maandag 13 september 2004

TERUG OP DE GROTE UITGEVERIJ

'Mooi hoor, die nieuwe tanden van je,' zei collega Esther tegen me. 'Ik kan begrijpen dat je er blij mee bent. Je oude tanden stonden je al heel lang niet meer.'

Leuk is dat, om weer terug te zijn op de Grote Uitgeverij. Het is er druk als nooit tevoren (hoewel ik vernam dat het vooral heel druk is in de weken dat ik er niet ben - och, de vleierij). Auteurs leveren nieuwe manuscripten in alsof het niets is. Bij stapels tegelijk. En mijn agenda is meteen weer gevuld. Morgen: bureauredactielunch. Morgenavond: redactie-etentje. Overmorgen: mogelijk lunchen met Niels. Donderdag: kijken in het nieuwe huis van onze oud-stagiaire. Donderdagavond: boekpresentatie. Wie in een Grote Uitgeverij werkt, heeft helemaal geen sociaal leven meer nodig.

Over stagiaires gesproken: op onze afdeling werkt zomaar een nieuwe. Hiep hoi. In het hele pand blijken nieuwe stagiair(e)s te werken. 1 op de 3 mensen die ik er vandaag tegenkwam, heb ik nooit eerder gezien. Wat ze ook mogen beweren. Vanmiddag sprak ik bijvoorbeeld een auteur, die me zei: 'We hebben elkaar al eens eerder ontmoet.' Ik knikte maar wat afwezig. Morgen ga ik misschien wel een rondje door het pand lopen om kennis te maken met alle nieuwe mensen. Misschien ook niet.

Ik heb veel vakantieverhalen verteld. En ik zei dat het Mooi was. En ook Prachtig. En Indrukwekkend vooral. En iemand versprak zich en vroeg me of ik ook bij de Nigeria-watervallen was geweest.

Toen ik de schrijver Arie S. vanmiddag belde, vroeg hij me: 'Kun je alsjeblieft Niels geruststellen? Ik weet dat ik hem heb toegezegd een stukkie voor jullie site te schrijven. Maar pas keek ik, en toen bleek dat jij alweer terug was en dat je elke dag lappen tekst plaatste.' 'Dat kan wel zijn,' sprak ik, 'maar dat weerhield Hanz M. er anders ook niet van ons iets moois toe te sturen.' 'Je hebt gelijk,' zei Arie. 'Stel Niels gerust, wil je?'

En dan was er vandaag een e-mail van Rob B. In mijn jonge jaren had ik twee bijbaantjes. Bij beide bijbaantjes kwam ik Rob heel vaak tegen. Wie schetste mijn verbazing toen ik Rob in een New Yorkse hotellobby zag staan, enkele weken terug, tezaam met zijn vrouw? Nu ja, van het een kwam het ander, en voor je het weet worden er fototoestellen te voorschijn gehaald. Een van de resultaten stuurde Rob me vandaag toe. Een foto van Elsie en mij in een klein restaurantje. We lachen op die foto alsof we niets anders meer kunnen. En ik gewoon met mijn oude tanden.

V.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten