Ik ben wel vaker een beetje verstrooid. Vandaag vergat ik de door mijzelf bereide lunch mee te nemen naar mijn werk, maar dat gebeurt wel vaker. Ik schrok echter een beetje toen ik mijn jas uitdeed op mijn werk en er slechts een T-shirt onder aan bleek te hebben. Terwijl ik vanmorgen al een vest had klaargelegd om over dat shirt heen te dragen. Mijn collega's vonden het nogal grappig. Dat iemand vergeet een vest aan te trekken. En dat iemand op 1 november in slechts een T-shirt gehuld naar zijn werk gaat. Ik zag ook niemand anders slechts een T-shirt dragen. Ik voelde me een beetje zielig op dat moment. En fris was het ook.
Dat ik ook mijn brood vergeten was, merkte overigens niemand op. Och.
Zo ging het niet langer. Om 10 uur 's ochtends stond ik al bij de kledingwinkel die zich niet ver van mijn werk bevindt. (Die winkel bevindt zich nog dichter bij het gebouw waar ik tot vorige zomer werkte. In mijn gedachten ga ik nog altijd uit van het pand waar de Grote Uitgeverij tot vorige zomer gevestigd was. Ik ben nogal hardleers.) Maar op maandagochtend gaan de winkels niet open.
Toen ik om 5 over 10 weer op mijn afdeling was, moesten mijn collega's alweer lachen. Daar stond ik. In mijn T-shirt. In de kou. (En, nogmaals, zonder brood in mijn tas. Maar niemand die erover begon.)
Om 12 uur begonnen de sirenes te loeien. 'Eerste maandag van de maand,' zeggen jullie. 'De kledingwinkels openen hun deuren,' zeg ik. Maar ik hield me kranig. Ik gaf niet op. Pas om halfeen ging ik naar buiten. Naar de kledingzaak. Ik stormde de roltrap op, naar de herenafdeling. En dit is een Heel Belangrijk Punt: ik heb nooit eerder kleding gekocht in mijn eentje. Nóóit, zeg ik jullie! Altijd ging er een vriendin mee, of een ex-vriendin, of een broertje, of - langer geleden - mijn moeder. Maar in mijn eentje kleding kopen, daar moest ik blijkbaar 27 voor worden en mijn vest voor vergeten.
De kledingwinkeljongen sprak mij aan in het Engels. Ik was immers in Amsterdam. In Amsterdam word je in de grotere winkelstraten óf in het Engels aangesproken óf simpelweg genegeerd. (Het personeel in Amsterdamse winkels lijkt het vaak enorm vervelend te vinden dat je net hun winkel binnen stapt. Als je je heel nederig opstelt, mag je eventueel iets kopen, maar van harte gaat het allemaal niet.)
Ik trok de trui aan die ik na wat nerveuzig zoeken had gevonden. Van een merk dat ik al jaren koop. Ik oordeelde: daar kan ik me geen buil aan vallen. Dat vond de kledingwinkeljongen ook. Die zei: 'Dit is precies jouw maat. Een grotere maat moet je echt niet doen.' Hij deed voor hoe de trui zou vallen als ik een grotere maat nam. En ik dacht: nee, een grotere maat zou me een beetje mal staan.
Ik was heel trots op mezelf dat ik helemaal allenig een trui had gekocht. Ik liep Als Een Man de winkel weer uit. En toen kocht ik ergens een broodje. Want een vest vergeten aan te trekken is weliswaar gênant, maar je brood thuis laten liggen is ook niet leuk.
V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten