woensdag 14 juli 2004

KORTE DIALOOG, LANGERE DIALOOG

DIALOOG 1

Vanmorgen nam het lesbische meisje plaats tegenover mij in de trein, zoals ze wel vaker doet. Ik toonde haar het boek van Mark Haddon dat ik momenteel aan het lezen ben, en waarvan ik al na enkele bladzijden heel, héél enthousiast werd. Ja ja, boeken lezen, dat vind ik nu leuk. Niettemin: ik toonde het lesbische meisje mijn boek en ze griste het meteen uit mijn handen. Ze begon er zowaar in te lezen. Ik besloot verder te lezen in de Volkskrant, en toen kwam de conducteur eraan. En ik zal jullie nu even heel kort en heel duidelijk vertellen wat het lesbische meisje toen deed. Zij legde mijn boek van Mark Haddon op zo'n plankje. Zo'n plankje dat de NS in hun treinen installeert tussen de bankjes in, en tegen het raam (zeg maar). Zij deed dat op een wijze die ik verafschuw. Ik zeg het hier dus heel kort en duidelijk: zij bleek een kaftenknakker. (Ja ja: een nieuw woord dat ik in Google zal krijgen. Het is me met mokerslaap en hersenwolk ook gelukt, ha!) Terwijl ik mijn boek dichtsloeg en het normaal neerlegde (Zoals Het Hoort), zei ik:

'Jij bent een kaftenknakker!'
'Een kaftenknakker?'
'Een kaftenknakker. Zo kun je een boek heel niet neerleggen. Zoals jij dat daar doet.'
'Maar een boek hoort er gelezen uit te zien! Boeken zijn je vriendjes!'
'Je weet niet waarvan je spreekt, lesbisch meisje.'
'Je lijkt Ditmar wel als je zulke dingen zegt.'
'Alles wat Ditmar weet, heeft hij van mij geleerd.'
'Ach man, je kent Ditmar niet eens.'
'Zo is het.'

DIALOOG 2

Op de Grote Uitgeverij kregen we vandaag bezoek van het meisje E., een van de freelancers die wel eens zetproeven voor ons corrigeren. Zij gaat binnenkort trouwen. Net als Elsie en ik. Zij zou dat aanvankelijk doen op dezelfde dag als Elsie en ik, vrijdag 20 augustus, maar, zo zei ze:

'Ik heb op de website van het KNMI gekeken, en daar kun je zien wat voor weer het de afgelopen honderd jaar was op 20 augustus.'
'O?'
'Ja, en toen besloten we maar af te zien van 20 augustus. En nu trouwen we een paar dagen eerder.'
'Op 20 augustus stortregent het? Donder? Bliksem?'
'Nee, dat ook weer niet. Jullie hebben vast een mooie dag.'
'Hm, maar het blijft uitkijken dus.'
'Wij gaan ook een mooie dag hebben. Want wij trouwen niet op 20 augustus.'
'Nee, dat doen wij al. Hoe wist je dat ik ging trouwen?'
'Ik las het op je site. Maar ik lees je site niet veel, hoor.'
'O?'
'Nee, het is altijd een beetje... raar... als je zoiets leest van iemand die je kent. Een bekende, zeg maar.'
'Maar ik schrijf maar een weblog. Het is toch geen dagboek?'
'Nee, gelukkig niet. Ik ken zulke sites. Die mensen schrijven echt alles op.'
'Breek me de bek niet open. Schaamteloos zijn zulke mensen.'
'Het heeft gewoon iets exhibitionistisch, als mensen dat doen.'
'En de lappen tekst die ze erop zetten! Man!...'
'Inderdaad. Gelukkig doe jij dat niet. Niet dat ik er vaak op kijk, hoor.'
'Ik gebruik dan ook trucs als ik schrijf, moet je weten. Ik stileer de dingen.'
'Ja, dat begrijp ik.'
'Dit gesprek bijvoorbeeld, dat ik nu uittyp op mijn weblog, dat zijn twee gesprekken die ik met jou heb gehad aan elkaar geplakt. Bovendien leg ik je woorden in de mond.'
'Ik moet nu maar weer gaan, denk ik.'
'Toen ik je aan de telefoon had vanmorgen, toen vertelde je me over het KNMI. En nu pas, op de bureauredactie van de Grote Uitgeverij, heb je het over exhibitionistische weblogs. Toch maak ik er op mijn site 1 gesprek van.'
'Eh... ik zie het allemaal wel weer eens. Op je weblog. Niet dat ik daar vaak kom. Je bent immers een bekende. Ja. Sterker: ik denk dat ik er pas over een week of twee weer ga kijken. Op je weblog. Ja, zo is het. Een week of twee. Dag dus. En een prettige bruiloft.'
'Ja, jullie ook!'

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten