincent betekent dat: kijken of we onze bezoekcijfers van de maand daarvoor hebben verbeterd. Wie een teller installeert op zijn site, kan allerlei gegevens nagaan. Daar hoef je niets voor te doen, dat wordt allemaal netjes voor je bijgehouden. En zo kan ik zien dat we elke maand nét iets meer bezoekers hebben dan de maand ervoor. Augustus (3617) was goed, september (3700) was beter, oktober (3777) was veelbelovend, maar november, ja ja, ik durf het wel alvast te zeggen, gaat daar zomaar overheen. De teller staat nu op 3774, en dat is al een overwinning op zich, want november telt een hele dag minder dan oktober.

Terwijl ik dit typ, hebben we nog 4 bezoekers nodig om ons maandrecord te verbreken. Ook jullie kunnen hieraan bijdragen! Ook jullie kunnen tot het glorieuze gezelschap bezoekers behoren! Maak een lange neus naar al die mensen die in oktober langskwamen en bezoek ons dubbel! (Wat ook altijd helpt: deze site eens aanklikken.)

In december is ons streefgetal 4000. Noem ons ambitieus. Noem ons naïef. Noem ons 'niet goed bij het hoofd'. Maar als we die 4000 niet halen, eet Niels zijn hoed op (inderdaad, de hoed die ik vorige week nog beschreef). Wat zeg ik, jullie mogen ons gerust afrekenen op die 4000. Ik weet ook niet waarom ik dat nu zo verwoord, 'ons afrekenen op iets', maar ik hoor dat de laatste jaren veel gezegd worden, dus ik wil niet achterblijven.

En zeg nu zelf: jij wil toch ook een record vestigen? Jij wil toch ook een winnaar zijn? Bezoek Niels en Vincent en doe je ding.

V.

maandag 29 november 2004

O, MIJN OUBOLLIGE LEVEN

Jullie hadden het als vaste lezers misschien al een tijdje door: er valt hier weinig te beleven. Niels en ik maken vrijwel niets mee. En als we tóch iets meemaken, verzwijgen we het. Of we zwakken de gebeurtenissen een beetje af. Jullie vinden dat wel best zo. Jullie hebben daar geen moeite mee. Jullie komen hier niet voor opruiende, spannende, stoere taal, is het wel?
En dan is er mijn tante Anne. Zij is ook een van de vaste lezers van onze site. Dat juichen we toe, Niels en ik. We schrijven hier bij de gratie van de vaste lezers. En ook tante Anne is een strijdster van het vrije woord, zo blijkt uit de comments op mijn stukje van gisteren, waarin ik op sobere en eenvoudige wijze een ontroerende scène met mijn schoonvader trachtte neer te zetten. Misschien vertolkt tante Anne wel de mening van velen, maar voor ons was het toch even schrikken:

‘Laat ik nou altijd denken dat mensen van jouw leeftijd een bruisend leven hebben. Maar nee, met je schoonvader heen en weer naar Hoek van Holland. Het toppunt van oubolligheid! Als die accu nou weer eens bijna leeg is, gooi dan een koffertje in de auto, sleep je vrouw mee en rijd in één ruk naar Parijs. Vier feest tot diep in de nacht, ga ’s morgens ontbijten op een Parijs’ terras, ga desnoods nog even naar het Louvre en zowel jouw accu als die van je vrouw en je auto zijn weer opgeladen! Kom op, zeg, met je schoonvader naar Hoek van Holland!!!’

Ja, dat zagen jullie al aankomen. Jullie dachten natuurlijk ook: ‘Je kunt ons wel blijven provoceren, Vince, met die oubollige praatjes van je, maar je komt jezelf nog wel tegen. Met dat gezeur over je huis en je vrouw en je katten en je werk heel de tijd. Loser. Lapzwans. Saaie piet. Nietsnut. Lafaard. Stumperd. Luie aap. Ga toch wat doen, man.’
Het roer gaat hier dus om. Voortaan vertel ik hier de naakte waarheid. Niet meer van dat oubollige, daar stoppen we maar eens mee. Niets blijft meer onbesproken. Ik noem hier: de cocaïneverslaving, de wapensmokkel, de ochtendlijke bezoekjes aan het Louvre, de glitterpakken, de uitspattingen met onze groupies, mijn strafblad, de kogelvrije vesten, rellen en opstootjes, onze vrienden in de onderwereld, alle keren dat we met ons hoofd in een toiletpot hingen (als gevolg van die al te dolle feesten) en de keren dat we met een balkje over onze ogen in de krant geportretteerd stonden.
En steeds als jullie denken: ‘Nee, Vince, nu maak je het echt te bont, dit verzin je, dit kán gewoon niet waar zijn’, dan weten jullie dat ik een stukje voor mijn tante heb geschreven.

Vooralsnog zou ik graag alle mensen van mijn leeftijd met een bruisend leven willen oproepen iets van zich te laten horen in de comments.

V.

zondag 28 november 2004

MISSCHIEN MOEST IK EENS WAT VAKER VOOR MEZELF KOKEN

Ja, dat schoot me ineens te binnen, toen Els aankondigde weer voor een tijd van huis te gaan: ik zou ook eens voor mezelf kunnen koken. Een van de prachtcadeaus die Els en ik voor ons huwelijk kregen, was een boek waarvoor alle aanwezige gasten een zelfgeschreven recept hadden aangeleverd, vaak versierd met tekeningen, foto's en andere illustraties. En uit bijna alle bijdragen sprak die 'Ja, Vince, je kunt best eens voor jezelf koken'-toon. Nu, dat heb ik zojuist gedaan. Ik ben begonnen met Niels' Helse Spaghetti. Ik had niet gedacht dat het in één keer zou lukken, maar ja hoor: alles brandt nu. Er is nog maar weinig wat ik niet kan, wat jullie.

Gisteren sprak Els' vader me aan op msn met de mededeling dat we beter voor onze auto moeten zorgen. Onze accu raakt nog wel eens op, vooral in de winter. We gebruiken onze auto namelijk heel weinig, afgezien van de wekelijkse boodschappen. Hij zei: morgen gaan jij en ik een eindje rijden. Ik antwoordde: dat is goed.

Vanmiddag om twee uur haalde hij me op. We liepen naar de auto. Ik nam plaats achter het stuur, en hij naast mij. Hij zei iets als: 'Ga hier maar linksaf. Dan gaan we even de snelweg op.' Het was weer net alsof ik rijles had.

Het was druk op de weg. Blijkbaar waren veel mensen bezig hun accu te redden op de snelweg, al dan niet in het gezelschap van hun schoonvader. Toen ik al bijna in Hoek van Holland zat, zei Els' vader: 'Zo is het wel genoeg. Laten we hier rechtsaf gaan, dan gaan we weer naar Delft. Nu kan de accu er weer een maand tegenaan.'

Ik had 40 kilometer gereden. Els en ik doen normaal een paar maanden over die afstand.

Jullie nog iets meegemaakt?

V.

zaterdag 27 november 2004

PLAATJE VOOR HIPHOPHATER

En dan wil ik er voorlopig niets meer over horen.

Alsjeblieft.

V.

vrijdag 26 november 2004

EEN MAN ALLEEN - EN ZIJN 2 KATTEN

...alsof er hier iets gebeurt waarover ik zou kunnen schrijven. Puh. Niets van dat al. Er valt niets voor. De Grote Uitgeverij waar ik werk haalt de kranten weer eens, maar mij hoor je er niet over. Ik heb de koude de oorlog verklaard, maar ik doe dat heel stilletjes. Ik zit elke avond allenig me een eind in de rondte te msn'en en een beetje televisie te kijken, maar het leidt allemaal nergens toe. Ook lees ik een paar uitstekende boeken. (Of een paar heel vermakelijke.)

Vanavond gaat er ook niets gebeuren, hoor. Elsie gaat morgen beginnen aan een lang weekendje Parijs met haar moeder, terwijl ik intussen zo ver heen ben dat ik Noni en Teigetje als volwaardige gesprekspartners ben gaan beschouwen, met wie ik kan converseren over talkshowmannen die hun gasten verontrustende uitspraken ontlokken, over de NS die plots weer hapert en stuntelt en struikelt en mankt en hinkt - en dat ook telkens als ik net de trein pak - en over oranje polsbandjes met een krankzinnige Engelse tekst erop (ja ja, Noni en Teigetje juichen de goede bedoelingen toe, maar als zij zo'n oranje ding niet omdoen, doe ik het ook niet - en overigens: wat nou, respect voor iedereen?).

Soms spreek ik een gewaagde volzin uit en kijkt Teigetje me slechts aan met een duizelige blik en lijkt ze te willen zeggen: 'Zeg dat nog eens? Maar dan iets langzamer, zodat ik het ook kan volgen?', maar dan moet je Noni zien. Die kat begrijpt bijna alles. Ik bof maar.

Och, en dan is vanavond nog The Gift te zien op tv. Dat is een film waarvan ik niet veel verwacht, maar het meisje Katie H. is er nakend (of toch op z'n minst schaars gekleed) in te zien, dus dan ben ik de kwaadste niet. Dan ga ik wel kijken, hoor. Ik neem wel plaats op de bank, met mijn glas rode wijn en mijn Scholiertjes, en zo nu en dan is er pauze en dan haal ik iets te drinken voor mij en de katten.

Of zij halen het eens, verdorie. Dat lakse gedrag van ze ben ik beu. Ik heb ze nu honderden keren voorgedaan hoe je een glas wijn inschenkt, en nog altijd zeggen ze: 'Doe nog eens voor? Leg nog eens uit?' Dat moest maar eens afgelopen zijn.

V.

dinsdag 23 november 2004

HET HAD ORGASTISCH KUNNEN ZIJN

I
Ik zag Niels’ nieuwe woonst voor het eerst toen ik er gisteren rond zes uur binnenkwam. Mijn oog viel meteen op de slaapbank die al uitgeklapt stond. Niels zei: ‘Ik zal alvast ons bed opmaken.’ Ik wist al dat ik bij Niels bleef slapen die nacht, maar dit overviel me een beetje.
Ons bed, Niels?’
‘Ja, ik maak het alvast op. Hoeven we dat vannacht niet meer te doen.’
‘Je hebt alleen een slaapbank?’
‘Ja.’
‘En daar gaan wij allebei op slapen vannacht?’
‘Ja.’
‘Aha.’

II
Op een tafel in Niels’ nieuwe woonst zag ik een hoedje staan. Ik vroeg me af wat het daar deed.
‘Ik heb nog nooit een hoedje gedragen,’ zei ik tegen Niels.
‘Waarom probeer je het gewoon niet eens?’
‘Nu je het zegt. Ik wil wel eens zien hoe ik eruitzie met een hoedje.’
Ik liep naar de badkamer en zette het hoedje op. Dat stond me niet slecht.
‘Dat hoedje staat je niet slecht, makker,’ zei Niels toen ik weer in de kamer stond.
‘Zal ik het maar ophouden vanavond? Dat ik dat hoedje op heb tijdens het concert?’
‘Ik vind het best, Vince.’
‘Hm... Eigenlijk moet iemand met zo’n groot hoofd niet ook nog eens een hoedje gaan dragen.’
‘Jij hebt een groot hoofd, ja, daar heb je gelijk in.’

III
Het regende toen Niels en ik naar het centrum fietsten. Vervelende, zeurderige regen. Laffe regen. Niels trapte en trapte en ik zat achterop. Als je van plan bent samen een slaapbank te delen, kun je ook best samen op een fiets.
‘Hoe lang kennen wij elkaar nu, Vince? 8 jaar? 10 jaar? 17 jaar?’
‘We kennen elkaar 7 jaar, Niels. Volgend jaar kennen we elkaar 8 jaar.’
‘Weet je dat ik je in al die tijd nooit heb zien fietsen?’
‘Ik fiets nooit naar mijn werk toe, nee, als je dat soms bedoelt.’
‘Ik dacht dat je het misschien niet kon.’
‘Ik kan heus wel fietsen, hoor. Zullen we even wisselen? Dat ik trap en jij achterop zit?’
‘Ja, graag.’

IV
Niels en ik aten bij de Burger King. Bij de Burger King was de Chicken Royale op, en je kon alleen patat bestellen als je er geen mayonaise bij hoefde. En er was een zwerver die heel de tijd de trap op en af liep, op zoek naar restjes. Hij graaide in vuilnisbakken alsof het volstrekt normaal was. Niemand deed er ook iets aan. Op den duur zat hij zó diep in een vuilnisbak te graven dat hij er tot zijn middel in hing. Slechts zijn benen staken er nog uit. Het leek wel een tekenfilm.

V
Het was nog te vroeg om naar Paradiso te gaan, en daarom gingen we naar café De Zotte. Daar belde ik Dimitry. Die bleek op het CS te staan. ‘Kom naar De Zotte!’ riep ik. Volgens Niels weet namelijk iedereen waar dat is. Dimitry had geen idee.
Jenneke en George wisten evenmin waar De Zotte was, dus ook die zouden we pas in Paradiso ontmoeten.
‘Wat een raar gedoe,’ zei Niels. ‘Iederéén kent De Zotte.’

VI
Toen we bij Paradiso aankwamen en we de rijen mensen voor de deur zagen, vloekte Niels lang en hard.

VII
We troffen Dimitry aan bij de paal waar Niels en ik altijd staan als we in Paradiso bandjes kijken. Ook Jasper kwam erbij staan. We keken met z’n vieren toe hoe The Bloc Party een matig voorprogramma verzorgde en we haalden drankjes voor elkaar.

VIII
Interpol was heel, heel goed. Hun zanger bleek een hoedje te dragen. Was ik even blij dat ik Niels' hoedje thuis had gelaten! Ik zag veel mannen in pak. Of mannen met een stropdas. Die waren lekker hip. Af en toe vroegen we ons af waar Jenneke zou zijn. En George. En Corrie. En Wendy. Wel had ik intussen Pauline gezien, een vroegere klasgenote. En Laurens, een vroegere collega. Wat een gezelligheid. De paal waar wij stonden, daar wilde vrijwel iedereen langs of doorheen lopen. Niels keek steeds nukkiger.

IX
Na het optreden, dat dus heel, heel goed was, ik zei het al, bleven we bij de paal staan. En ja hoor, daar stond Corrie ineens voor onze neus. Ze vond het heel erg vervelend (om haar drieletterwoord eens te parafraseren) dat Interpol ‘Stella’ niet speelde. Terwijl ‘Stella’ toch echt op de playlist stond, Corrie had het zelf gezien. Ze was nogal ontstemd. ‘Het had orgastisch kunnen zijn!’ zei ze nog.
Ook Wendy was er in ene. Dat was nog eens leuk, want we hadden er al niet meer op gerekend. Wendy vond het bijzonder om ons nu eens in levenden lijve te zien. ‘Ja ja, wij bestaan echt,’ zei ik tegen haar, en ik gooide mijn mysterieuze blik ertegenaan. Wendy vond veel dingen 'gaaf'. Met een zachte g. Ze verstond echter niet alles wat ik zei. Ze had zo ongeveer in een van de boxen gestaan tijdens het concert.

X
En ten slotte vonden ook Jenneke en George ons. Niels en ik, wij doen niet aan foto’s op deze site, en toch weet iedereen ons zomaar te vinden. Ik vond dat een aangename gewaarwording. Jenneke was de Jenneke zoals we die ons hadden voorgesteld. George echter week zó af van de George die we kenden van zijn site dat we vrij lang hebben gedacht dat het George niet was. Wie George’ site wel eens bezoekt, heeft een bepaald beeld van George. Wel, gooi dat beeld maar in de prullenbak. Weg met dat beeld.

XI
Buiten Paradiso maakte ik met mijn mobiele foon een foto van Niels. Op deze foto zie je hem staan naast een affiche van André van Duin. En op dat affiche trekt André van Duin zijn welbekende André van Duin-gezicht. Niels doet een verwoede poging dat gezicht te imiteren op de foto die ik op mijn telefoon heb staan.

XII
En het werd heel laat in café Weber. (Of café Lux, ik gooi die twee altijd door elkaar.) Niels sprak met George, ik sprak met Jenneke. En we haalden drankjes voor elkaar. Ook probeerden we de leeftijd van een meisje in onze buurt te raden. 24, dacht ik. 23, dacht Jenneke. 22, dacht Niels. 40, dacht George.

XIII
‘Ik ben veel leuker als ik schrijf, Niels,’ lalde ik nog terwijl we zijn nieuwe woonst weer betraden. Het was al halfvier. ‘Ik ben veel leuker als ik schrijf. Mijn hele familie zegt het.’
‘Het lijkt me inderdaad beter als je nu je mond houdt, ja,’ zei hij streng.
Ik stortte me dan maar op zijn slaapbank. Terwijl Niels ‘welterusten’ zei, dutte ik al in.

V.

zondag 21 november 2004

ZELF AUTO RIJDEN

Morgen ga ik naar Interpol. Niels gaat naar Interpol. Dimitry gaat naar Interpol. Jenneke gaat naar Interpol. Wendy gaat naar Interpol. George gaat naar Interpol. Corrie gaat naar Interpol.

Interpol zal nog opkijken van zo'n opkomst.

Ik heb vanmorgen vroeg mijn echtgenote (ik kan dat woord nog steeds niet zeggen of schrijven zonder inwendig ironisch naar mezelf te knipogen, maar vooruit) naar het station gebracht. Ze moest weg voor een tijdje. Dat heeft met haar werk te maken en niet met wat dan ook dat ik tegen haar gezegd zou hebben. Het was heel koud op het Delftse station. En het was ook erg vroeg, vond ik. Er was dan ook weinig verkeer op de weg, dus dat schoot lekker op. Konden we extra lang in de kou staan op het perron. Op het andere perron, aan de overkant dus, stond een vrouw in benevelde toestand om sigaretten te bedelen. Ze probeerde het eerst bij twee studentikoze types. Nee, die hadden geen sigaretten voor haar. Toen probeerde ze het bij een man alleen. Die had ook geen sigaretten voor haar. 'Niet kijken naar haar!' beet Els me toe. 'Anders gaat ze ook nog tegen ons praten.'

'Dan ga ik toch lekker niet roken!' bitste de benevelde vrouw ineens. Tegen niemand in het bijzonder. Ook hoorden we haar nog roepen dat ze heus niet van andermans sigaretten afhankelijk was. 'Ik heb geld zat!' stelde ze. Ik was een beetje bang dat als Els straks op de trein gestapt was, en de studentikoze types ook, en de man alleen ook, dat ik dan alleen over zou blijven met die vrouw - die blijkbaar niet alleen heel dringend sigaretten nodig had, maar ook nog schatrijk was. Gelukkig stapte ze in een trein (of belandde ze eronder, weet jij veel - ze was hoe dan ook verdwenen toen er een trein gepasseerd was).

Els stapte ook op de trein, en dat was dat. Ik reed naar huis in onze auto. Ik vind dat altijd heel bijzonder: in m'n eentje in onze auto rijden. Ik doe dat namelijk zelden. Waar zou ik immers heen gaan? Niet veel later parkeerde ik onze auto op een fraaie plek voor onze flat en dacht ik: dat heb ik even mooi gedaan.

En toen was het pas kwart over acht in de ochtend en lag er nog een hele dag voor me.

V.

zaterdag 20 november 2004

IK KRIJG OOK WEL EENS EEN COMPLIMENTJE

Vandaag zou Sinterklaas aankomen in Delft. En vermoedelijk deed hij dat ook echt. Maar Elsie en ik waren er niet bij. Wij gingen namelijk op bezoek bij de makelaar. Ik heb jullie niet eerder verteld over die makelaar. Jullie hoeven niet alles te weten. Althans: niet meteen. Ik houd niet van voorbarig nieuws. Maar nu gaat het niet langer, want nu wordt het serieus.

We hebben vandaag de papieren getekend. Elsie en ik gaan een eigen huis kopen. Hier in Delft. Jullie zien hoe ingetogen ik erover schrijf. Geen uitroeptekens. Geen drie puntjes aan het eind van een zin. Dat zit zo: ik blijf er nog even heel kalm onder. Ik laat me niet kennen. Ik wacht even af of alles echt zo voorspoedig blijft gaan. Morgen gaat Els bijvoorbeeld voor anderhalve week de deur uit. Alweer. Voor haar werk. Dus dan zit ik hier voortdurend thuis te denken: wij gaan een huis kopen. Mijn echtgenote - die nu voor heel lang niet bij mij is - en ik, wij gaan een huis kopen.

Af en toe zal ik stilletjes grinniken. Dan weer zal ik mijzelve toespreken, staand voor de spiegel: 'Je bent al bijna 28. Je bent getrouwd. Je hebt een vaste baan. Je hebt twee katten. Je hebt al je haar nog. Allicht koop je verdorie eens een huis, zeg.'

Toen ik mijn moeder belde om haar het goede nieuws te vertellen, was ze blij voor ons. In hetzelfde gesprek zei ze me - met betrekking tot deze site - dat ik leuker ben als ik schrijf dan als ik praat. Ik dacht even dat ik haar niet goed had verstaan. En toen zei ze het gewoon nog een keer. 'Ja hoor, als je schrijft ben je leuker dan als je praat.' Mijn moeder, dames en heren.

(Mijn ouders hebben thuis een oven staan die ouder is dan ik ben, hoorde ik ook nog. Nu jullie weer.)

Op 33 november ga ik een dag stappen met mijn moeder. Zet het in je agenda. Elsie is dan net weer terug in Delft, maar dat wil niet zeggen dat een dagje stappen met je moeder niet langer tot de mogelijkheden behoort.

Ik zal mij die hele dag schriftelijk tot mijn moeder richten. Dan ben ik immers leuker.

V.

vrijdag 19 november 2004

WIE GAAT ER MEE?

Ik heb jullie deze vraag eerder gesteld, maar wie gaat er ook weer naar het Interpol-concert in Paradiso van aanstaande maandag, afgezien van Niels en mij?

Als je erheen gaat, kom dan gerust eens met ons kennismaken. Niels herken je aan zijn paarse pak met bontkraag en de papegaai op zijn schouder, en mij aan mijn dreadlocks, trainingsbroek en groen fluwelen jasje.

Tot maandag!

V.

woensdag 17 november 2004

DE LEBOWSKI IN MIJ

Voor wie dacht dat ik nog steeds in mineur zou zijn: ga maar snel iets anders denken. Morgen ga ik immers bowlen met mijn collega's van de Grote Uitgeverij. Eerst zullen er pizza's worden gegeten. En vervolgens zullen er heel, heel rare schoenen worden aangetrokken. (Ooit droeg een vriend van mij bowlingschoenen. Ik waagde het daar een laatdunkende opmerking over te maken. 'Wacht maar,' zei hij, 'binnenkort draagt iedereen ze.' Dat is nu zo'n 5 jaar geleden. Ik heb er nooit iemand mee zien lopen.)

Voor wie zich afvroeg hoe dat eraan toe gaat, zo'n boekenfeestje als dat waarover ik gisteren schreef: er waren gisteren camera's van RTL Boulevard aanwezig, om allerlei feestelijks te registreren, en naar ik heb begrepen, was er iets van te zien in hun uitzending van vandaag. Later vanavond wordt het dan weer herhaald, dus grijp je kans. Doe je ding. Wees geen vreemde.

Voor wie zich afvroeg of Philip Roths Het complot tegen Amerika misschien een goed boek is: ik kan je vertellen dat het geniaal is. Ik zeg je dat het een werk van een genie is. Die man is inmiddels over de zeventig, maar hij blijft gewoon het ene na het andere prachtboek schrijven. Ja hoor. Hella Haasse, die nog een heel stuk ouder is, die blijft ook maar doorschrijven. En prijzen ontvangen. Grappig dat ik het erover heb, want ja hoor, vandaag ontving ze er weer een. Hopsakee, de Prijs van de Nederlandse Letteren. Niels en ik zeggen daarom: hartelijk gefeliciteerd, mevrouw Haasse!

Nu, Vince, zo kan-ie wel weer.

V.

dinsdag 16 november 2004

ER ZIJN GRENZEN

En zo stond ik daar met mijn glas rode wijn in de hand, op alweer zo'n boekenfeestje op de Grote Uitgeverij - je had me moeten zien -, en er waren sterren van film en televisie aanwezig, en ook waren er camera's, en intussen stond ik daar een beetje verstard en verwilderd om me heen te kijken, want ik was wat ontstemd, ik was enigszins in mineur, en het feestje waar ik me bevond achtte ik surreëler dan op dat moment goed voor me was, al was iedereen blij en gelukkig, en kreeg mijn collega Hannerlie prachtige complimenten, die ze vanzelfsprekend alleszins verdiende (ze had het de hele dag al zo zwaar met de uitverkiezing van de Grootste Nederlander), en o ja, collega Esther zei tegen collega Verkoopsusanne en mij: kom, laten we even boven gaan staan, zodat we naar de mensenmassa's kunnen kijken, maar toen bedachten we ons dat er dan amper ontsnappingsmogelijkheden zouden zijn, terwijl allerlei lampen vervaarlijk heen en weer zwiepten, en er brandgevaar dreigde, en trouwens, er liepen mensen met hapjes rond, en daar konden we echt niet bij toen we daar stonden, laat staan dat ze bij ons konden geraken.

Het was een feestje, en dat was het. Ik stond absoluut liever in die feestzaal wijn te drinken dan mezelf dood te veinzen in een moskee terwijl er net een groep fanatieke Amerikaanse mariniers binnen kwam banjeren. (Met dank aan Niels voor deze wrange grap.)

(En overigens: ik las net dat niet Pim Fortuyn, maar Willem van Oranje de meeste stemmen vergaarde in die hele stemming. En hoewel ik Van Oranje een betere winnaar acht, en een logischer winnaar vooral, daag ik eenieder uit twee of drie feiten te noemen waardoor Willem van Oranje de Nederlandse geschiedenis heeft beïnvloed - zonder het ergens op te zoeken! Ik bedoel maar: de Grootste Nederlander-verkiezing was slechts een populariteitspoll, anders hadden ze het wel gewoon aan historici overgelaten. Die kunnen zulke lijstjes beter bepalen dan jij en ik. Iedereen weet dat Willem van Oranje over honderd jaar nog herinnerd zal worden, en Fortuyn hoogstvermoedelijk niet meer, maar waaróm dat zo is, dat hoor je niet.)

En waarom ik op dat boekenfeestje zo in mineur het glas stond te heffen, dat doet hier niet ter zake. Dit is een weblog, geen dagboek. Er zijn grenzen.

V.

zondag 14 november 2004

EXPERIMENT MET DE iPOD

Ik zette mijn iPod op shuffle en dit waren de eerste 10 liedjes die hij afspeelde (zonder enige beïnvloeding mijnerzijds):

1 Guided by Voices, 'Cut-Out Witch'
2 Belly, 'Super-Connected'
3 The Olivia Tremor Control, 'Jumping Fences'
4 Adorable, 'A To Fade In'
5 Jerry Cantrell, 'Cut You In'
6 R.E.M., 'Nightswimming'
7 John Barry, 'Theme from Midnight Cowboy'
8 John Lennon, 'Remember'
9 Palace Music, 'Arise, Therefore'
10 The Bees, 'I Love You'

Heeft iemand van jullie een iPod? Doe het shuffle-experiment en zet je 10 liedjes bij de comments.

V.

FEESTJES PLANNEN

De afgelopen vier jaar vierde ik mijn verjaardag altijd in een Amsterdamse gelegenheid die ik hier niet bij naam zal noemen. Ik kwam dan op de dag van het feest rond een uur of halfacht die gelegenheid binnen, en vervolgens streken er steeds meer van mijn vrienden en vriendinnen neer, en de mensen die in die gelegenheid werkzaam waren, hadden geen idee. We waren er gewoon ineens. We overvielen ze een beetje. We vierden een feestje waar alleen wij vanaf wisten. De truc was zo veel mogelijk tafels en stoelen te bezetten. Wij zouden die gelegenheid de onze maken, al moesten we er nog zo veel mensen voor wegkijken.

Dat moest maar eens anders.

Dit jaar vier ik mijn verjaardag in een heel andere Amsterdamse gelegenheid. Die huur ik af. Daar zijn alleen nog mijn eigen vrienden en vriendinnen welkom. Daar heeft verder niemand iets te zoeken. Degenen onder jullie die welkom zijn, ontvangen daar spoedig bericht over. Degenen onder jullie die vinden dat ze welkom zouden moeten zijn, kunnen mij er dan weer een bericht over sturen. Ik houd graag rekening met jullie.

Iets heel anders: op Sans weblog schreef ik deze week nog dat je in het openbaar vervoer doorgaans alleen maar gekken en psychoten tegenkomt. Vrijdagavond echter nam er een meisje plaats tegenover mij, en ik dacht heel lang: is dat niet de schrijfster Maartje D.? Totdat ik mijn boek van de schrijver Philip R. dichtklapte en ze mij vroeg hoe ik dat boek vond. Leve de spontaniteit. Ik vertelde haar wat ik van het boek vond en vroeg haar vervolgens: ben jij niet de schrijfster Maartje D.? Daar kwam nog een leuk, gemoedelijk, aangenaam gesprek van. Het was nog leuker geweest als ik ook daadwerkelijk een van haar boeken had gelezen.

V.

Update: Gisteren is Wu-Tang Clan-rapper Ol' Dirty Bastard zomaar in ene in elkaar geklapt en gestorven. Tjonge.

woensdag 10 november 2004

ELKE DAG EEN VERRASSING IN DE MAILBOX

Gisteren ging ik me enigszins te buiten aan de vertraagde reactie van Favos' Mike. Ik schaamde me een beetje na Mikes reacties bij de comments. Dat wil echter niet zeggen dat ik hier niet langer uit e-mails citeer. Ik blijf het vrije woord uitdragen, ook als het andermans vrije woord is. Zo bereikte ons gisteren de volgende e-mail, helemaal uit Vlaanderen:

Beste Niels en Vincent,

Ik ben een fervent verzamelaar van handtekeningen. Naast een behoorlijke verzameling (+- 800) handtekeningen van politici en sportlui van over gans de wereld, bezit ik ook een honderdtal handtekeningen van schrijvers/schrijfsters en artiesten voornamelijk uit Engeland, Australië en de USA.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik deze 'artiesten' niet allemaal zelf ken, maar ik heb een dochter die lerares is, en via haar krijg ik regelmatig een aantal namen door.

Op die manier ben ik nu bij jullie terechtgekomen, en ben ik zo vrij om u te vragen of u mij uw handtekening zou willen opsturen. Ik zal zeer verheugd zijn om jullie 'signatuur' aan mijn verzameling te kunnen toevoegen.

In elk geval, ik dank u bij voorbaat, en wens u nog veel succes toe in jullie privé-leven en professionele carrière.

Met vriendelijke groeten,

Freddy


Freddy heeft natuurlijk ook een achternaam en een adres, maar dit zou genoeg moeten zijn om jullie een indruk te geven.

Vleiend is het allemaal wel. Al weten we niet zo goed wat we ermee aanmoeten. Moet ik nu met Niels - die ik al maanden niet in levenden lijve heb gezien - afspreken om op een blaadje onze handtekeningen te plaatsen? En dat dan helemaal naar Vlaanderen toe sturen? Wie zegt ons dat dit geen wrange grap is? En wie betaalt de postzegels?

We mailden elkaar er vandaag over en het enige wat we zeker wisten, was: hier schrijven we over op de site. Want de onderwerpen liggen niet voor het oprapen, even afgezien van de scherpschutters op de Haagse daken, het geheel in vlammen opgaande Nederland en een wankelende minister.

Het heeft ook wel iets: naast die ongeveer 800 handtekeningen uit Engeland, Australië en Amerika, wil Freddy ons - twee Nederlanders - toevoegen aan zijn collectie. Omdat we schrijvers zijn. Of 'artiesten' zelfs. Misschien zijn het onze glitterpakken met bontkragen waardoor Freddy ons in de gaten kreeg. Of onze talloze televisieoptredens waarbij we minzaam de lens in blikken, onderwijl de woorden fluisterend: 'Niels en Vincent gaan voor werelddominantie. Binnenkort komen we persoonlijk bij jou langs om te zien wat jij daaraan kunt bijdragen.' Het kan zelfs dat het komt door de hordes fans en groupies die ons, als altijd, achterna zitten. Dat loopt in de gaten.

Waar onze speciale aandacht intussen naar uitgaat, is Freddy's dochter. Die heeft ons gespot ('want' zij is lerares). Zij belde haar vader en zei hem: 'Ik heb weer een lijstje namen voor je van nieuwe artiesten. Zet je schrap, want dit is iets heel bijzonders: ze komen dan wel niet uit een Engelstalig land, maar ik zou ze toch maar eens aanschrijven als ik jou was. Ze heten Niels en Vincent en ze horen thuis in je collectie.' En voordat Freddy met de eer ging strijken, zei ze nog: 'Je kunt er maar beter eerlijk bij zeggen dat je dochter je heeft getipt. Anders is het snel afgelopen met dat namen doorgeven van me.'

Als Niels en ik niet zulke supersterren waren, waren we er niet zo kalm onder gebleven. Zie ons eens cool het glas heffen met onze supersterrenvrienden. Zie ons eens over de rode loper schrijden met ieder twee supermodellen aan de arm. Zie ons eens bij Ivo Niehe op de bank zitten, en hoe er over ons wordt geroddeld bij RTL Boulevard.

En zie ons morgen eens als een dolle met elkaar afspreken om op een A4'tje snel wat handtekeningen bij elkaar te krabbelen en vervolgens naar het postkantoor te rennen.

V.

dinsdag 9 november 2004

SINDS DE UITVINDING VAN E-MAIL GAAT ALLES VEEL SNELLER

Op www.weblogs.favos.nl staat een hele lijst met Nederlandse weblogs. Niels en ik zijn dol op bezoekers, vooral als ze in groten getale naar ons toe komen, dus ik dacht: laat ik die lui eens aanschrijven. Niets is ons te veel in de strijd om werelddominantie.

Op 4 juni 2004 - ik weet niet of jullie nog zo ver terug kunnen denken, maar mij kost het bijkans zó veel moeite dat ik er een agenda bij moet pakken om me er überhaupt van te overtuigen dat ik in die tijd gewoon meedraaide in deze maatschappij - heb ik Favos dus onderstaande mail gestuurd:

From: "Niels en Vincent"
To: Mike
Subject: onze weblog
Date: Fri, 04 Jun 2004 21:48:46 +0200

Beste webmaster,

Graag zou ik onze weblog, Niels en Vincent (www.nielsenvincent.blogspot.com), aanmelden voor favos.nl. Hebben jullie meer informatie nodig?

Groet,

Vincent Schmitz


Dat noem ik: een mail die er mag zijn. Een mail die staat als een huis. Bescheiden en op de vlakte, zonder te verhullen waar het je eigenlijk om te doen is. Maar je weet hoe het gaat: zo'n mail schrijf je in een opwelling, en intussen neem je genoegen met de hordes fans en groupies die toch al op je site afkomen. Je schrijft gewoon je stukkies, je neemt met instemming knikkend de stijgende bezoekcijfers waar, en mails als deze zakken weg in je geheugen - zó ver zelfs dat ik me mijn zelfgeschreven, bovenstaande mail amper kan herinneren.

Totdat ik gisteren onderstaand antwoord kreeg:

Van: Mike
Verzonden: maandag 8 november 2004 13:00:15
Aan: niels_en_vincent@hotmail.com
Onderwerp: RE: onze weblog

Vincent,

Je log is toegevoegd bij Weblogs Favos.

Met Vriendelijke Groet,

Mike.


Wel heb ik ooit. Daar doen ze dus 5 maanden over bij Favos? Had Favos zich ergens in Siberië bevonden, en ik was er te voet heen gegaan, met mijn brief in de hand (en och, waarom een brief schrijven, een Wat & Hoe in het Russisch moet volstaan), dan nóg had ik sneller antwoord gekregen. Had ik de weg hinkelend en geblinddoekt afgelegd, en bovendien een horde wilde, bloeddorstige wolven ontmoet, dan nóg waren er eerder resultaten geboekt.

Je vraagt je af wat er allemaal gebeurt bij dat Favos. Wellicht krijgen ze elke dag honderden verzoeken van Nederlandse webloggers. Die willen misschien allemaal in die lijst van ze. En wie weet volgt er dan een selectieprocedure waarbij die weblogs tegen het licht worden gehouden. Ik stel me redactievergaderingen voor bij Favos waar men tegen elkaar zegt: 'Die Niels en Vincent, die kunnen we wel in onze lijst opnemen, maar wie zegt me dat die jongens deugen? Wie zegt me dat ze niet heel de tijd stukkies stampvol spelfouten plaatsen? Of dat ze zich van opruiende taal bedienen? Weet je wat? We kijken het eerst eens 5 maanden aan, en dan nemen we een beslissing.' En intussen wordt bij Favos de koffie koud, haalt niemand op tijd de bus en branden alle aardappelen aan, zo stel ik me voor. En zo'n Mike, die heeft vast een gewone baan, en een 36-urige werkweek, en die doet dat Favos er in zijn lunchpauze bij. Het komt de efficiëntie niet ten goede, maar dat mag je zo'n jongen niet aanrekenen. Die geeft alles wat hij in zich heeft.

En o, wat was het het wachten waard: onze site is toegevoegd aan de Favos-lijst. 'Met Vriendelijke Groet,' schrijft Mike. Mét kapitalen. Want het kan verrekt lang duren, maar beleefd zijn ze, daar bij Favos.

Bij deze verwelkom ik met liefde de honderden nieuwe bezoekers. Drie hoeraatjes voor jullie. En natuurlijk ook Drie Hoeraatjes voor Mike.

V.

zondag 7 november 2004

24/3

Jullie herinneren het je misschien nog uit de begindagen van Niels en Vincent: ik kijk graag naar 24. Ik vind dat een heel, heel stoere serie. En niet alleen omdat Elisha Cuthbert erin meespeelt. Ik vond 24 het spannendste en verslavendste wat ik in tijden zag op tv-gebied. De eerste twee seizoenen heb ik volledig gezien, aflevering na aflevering. En niet alleen omdat Elisha Cuthbert erin meespeelt.

Toen Yorin klaar was met het tweede seizoen van 24, werd het allemaal anders. Tegenwoordig kijk ik dan met veel plezier naar Boiling Points en naar Gilmore Girls (al was het maar om de hoofdrolspeelster), maar mijn tv-plezier werd niet meer hetzelfde. Ja, vroeger, toen Kopspijkers nog wel eens grappig was, en toen Popstars nog gewoon Idols heette, dát waren tijden.

Mijn vreugde is dan ook groot nu ik jullie kan schrijven dat vanavond het derde seizoen van 24 begint op Yorin. Ik zou maar kijken als ik jullie was. En niet alleen omdat Elisha Cuthbert erin meespeelt. Ik begreep overigens dat haar rol dit keer meer inhoud heeft gekregen. Dat mocht ook wel, want in de tweede serie begon ik hoe langer hoe meer te wensen dat ze op rigoureuze wijze de serie uit geschreven werd. Dus ik ben benieuwd.

Als het maar niet betekent dat ze in het derde seizoen niet meer de hele tijd rondrent.

V.

zaterdag 6 november 2004

HET GROTE VERSCHEIDEN

Nu is ook Donald Jones er al niet meer. Niels en ik treuren mee, als altijd. Het aantal levende Nederlandse beroemdheden neemt in onrustbarend tempo af.

V.

WE KUNNEN ALLES (TOT VERVELENS TOE) ZEGGEN

Daar ben ik dan weer. Het lukte me de afgelopen dagen niet op Blogger terecht te komen, dus ons zwijgen leek welhaast een stellingname. Het was maar een vreemde week. Ik werd nogal neerslachtig van alle artikelen en tv-reportages en interviews en meningen en clichés en open deuren en ingezonden brieven en columns en teletekstberichten, en die algehele sfeer van: 'Nu moeten we met zijn allen enorm bang zijn. Vanaf nu gaat het hier niet meer goed. Nu is het genoeg geweest.'

Die sfeer lijkt me namelijk wat overtrokken. Iedereen blijft lekker gewoon zijn mening uiten, zoals ook Hiphophater vandaag deed bij onze comments: 'Triest dat Theo van Gogh vermoord is, maar gaan we niet allemaal ineens een beetje voorbij aan het feit dat hij dingen zei die eigenlijk niet meer onder de vrijheid van meningsuiting vallen?'

Mij lijkt 'triest' nogal een understatement, Hiphophater, gezien de implicaties van die moord op de samenleving - en dat Van Gogh de ene ontzettend kwetsende belediging na de andere maakte, is alwéér zo'n open deur. Beledigingen zoals hij die maakte, vallen overigens wel degelijk onder de vrijheid van meningsuiting. Iedere beledigde heeft het recht naar de rechter te stappen, of - beter wellicht - een beledigende antwoordcolumn te schrijven. Dat je in dit land niet alles altijd zomaar straffeloos kunt zeggen, betekent niet dat dingen überhaupt niet gezegd mogen worden.

Van Gogh gaat heus niet zomaar als held of heilige de geschiedenis in: de afgelopen week zag ik hem door genoeg mensen omschreven worden als de irritante provocateur die hij kon zijn (zie bijvoorbeeld Remco Camperts fraaie en dappere column op de voorpagina van de Volkskrant, de ochtend na de moord). Er bij voortduring op blijven hameren dat iemand zelf dingen zei en schreef die niet deugden, en soms zelfs alléén bij dat feit stilstaan, doet echter niets af aan de gruweldaad van afgelopen dinsdag en de angst die deze moord een heel land aanjaagt.

Me dunkt dat het zinvoller is om stil te staan bij de gevolgen die de moord op Van Gogh op onze samenleving heeft, dan iemand die voorgoed het zwijgen is opgelegd nog wat trappen na te geven.

V.

P.S. Iets heel anders: hoe zou John Kerry zich voelen op dit moment?

dinsdag 2 november 2004

NIELS EN VINCENT HEBBEN OP DIT MOMENT WEINIG TE VERTELLEN

Ik sta op dit moment niet op de Dam kabaal te maken. Ik zit gewoon thuis. Heel stil te zijn. En steeds weer te denken:

Iedereen Mag Hier Alles Zeggen.

V.

maandag 1 november 2004

ZELF KLEREN KOPEN

Ik ben wel vaker een beetje verstrooid. Vandaag vergat ik de door mijzelf bereide lunch mee te nemen naar mijn werk, maar dat gebeurt wel vaker. Ik schrok echter een beetje toen ik mijn jas uitdeed op mijn werk en er slechts een T-shirt onder aan bleek te hebben. Terwijl ik vanmorgen al een vest had klaargelegd om over dat shirt heen te dragen. Mijn collega's vonden het nogal grappig. Dat iemand vergeet een vest aan te trekken. En dat iemand op 1 november in slechts een T-shirt gehuld naar zijn werk gaat. Ik zag ook niemand anders slechts een T-shirt dragen. Ik voelde me een beetje zielig op dat moment. En fris was het ook.

Dat ik ook mijn brood vergeten was, merkte overigens niemand op. Och.

Zo ging het niet langer. Om 10 uur 's ochtends stond ik al bij de kledingwinkel die zich niet ver van mijn werk bevindt. (Die winkel bevindt zich nog dichter bij het gebouw waar ik tot vorige zomer werkte. In mijn gedachten ga ik nog altijd uit van het pand waar de Grote Uitgeverij tot vorige zomer gevestigd was. Ik ben nogal hardleers.) Maar op maandagochtend gaan de winkels niet open.

Toen ik om 5 over 10 weer op mijn afdeling was, moesten mijn collega's alweer lachen. Daar stond ik. In mijn T-shirt. In de kou. (En, nogmaals, zonder brood in mijn tas. Maar niemand die erover begon.)

Om 12 uur begonnen de sirenes te loeien. 'Eerste maandag van de maand,' zeggen jullie. 'De kledingwinkels openen hun deuren,' zeg ik. Maar ik hield me kranig. Ik gaf niet op. Pas om halfeen ging ik naar buiten. Naar de kledingzaak. Ik stormde de roltrap op, naar de herenafdeling. En dit is een Heel Belangrijk Punt: ik heb nooit eerder kleding gekocht in mijn eentje. Nóóit, zeg ik jullie! Altijd ging er een vriendin mee, of een ex-vriendin, of een broertje, of - langer geleden - mijn moeder. Maar in mijn eentje kleding kopen, daar moest ik blijkbaar 27 voor worden en mijn vest voor vergeten.

De kledingwinkeljongen sprak mij aan in het Engels. Ik was immers in Amsterdam. In Amsterdam word je in de grotere winkelstraten óf in het Engels aangesproken óf simpelweg genegeerd. (Het personeel in Amsterdamse winkels lijkt het vaak enorm vervelend te vinden dat je net hun winkel binnen stapt. Als je je heel nederig opstelt, mag je eventueel iets kopen, maar van harte gaat het allemaal niet.)

Ik trok de trui aan die ik na wat nerveuzig zoeken had gevonden. Van een merk dat ik al jaren koop. Ik oordeelde: daar kan ik me geen buil aan vallen. Dat vond de kledingwinkeljongen ook. Die zei: 'Dit is precies jouw maat. Een grotere maat moet je echt niet doen.' Hij deed voor hoe de trui zou vallen als ik een grotere maat nam. En ik dacht: nee, een grotere maat zou me een beetje mal staan.

Ik was heel trots op mezelf dat ik helemaal allenig een trui had gekocht. Ik liep Als Een Man de winkel weer uit. En toen kocht ik ergens een broodje. Want een vest vergeten aan te trekken is weliswaar gênant, maar je brood thuis laten liggen is ook niet leuk.

V.

DE GROTE NIELS CARELS NIEUWSBRIEF

Vincent mailde me vanmiddag:

"Weet je wat ik een beetje vervelend vind? Dat wie ik ook spreek, altijd ergens vraagt: 'Hoe is het met Niels?' Alsof ik jouw publiciteitsman ben. Echt, hoor. Vreemde dingen. Je zou beter zelf eens een nieuwsbrief rondsturen aan al die lui."

Welnu, het gaat best wel met mij. Ik eet redelijk goed, fiets minstens 35 kilomter per week, speel zo nu en dan met mijn kat, zorg dat mijn huis altijd netjes is, heb een rijk sociaal leven, draag mijn haar sinds enkele weken weer kort, zoek nog altijd de ideale baan, schrijf iets te weinig en doe niet meer aan straatgevechten.

Binnenkort verschijnt ook De Grote Niels Carels Courant. Het blad dat elk ander blad overbodig zal maken. Houdt uw brievenbus in de gaten. Of vraag het anders aan Vincent, mijn publiciteitsman.

N.