dinsdag 27 december 2005

ANDERE JAAROVERZICHTEN

FILMS VAN HET JAAR

1 Garden State
2 Eternal Sunshine of the Spotless Mind
3 21 Grams
4 Sideways
5 The Life Aquatic with Steve Zissou
6 Elizabethtown

BOEKEN VAN HET JAAR*

Chieh Chieng, A Long Stay in a Distant Land
Bret Easton Ellis, Lunar Park
Arnon Grunberg, Het aapje dat geluk pakt
Ian McEwan, Zaterdag
Ron McLarty, De geheugenloper

TV-SERIE VAN HET JAAR

24

CD’S VAN HET JAAR*

Lou Barlow, Emoh
Coldplay, X&Y
Eels, Blinking Lights and Other Revelations
Ben Folds, Songs for Silverman
Interpol, Antics
The Magic Numbers, The Magic Numbers

OPTREDEN VAN HET JAAR

Lou Barlow, Paradiso, 25 mei 2005

WELTSCHMERZDAG VAN HET JAAR

Vrijdag 9 september

STAD VAN HET JAAR

Delft

WRANGE GRAP VAN HET JAAR

Dit

DVD’S VAN HET JAAR

Alle beschikbare seizoenen van Seinfeld

SITE VAN HET JAAR

Niels en Vincent Doen Hun Ding

(* = op alfabetische volgorde)

V.

maandag 26 december 2005

16 JAAR LATER

Mijn moeder heeft maar goede ideeën. Ooit, later, in een verre, verre toekomst, zal ik hier stukjes over haar schrijven en dan zal ik haar prijzen om haar goede ideeën en adviezen. Zo vertelde ze me bijvoorbeeld in het begin van 1990 dat ik mijn herinneringen aan mijn laatste weekend met hem eens op papier moest zetten. Dat ik gewoon eens moest opschrijven wat hij en ik dat weekend zoal hadden gedaan. Omdat ik het me later misschien niet meer zo gemakkelijk zou kunnen herinneren.

Ze had gelijk. Vanmiddag vond ik een door mij getypt blaadje terug met notities van dat weekend. Dat blaadje is al meer dan vijftien jaar oud en het moet gezegd: sommige zinnen die ik daar schreef zeggen me nu niets meer, zoals mijn moeder al voorzag. Zo blijken hij en ik – nadat we de kerstboom hadden versierd, en nadat hij me cadeaus had geschonken voor mijn dertiende verjaardag (cadeaus die op mijn negenentwintigste hun betekenis en waarde geheel en al zijn verloren) – stapels films te hebben gekeken. Ik herinner het me niet meer, maar volgens die, overigens wat schamele, getypte aantekeningen zagen hij en ik op 23 en 24 december maar liefst zes films: A Nightmare on Elm Street, The Lonely Guy, Death on the Nile, The Third Man, Dead Men Don’t Wear Plaid en Legal Eagles. Op 25 december bezochten we de bioscoop en zagen we When Harry Met Sally..., waar ik meteen verliefd op werd. In mijn herinnering zaten we in Tuschinski, maar wie te veel op zijn herinneringen vertrouwt, kan maar beter hopen dat hij nooit ergens een door hemzelve getypt blaadje met aantekeningen van vroeger aantreft en door de mand valt. Wel weet ik zeker dat er, toen de film nog niet was begonnen, liederen werden gedraaid van de soundtrack van De kassière/Lily Was Here.

De gratis kalender die we de avond daarvoor in het Chinese restaurant kregen, was er een voor het jaar 1990. Dat jaartal ‘1990’ klonk veelbelovend. Een nieuw decennium en wat niet al. Die Chinese kalender voor het jaar 1990 heeft nog jaren opgerold in een hoek van mijn kamer gelegen. Evenals de reclamefolders en -kaarten die we in stapels uit de bioscoop meegristen. Op een van die kaarten was de met een hoed getooide Urbanus te zien die de binnenkort te verschijnen film Koko Flanel promootte. Ik herinner me de metroreis terug naar Gaasperdam. Hij gaf de kaart aan een meisje in de metro en zij vroeg hem: ‘Meneer, bent u dat?’ ‘Ja,’ antwoordde hij, ‘toen droeg ik nog een hoed.’

Met When Harry Met Sally... en die reis huiswaarts was onze eerste kerstdag nog niet ten einde: thuis zagen we een kerstfilm, die ik vermoedelijk terecht geheel vergeten ben: It Came upon a Midnight Clear. Die film moet rond twaalven geëindigd zijn. En hoewel we de volgende ochtend naar Lelystad zouden reizen, om daar tweede kerstdag te vieren met mijn moeder, mijn stiefvader en mijn broertjes, hadden we er nog niet genoeg van. We zaten al klaar voor de film Clockwise.

Je hoeft heus niet alles op te schrijven om het je zestien jaar later te kunnen herinneren. Zo weet ik dat eind 1989 de Berlijnse Muur viel, dat RTL4 van start ging (zij het niet onder die naam), dat Milli Vanilli en Sydney Youngblood heel hip waren, dat ik in de tweede brugklas zat en een beetje doelloos verliefdig was op een meisje M... En ook weet ik nog hoe ik op tweede kerstdag samen met mijn broertje in een blauwige stoel een beetje stil zat te zijn, slechts een paar uur nadat ik mijn moeder opbelde, omdat ik haar goede adviezen toen écht goed kon gebruiken.

Toen de eerste kerstdag overliep in de tweede, zat ik in zijn slaapkamer bij de tv. Hij bevond zich op dat moment in de aangrenzende badkamer en ik dacht even dat ik hem hoorde lachen. En zonder het in 1990 getypt te hebben op een klein blaadje ter herinnering, weet ik nog dat ik vrijwel meteen besefte dat ik het verkeerd had verstaan.

V.

zondag 25 december 2005

DE LIEDEREN DIE ERTOE DEDEN IN 2005

In 2005 leerde ik, meer dan ooit tevoren, muziek kennen via vrienden en vriendinnen op internet. Collega-webloggers schreven over liedjes die ertoe deden op hun sites, of ze zeiden het me op msn. Soms stuurden ze me die liedjes zelfs tóe. De tijd dat ik muziek leerde kennen door naar de radio te luisteren of naar muziekzenders op tv te kijken, lijkt voorgoed voorbij. Een en ander leidde er overigens toe dat ik in 2005 meer prachtmuziek leerde kennen dan in vele voorafgaande jaren. Laat dat een waarschuwing zijn, want onderstaand overzicht is een beetje groot uitgevallen. De nog te volgen jaaroverzichten van Dingen Die Ertoe Deden in 2005 (het doet me deugd te zien dat anderen deze term inmiddels eveneens gebruiken op hun sites) zullen beduidend korter zijn.

De lijst van Liederen Die Ertoe Deden In 2005 bestaat uit twee gedeelten: de eerste 10 zijn de Platen der Platen. De overige 44 zijn te opmerkelijk om hier niet te onvermeld te laten. Beide lijsten zijn alfabetisch geordend. Ten slotte enkele regels:

- het gaat hier niet per se om liederen uit 2005. Het gaat om liederen die ik dit jaar leerde kennen.
- per artiest wordt slechts 1 nummer genoemd. Hier moest ik helaas streng in zijn. (Het liep anders echt uit de hand.)
- ik ben het inmiddels allang niet meer eens met mijn Liederen Die Ertoe Deden In 2004. Ook onderstaande overzichten zijn vanzelfsprekend geheel willekeurig, maar vandaag tellen ze.

De Platen der Platen van 2005

Joseph Arthur, In The Sun
Coldplay, Fix You
Ben Folds, Landed
Iron & Wine, Such Great Heights
Niet Uit Het Raam, Dromen
Phantom Planet, California
Racoon, Love You More
Damien Rice, The Blower’s Daughter
The Shins, New Slang
KT Tunstall, Other Side Of The World

De Platen Die Er Ook Toe Deden in 2005

The 6ths, As You Turn To Go
Badly Drawn Boy, Everybody’s Stalking
Lou Barlow, Home
Beck, Everybody’s Gotta Learn Sometime
Bloc Party, Blue Light
James Blunt, You’re Beautiful
Bright Eyes, Lua
The Coral, Dreaming Of You
Kathleen Edwards, Somewhere Else
Eels, Sweet Li’l Thing
Fountains of Wayne, Hackensack
The Frames, Happy
Franz Ferdinand, Do You Want To
Frou Frou, Let Go
Jose Gonzalez, Heartbeats
Gorillaz, Feel Good Inc.
Hard-Fi, Hard To Beat
Colin Hay, I Just Don’t Think I’ll Ever Get Over You
Jem, Come On Closer
De Jeugd van Tegenwoordig, Watskeburt?!
Jimmy Eat World, Hear You Me
Carole King, Anyone At All
King Creosote, Saffy Nool
LCD Soundsystem, Daft Punk Is Playing At My House
The Magic Numbers, Forever Lost
Modest Mouse, Float On
Ivan Neville, Why Can’t I Fall In Love
Sheila Nicholls, Fallen For You
Nine Inch Nails, The Hand That Feeds
Patrick Park, Something Pretty
REO Speedwagon, In My Dreams
Gabriel Rios, Broad Daylight
The Rosebuds, Drunkards Worst Nightmare
Shout Out Louds, Please Please Please
Simon & Garfunkel, The Only Living Boy In New York
Snow Patrol, Crazy In Love
Bonnie Somerville, Winding Road
Soulwax, NY Excuse
Spinvis, Het voordeel van video
Sufjan Stevens, John Wayne Gacy, Jr.
Supergrass, St. Petersburg
Martha Wainwright, Far Away
Youth Group, Skeleton Jar
Zero 7, In The Waiting Line

Zag ik dingen over het hoofd in 2005? Laat het horen bij de comments! Wees geen vreemde!

V.

vrijdag 23 december 2005

IETS LANGERS

Men zegt mij dat ik meer moet schrijven hier. Dat men al heel lang op bepaalde verslagen wacht. Men wacht bijvoorbeeld op een verslag van de grote literaire quiz in Perdu van afgelopen vrijdag. Men verwacht ook dat ik schrijf over het personeelsuitje van afgelopen maandag waarbij we gezamenlijk tapas maakten (en ik ontslagen werd bij de gamba's). Men kijkt regelmatig of hier al iets staat over mijn kerstplannen.

Men moet niet zo zeuren. Men moet zelf maar eens iets schrijven. En nu we het toch over 'men' hebben: men denkt dat ik hier altijd alles maar vertel. Dat ik hier volledigheid beoog. Tegen die men zeg ik: puh. En ook zeg ik: tsk. Ik vertel hier slechts de dingen als ik er zin in heb. Wie hier komt voor volledigheid, draait zich een rad voor ogen. Die maakt zichzelve blij met een dood vogeltje. Of zoiets.

Wat er echter wel aan zit te komen, is het jaarlijkse (ha!) jaaroverzicht. Wie zich de jaaroverzichten van 2004 en 2003 nog herinnert (en anders klikken jullie die links toch gewoon aan, vergeetachtige dwazen?), weet dat ik waarde hecht aan lijstjes en opsommingen. En dat alles om de dreigende waanzin in mijn hoofd te bestrijden, dan wel het zwijgen op te leggen. Dus welja, die overzichten komen eraan.

Men kan dus gerust zijn. En dat ik hier weinig schrijf, betekent niet meteen dat ik er maar met de pet naar gooi. Want gistermiddag zei een door mij bewonderd schrijver me nog dat mijn stukjes hier steeds verhalender en zowaar steeds beter worden. Dat mijn stukjes hier de indruk wekken dat ik plannen heb voor iets langers. Dat ik daar maar eens over na moest denken, dat 'iets langers'. 'Maar... bedoel je... een... roman?' vroeg ik aarzelend. Even dacht ik dat de door mij bewonderde schrijver de hoorn erop zou gooien. Maar dat deed hij niet. Hij zei: 'Denk er gewoon maar eens over na. Tijdens je vakantie.'

Want vakantie, dat is het. Dus als jullie werkelijk denken dat ik tijd heb om hier te vertellen hoe ik half kokhalzend toekeek terwijl mijn collega's de gamba's van hun kop en vervolgens van hun darmen ontdeden (en dat het, o gruwel, de bedoeling was dat ikzelve deelnam aan dat bloedbad) en dat een van de aanwezige koks me toesnauwde: 'Ga jij maar mee naar de gehaktballen, dan kèn je groenten en kruiden gaan snijden', dan vergis je je schromelijk.

V.

donderdag 22 december 2005

IK WAS NOG NIET JARIG

De omstandigheden

Mijn verjaardagsfeest leed onder een concurrerend feest van een collega van de Grote Uitgeverij. Zij vierde haar afscheid in een café verderop en dat weerhield velen ervan naar mijn feestje te komen. Daarnaast waren velen ziek. Ikzelve was al dagen verkouden en nog steeds heb ik een hardnekkige kriebelhoest, die zich vooral 's ochtends vroeg en 's avonds laat manifesteert, en die ik liever niet zou hebben. Ook hoest ik veel als ik veel en langdurig heb gepraat. Ik heb daarom al mijn voordrachten, speeches en lezingen verschoven naar latere tijdstippen. Men houdt maar eens een beetje rekening met me.

Het etentje

Collega B. en ik renden van het afscheidsfeestje van de verkoopcollega naar een halveprijspizzeria. (Ik noem die gelegenheden altijd tweedehands pizzeria's. Ik doe dat al sinds 1994 en het is te laat om ermee te stoppen.) In de halveprijspizzeria werkte een meisje met een T-shirt dat de woorden 'Most likely to steal your boyfriend' bevatte. Collega B. en ik vermengden ons honende gegniffel met een hoofdschuddend tut-tut bij de aanblik van dat shirt (en vooral bij zo'n shirt en dan dat meisje erin). Ik probeerde het fototoestel uit en vroeg me af of ik op tijd zou komen op mijn eigen feestje. 'Zit je soms op hete kolen?' vroeg B., maar ik zei: 'Nee hoor.'

De leeftijd

Ten tijde van mijn feest was ik 28 jaar en 359 dagen oud.

De locatie

Ik vierde mijn verjaardag waar ik die al jaren vier (met uitzondering van vorig jaar, toen ik het inmiddels alweer gestorven en begraven PrivateBanx had afgehuurd). Op den duur haalde ik zo vaak achter elkaar drankjes voor de aanwezigen dat de jongen achter de bar vroeg: 'Ben jij soms jarig?' 'Ja,' loog ik half, en hij feliciteerde me.

De cadeaus

Ze waren talrijk. Ze waren verrassend. Ze ontroerden me. Ze waren gewenst. Twee meisjes schonken me 3 dvd's en waren ronduit verheugd toen bleek dat ik er 2 nog niet had. Een meisje deed mee aan een gezamenlijk cadeau en kocht daarnaast nog eens een duur en hoogstwaarschijnlijk mooi boek, dat ze sierde met een opdracht (waarin ze me terloops van cynisme beschuldigde). Een ander meisje schonk me, voor de grap, een dichtbundel van de kale docent bij wie ik ooit college volgde en die me eens de woorden 'Jij kunt goed schrijven, maar je leest de verkeerde boeken' toevoegde.

De aanwezigen

Een bijna-jarige. Nog een bijna-jarige. De kikvorsman van de bureauredactie. De hoofdredacteur en het hoofd productie van de Grote Uitgeverij. Een redacteur die graag een sprintje trekt. Een meisje dat mooie zinnen schrijft, compleet met chique vriend. Een flexibel meisje dat nooit iets hips zegt (en heel soms, plots, weer wel). Een schrijfster van bijna drie boeken. Een meisje dat onlangs Amy Tan interviewde. Een Delftse dichter met zijn dichtende vriendin. Een fraudeur. Een toekomstig biologisch boer. Een stagiaire. Een docent Engels. Een meisje met een minuscuul handschrift.

De afwezigen

Nu ja, dat waren er natuurlijk veel. Ik noem er enkelen:

De Vrouw Die Ik De Mijne Noem. Mijn sitepartner. Het meisje dat ik een warm hart toedraag. Een dichter uit Arnhem. Mijn collega E. De Zoon Die Ik Nooit Gehad Heb. Een vloeibare jongen. Een Londense schrijver.

De trein terug

Ik nam de trein terug met de Delftse dichter en zijn dichtende vriendin. Daar valt verder weinig tot niets over te vertellen. Frappant was echter de aankomst in Delft, toen de deuren zich openden en wij een ravijn in staarden, intussen tollend op de traptreden. Het perron was daar nog helemaal niet begonnen. Zelden was ik me zo sterk bewust van mijn sterfelijkheid, en dat nog wel op mijn bijna-verjaardag.

De foto's

De foto's zijn heel hip geworden. Ik zou ze jullie graag laten zien, ware het niet dat Niels en ik hier geen foto's van onze familie en vrienden tonen. We houden ons hier aan weinig regels (man, wat is het hier een losgeslagen bende!), maar de regels die we hebben, koesteren we. Niettemin: wat een hippe, hippe foto's.

De avond erna

Het Prometheus-team hakte het Nieuw Amsterdam-team genadeloos in de pan. Maar daar vertel ik later misschien nog wel over.

V.

woensdag 21 december 2005

29...

...is anders ook best een mooie leeftijd.

V.

dinsdag 13 december 2005

FANS & GROUPIES: ZIE IK JULLIE VRIJDAGAVOND?

Aanstaande vrijdagavond neem ik deel aan een heuse literaire quiz in het Amsterdamse Perdu. In deze quiz zullen twee teams elkaar bestrijden. Het ene team vertegenwoordigt de nog jonge uitgeverij Nieuw Amsterdam, het andere - dat naast mij bestaat uit dichters Jannah Loontjens en Thomas Möhlmann en redacteur Esther Hendriks (hier beter bekend als 'collega Esther') - vertegenwoordigt Prometheus/Bert Bakker (hier beter bekend als 'de Grote Uitgeverij').

Zou het nu niet leuk zijn als jij hier ook bij was? Ter aanmoediging? Ter ondersteuning? Ik zou dat leuk vinden. En let wel: afgezien van die literaire quiz is er sprake van nog veel meer baanbrekend en duizelingwekkend amusement. Ik noem bijvoorbeeld de presentatie van een tijdschrift en een zogenaamd 'luchtig intermezzo'. Wacht, ik citeer het persbericht van Perdu (dat hier in zijn geheel te vinden is) anders wel even:

Onder leiding van een 'quizmaster' strijden twee uitgeverijen tegen elkaar. Elk team bestaat uit twee redacteuren en twee auteurs. In meerdere rondes zullen vragen van diverse aard op de teamleden afgevuurd worden en ook het publiek heeft hierin een rol. Ja, het wordt spannend! Het wordt leuk! Het wordt divers! Het wordt een slagveld! Wees erbij.

Voor een paar euro (de toegangsprijs) kun jij me ter zijde staan! Je leven zal niet meer hetzelfde zijn na die avond! Ik reken wel een beetje op je komst, hoor.

Zie ik je daar?

V.

zondag 11 december 2005

VAN PLAN

Ik was de afgelopen dagen heus van plan hier iets nieuws te schrijven. Maar zolang ik me voel zoals ik me nu voel, komt daar niets van terecht. Ik haat verkoudheden. Met een passie.

De vraag blijft: is het goed of juist niet om je neus te snuiten?

Antwoorden zijn welkom bij de comments.

V.

woensdag 7 december 2005

DINGEN DIE IK LEUK VIND

Op de gastenlijst van Adam Beyer in de Nitsa staan. Vriendin en gast S. die daar telkens weer het podium op klimt. En er ook telkens weer vanaf valt. Gefaalde poging om Adam ervan te overtuigen dat het heel leuk zou zijn als hij de dag daarna in de Gashouder 'De groeten van Serra en Niels!' door de micro zou roepen.

Eten bij Origen 99,9% met zus C. en haar echtgenoot D. Tot twee keer toe de eendenpootjes bestellen. De dag daarna van zus C. horen: 'Dat was de laatste keer dat ik een lief dier at, hoor.'

Naar dEUS gaan en heel hard 'Ja!' schreeuwen toen Tom Barman eindelijk 'Alles goed?' blerde. Het een heel goed concert vinden. Door de ganse stad Belgen tegenkomen die allemaal een grijns op hun gezicht hebben.

Met M10 eten in Somorrostro en er serieus over nadenken om aan iemand anders te vragen het vierde toetje te bestellen, zodat we ze in ieder geval allemaal konden proberen.

Een boek afronden en jezelf voornemen de volgende binnen twee maanden af te hebben.

N.

donderdag 1 december 2005

ONDER POLITICI

Op alweer een boekenfestijn op de Grote Uitgeverij zag ik de ene politicus de andere imiteren. Ik moest daar heimelijk om lachen. Ook zag ik een burgemeester en een oud-burgemeester staan. En ik zag iemand een toespraak houden over zijn zojuist verschenen boek, het boek dat we vierden, een boek ook dat gisteravond meteen maar teletekst haalde, en vanochtend allerlei kranten. Maar terwijl ik luisterde naar de toespraken, dwaalde mijn blik af naar de andere aanwezigen, en toen zag ik het meisje M. staan. Ik zeg het er maar meteen bij: ik ken het meisje M. niet. Ik weet weliswaar wie ze is en hoe ze eruitziet, maar ik ken haar niet. Maar ooit, het moet in september 1994 zijn geweest, was ik een eerstejaars student Nederlands die met tientallen andere eerstejaars en een groepje ouderejaars een weekend naar een Fries gehucht trok om elkaar beter te leren kennen. Zij was een van de ouderejaars. Later schreef ik over dat weekend een verhaal voor een jubileumboek van een studievereniging, maar zij komt daar, voor zover ik het me herinner, niet in voor.

Hoe het ook zij: op die ene zaterdag in september, ik was 17 jaar, ik weet het nog goed, gingen alle neerlandici roeien. Op een stel luie apen na, en tot dat stel luie apen behoorde zowel het meisje M. als ik. Ik dacht: zo'n studie Nederlands, vooruit, maar wie mij in een roeiboot wil krijgen, moet van goeden huize komen. Die moet hemel en aarde bewegen en met overrompelende argumenten komen. Er was, kortom, niemand die mij over wilde halen mee te gaan, dus ik zat daar maar een beetje voor me uit te staren en thee te drinken. Ik raakte in gesprek met het meisje M. en plotseling zaten we sámen thee te drinken - je leert elkaar immers beter kennen tijdens zo'n weekend of je doet het niet.

Die avond zou er een zogeheten 'bonte avond' zijn, waarop allerlei door de mentoren ingedeelde groepjes een geheel eigen uitvoering van een gedicht van Jan Hanlo dienden uit te voeren. En dit gedeelte herinner ik me niet meer precies, maar ineens waren het meisje M. en ik tot het besluit gekomen dat we gewoon een extra gedicht zouden voordragen, die avond, tezaam. Het gedicht dat we vervolgens op papier zetten was - zo vermoed ik nu - een aaneenschakeling van curieuze woorden, vergezochte zinnen en loze verbanden, en ik denk dat ik het nog wel ergens in een oude kartonnen doos heb liggen, maar daar gaat het me hier niet om. Waar het me om gaat is dat je in zo'n introductieweekend in een of ander Fries gehucht zomaar iemand kunt treffen met wie je thee drinkt, een gedicht schrijft dat het niet waard is herinnerd te worden en dan - dat ook nog - ten overstaan van tientallen medeneerlandici dat gedicht gaat voordragen. Ik heb nog een foto waarop je ons beiden ziet staan, samen met een meisje dat er nu niet meer is. Op weer een andere foto zie je mij en een ander meisje het meisje M. optillen - maar waarom, in vredesnaam?, zo vraag ik me nu af.

Elf jaar later kom je elkaar dan weer tegen op een feestje op een Grote Uitgeverij. Dat wil zeggen: mijn blik dwaalde af en bleef bij haar hangen. Omdat ik haar herkende en dacht: ach ja, natuurlijk, zij is een politica tegenwoordig. (Ik heb dat ooit ergens gelezen, maar ik herinner me niet waar.) En terwijl mijn blik bleef hangen, wist ik weer: zij en ik, we hebben ooit een ridicuul gedicht geschreven op een dag waarop anderen liever gingen roeien. En we hebben het voorgedragen alsof het een gedicht was dat ertoe deed. Maar nu is zij een politica en woon ik festijnen bij op Grote Uitgeverijen. Ik glimlachte naar haar, uit herkenning. Toen zag ze mij ook, en ook zij glimlachte, maar ik zag haar denken: ik weet werkelijk niet wie jij bent en waarom je naar mij glimlacht, makker.

Ach ja, overwoog ik, ik zag er op mijn zeventiende ook wel heel anders uit (heel anders). Maar ik werd er toch even melancholiek van, jullie kennen mij. Ik had niet eens zin haar na de speeches aan te spreken met de woorden: 'Ik zie wel dat je me niet herkent, maar ooit bestreden we op een zaterdag in september samen de verveling door een onzinnig gedicht te schrijven. Ik zag er toen heel anders uit en jij ook, maar hier staan we dan, en ik dacht: ik glimlach eens vriendelijk naar je.' Want ik gokte erop dat dergelijke zinnen de situatie er niet beter op zouden maken.

V.

dinsdag 29 november 2005

IK GA TEGEN ALLE COHERENTIE IN VANDAAG...

...wat dit stuk tekst betreft dan. Ik ga jullie gewoon het een en ander vertellen, maar verwacht geen enkele samenhang, oké?

...zo is het sinterklaasseizoen alweer bijna achter de rug. Ik besefte het toen ik zondagmiddag door de HEMA dwaalde en zag dat je er 4 chocoladeletters voor 4,40 euro kon kopen. Ik was niet te stoppen. Ik greep meteen 1 melk & 1 puur & 1 melk met nootjes & 1 puur met nootjes, want plotseling had ik behoefte aan diversiteit. Wel vond ik het enigszins gênant dat ik Niels' goede vriend K. tegenkwam, met zijn vriendin aan zijn zijde, en dat ik daar met mijn rechterhand vol chocoladeletters V stond. Ik probeerde er niet te veel de aandacht op te vestigen, onder meer door allerhande wilde gebaren te maken met mijn linkerhand, maar ik vermoed dat dat slechts averechts werkte.

...en toen collega B. en ik gisteren naar het CS reden, zei ik haar: 'Ik wou dat ik een van mijn chocoladeletters bij me had. Ik heb er zondag vier gekocht, maar die liggen allemaal thuis.' Ik deed er mijn droeve blik bij, en ook mijn hangende schouders. Collega B. zei: 'Niet getreurd, op het CS vind je vast ook wel een chocoladeletter.' Ik dacht daar het mijne van. Ook zei ze: 'En wat een onzin. Chocola is chocola. In de winter maken ze er letters van, en in de rest van het jaar maken ze er gewoon een willekeurige andere klont van. Proef jij het verschil?' Ja, ik proef dat verschil. Verdorie. En op het CS was nergens een chocoladeletter te bekennen. Toen ik de in wanhoop aangeschafte reep pure chocolade in de trein in stukjes brak, vroeg collega B.: 'Probeer je er nu alsnog een V van te maken?' Ik vond dat niet erg grappig.

...vorige week zag ik de 4 Take That-jongens op tv. Die vieren een reünie. Die gaan maandenlang touren. Die gooien de handdoek in de ring en komen ons weer verblijden met Klassieke Popsongs als 'Back for Good' en eh, tja, goh, nu ja, vooral 'Back for Good' dus, maar ook al die andere fijne liederen van ze. Daar stonden ze weer, geheel Robbie-loos natuurlijk: schele Gary, kleine Mark, en die 2 jongens die niemand ooit uit elkaar heeft kunnen houden. (Op Niels na natuurlijk, die ik ervan verdenk die hele reünie bedacht en georganiseerd te hebben.) (Ooit hadden Niels en ik het voornemen samen 'bandjes te gaan kijken' op grote popfestivals, maar we zwoeren dat we pas zouden gaan als Britney Spears én Take That er kwamen optreden.) (Later stapten we dan weer van dat voornemen af.) (We stapten later wel van meer dingen af.) (Behalve van het zinnen tussen haakjes schrijven dan. Daar lusten we wel pap van.)

...iemand vroeg me pas op msn: 'Vince, even een vraagje over een puzzelmail. Van de volgende letters moet ik een woord zien te maken: s t r m o... zie jij iets? Volgens mij is het niet "morst".' Daar schrok ik wel even van. Ik vertel er niet bij wie me die vraag stelde, want ik heb mijn moeder beloofd er verder over te zwijgen. Vrijdag gaan zij en ik tezaam koffiedrinken in de Grote Stad en ik heb er geen zin in dat ze me heel de tijd scheef aankijkt. (Al zullen we ook geen letterspelletjes gaan spelen, me dunkt.)

...vandaag zag ik een foto van Katie Holmes met de doodenge aap Tom C. Op die foto staat zij te lachen op een volstrekt onnatuurlijke wijze. Vroeger liep ik wel eens langs het tv-scherm als Elsie naar Dawson's Creek keek, en dan zei ik haar: 'Ik zou best eens verliefd kunnen worden op dat meisje.' Want ik had een zwak voor Katie Holmes. (Waarom ikzelve dan nooit naar Dawson's Creek keek, dat is een raadsel der raadselen.) Naast de onnatuurlijk lachende Katie staat de doodenge aap Tom C. te lachen, op een wijze die alle wetten tart. Het is op die foto alsof zijn hoofd uiteengescheurd wordt. Het is een foto van een man die eruitziet alsof er niets te lachen valt. Het is alsof de doodenge aap Tom C. de argeloze toeschouwer duidelijk wil maken dat het een lach uit pure angst is - en dat hij ons graag laat delen in die angst. Ik vrees dat we Katie Holmes voorgoed kwijt zijn. Ik zou erom kunnen huilen, maar alleen als niemand het ziet.

...ik ga nú een chocoladeletter eten. Leve Sinterklaas en al die griezelige clowns die hem heel de tijd vergezellen. (Toen ik 6 was, kwam ik in een klas terecht waar allerlei kinderen me vertelden dat Sinterklaas niet bestaat. Ik vond dat heel domme kinderen. Tja.)

V.

zondag 27 november 2005

DAGJE MAASTRICHT IN CITATEN

I

Ons hotel blijkt een dependance van een groter hotel, alwaar we moeten inchecken.

Hoteljongen: 'Dit is de sleutel van uw hotel en dit is de sleutel van uw hotelkamer. O, en hier is de afstandsbediening van uw tv.'
Vincent en Els: '...'
Hoteljongen: 'In uw hotel bevindt zich 1 telefoon. Die treft u aan in de lobby. Dat is de ruimte waar u ook lichte muziek hoort, de ruimte waar twee heel oude snoepautomaten staan, en de ruimte waar u een eurowisselaar kunt vinden.'
Vincent: 'Een eurowisselaar?'
Hoteljongen: 'Het zijn twee écht heel oude snoepautomaten. Als u 2 euro in de wisselaar werpt, krijgt u 1 gulden terug. Die kunt u dan gebruiken om snoep mee te kopen. Of koffiepads. Maar wat ik al zei: er is maar 1 telefoon. Als u die gebruikt en u toetst de 9 in, dan zijn we binnen de minuut bij u.'
Vincent en Els: '...'
Hoteljongen: 'Uw hotelkamer is een designkamer. U zult het wel zien. De verlichting is heel bijzonder. U zult het wel zien. O, en uw bed bevindt zich in een soort unit. Maar dat zult u wel zien.'
Vincent en Els: '...'
Hoteljongen: 'Morgen staan in uw halletje twee ontbijtboxjes. Die worden daar tussen 7 en 10 neergezet.'
Elsie: 'Worden we daar niet wakker van?'
Hoteljongen: 'Neuh. Het zijn onze vrienden van de ontbijtboxjesservice. Die doen dat geruisloos. Ze zijn professioneel.'

II

Ik bezoek de wc-ruimte van lunchgelegenheid Aux Pays-Bas, en keer half-extatisch terug.

Vincent: 'De wc-ruimte ruikt exact naar Londen 1987!'
Elsie: 'Londen 1987?'
Vincent: 'In 1987, toen ik met mijn vader een week in Londen was, hadden we een hotel, en volgens mij rook het daar precies zo!'
Elsie: 'Geuren zijn altijd heel belangrijk voor de herinnering.'

Drie kwartier later:

Elsie: 'Laten we gaan.'
Vincent: 'Zal ik niet nog heel even naar beneden gaan? Om weer Londen 1987 te kunnen ruiken?'
Elsie: 'Dat lijkt me een beetje overdreven.'
Vincent: 'Hmpf. Ik wacht anders wel weer twintig jaar, hoor.'

III

In ons hippe designhotel treft Elsie twee 'ontbijtboxjes' aan die in de gang zijn gedropt door de professionele ontbijtdroppers. Elsie inspecteert de boxjes.

Elsie: 'Op jouw flesje jus d'orange ligt een spinnetje.'
Vincent: 'Zou je het er even af willen tikken?'
Elsie: 'Hm. Het is een dood spinnetje.'
Vincent: 'Zou je het er tóch even af willen tikken?'

IV

Elsie maakt een foto van mij op een brug over de Maas. Een oud vrouwtje komt aangelopen.

Oud vrouwtje: 'Zal ik misschien een foto van jullie maken?'
Elsie: 'O, graag!'
Oud vrouwtje: 'Ik dacht: dan staan jullie er ook eens samen op.'
Elsie: 'Wat leuk!'
Oud vrouwtje: 'Hoe werkt het?'
Elsie: 'U kunt gewoon door dit schermpje naar ons kijken. En dan dit knopje indrukken. En als u "klik" hoort, is de foto gemaakt.'
Oud vrouwtje: 'Als ik "klik" hoor?'
Elsie: 'Ja. Als u "klik" hoort, is het goed.'

Elsie en ik poseren samen op de brug over de Maas. Aan de overkant zien we een oud vrouwtje met ons fototoestel staan. We horen geen klik.

Oud vrouwtje: 'Het is gelukt, hoor!'
Elsie: 'Hoorde u een "klik"?'
Oud vrouwtje: 'Ik hoorde een "klik".'

Het oude vrouwtje stapt als een dolle van ons weg, de hele brug over. Ze is nog maar een stipje aan de horizon als we goed en wel doorhebben wat er gebeurd is.

Elsie: 'Ik hoorde geen "klik", hoor.'
(...)
Elsie: 'Nee. We staan niet op de foto.'

V.

maandag 21 november 2005

ALS JE HET ECHT ALLEMAAL WILT HOREN...

Als jullie het echt allemaal willen horen: ik verzamel verschillende uitgaven van J.D. Salingers The Catcher in the Rye. Ik las het boek voor het eerst toen ik dertien was, en vele keren sindsdien. Ik leerde het ooit kennen als de roman die een dwaas inspireerde om een van mijn muzikale helden te vermoorden, maar later bleek het ook het lievelingsboek van Winona Ryder. Toen ik een jaar of zestien was, dweepte ik met Winona - iets wat overigens nergens toe leidde (ik woonde immers hier en zij helemaal daar, om eens wat te noemen) -, en dat zij en ik een lievelingsboek deelden, dat leek me iets waar Het Lot het zijne van wist. Weer later kwam ik erachter dat The Catcher in the Rye het lievelingsboek van zeer velen is, onder wie ook mijn gewaardeerde sitepartner.

Eind 1997 bezat ik zowel een Nederlandse als een Engelstalige uitgave. Ik herinner me hoe ik het meisje J. vertelde dat ze het boek spoedig eens moest lezen. Vriend W. zei me toen: 'Als je zo graag wilt dat ze het leest, waarom geef je het haar dan niet gewoon?' Ik vond dat: een goed idee. Ik bezocht antiquariaten en vond er twee verschillende Engelstalige uitgaven. Ik oordeelde: wat een mooie uitgaven - die ga ik toch zeker niet weggeven? En toen had ik er plots vier. Voor ik het wist, was er een hele verzameling.

Uiteindelijk kocht ik een editie voor het meisje J. die ik zelf al thuis had staan. De verwachtingen waren hooggespannen, maar ook verwarrend, zo bleek althans toen ze me enkele weken later zei dat ze het had gelezen, en eraan toevoegde: 'Maar er gaat helemaal niemand dood op het eind...' Alsof ik die indruk had gewekt toen ik haar het boek aanprees. Later (en eerder, dat ook) gaf ik het boek nog aan vele anderen cadeau, en soms schreef ik er opdrachten in die geheel en al uit gedenkwaardige citaten uit Het Boek Zelve bestonden.

In het najaar van 2003 was ik thuis bij de Arnhemse dichter H. Zelden (nu ja, zelden) heb ik mezelf zo moeten bedwingen als toen ik in zijn boekenkast een Nederlandse uitgave van het boek zag staan die ik nooit eerder waar dan ook had gezien. Ik had die ochtend bijna voor het eerst een boek gestolen. Ik weet nog dat hij me naar het Arnhemse station bracht en dat ik grapte: 'Ik had bijna jouw exemplaar van The Catcher gestolen, makker.' 'Ha ha,' zei hij. Er valt hier helemaal niets te lachen, dacht ik, en ik stapte gedreven voort als iemand die er snode plannen op na hield.

Enkele weken geleden verscheen een nieuwe Nederlandse uitgave. Zonder plaatjes, zonder flaptekst. Daar houdt de schrijver immers niet van. Ik zou dat boek graag hebben. Ik plaats het bij dezen op de verlanglijst voor mijn aanstaande verjaardag. Voorts toon ik jullie hieronder een vanmorgen gemaakte foto van de uitgaven die al in mijn bezit zijn. Wie een uitgave heeft of kent die hier niet staat afgebeeld (of wie zo'n uitgave wel eens in de kast van bijvoorbeeld een bevriend dichter heeft zien staan, gna gna), verzoek ik zo spoedig mogelijk contact met mij op te nemen.



V.

zondag 20 november 2005

KOFFIEDROMEN

Ik stel me zo voor dat ik morgen rond een uur of acht opsta, en dat ik mezelf enkele minuten later aanstaar in de badkamerspiegel, en dat ik dan denk: het is maar goed dat je je hebt geschoren gisteren, makker, die baard kon wérkelijk niet meer. En ik stel me voor dat ik daarna de katten te eten geef, en vervolgens mezelf (ik gok op wat geroosterde pompoenpitboterhammen, en daarbij een groot glas melk, en een kop thee, dat ook), en dat ik op de computer liederen draai die ik heel hard meezing. Ook zal ik een document openen en een blik werpen op het verhaal dat ik langgeleden begon te schrijven, mijn hoofd schudden en het document weer sluiten. Een verhaal dat een meisje me onlangs toestuurde, zal ik opnieuw lezen en ik zal er met een pen (geen rode, nóóit een rode) aantekeningen en opmerkingen en voorstellen tot correctie en vragen bij plaatsen, dit alles in de kantlijn en tussen de regels door. Als het meezit doe ik dat verhaal, voorzien van al dat gekrabbel, op de post. Tezaam met de felicitatiekaart aan het meisje W., dat onlangs beviel van de kleine B. (Aan de andere kant: ik schuif post wel eens een dag of wat voor me uit. Ik heb altijd enthousiaste plannen, maar daadwerkelijk iets opschrijven en even naar de brievenbus lopen, dat is andere koek.)

Tegen de katten zal ik iets oubolligs roepen als: 'Welnu, de kop is eraf', en vervolgens zal ik me kleden op de kou, die me ongetwijfeld een oplawaai geeft (en een trap na) zodra ik naar buiten stap. Ik zal mijn das (of mijn sjaal, weet ik veel) op zo'n wijze om mijn nek wikkelen dat het niets helpt, en ik zal me wederom afvragen waarom mijn winterjas niet wat meer knopen telt. De iPod steek ik dan in mijn binnenzak en de katten voeg ik toe: 'Tot straks, Noni en Teiget, en doe een beetje voorzichtig met de nieuwe fauteuil, willen jullie?' Dat stel ik me dus voor. Terwijl ik naar buiten stap (waar de kou me uit onverwachte hoek een genadeloze rechtse uppercut geeft - leer mij de kou kennen), komt de Jack Bauer in mij boven en bespied ik de omgeving, op mijn hoede voor gespuis, de klok tikkend in mijn hoofd. Af en toe doe ik mijn grimmige blik en mijn verbeten grijns, maar in combinatie met dat quasi-nichterige loopje van me zal dat weinig boeven vrees inboezemen - feiten om rekening mee te houden.

En ik stel me voor dat ik exact op die wijze mijn eerste vakantiedag in ga. En dat ik de bus neem naar de stad en dat ik daar de eerste de beste Starbucks binnen val en dat ik zeg: 'Een dubbele latte graag. Om hier op te drinken.' En dat ik dan een plaatsje voor het raam uitkies, in zo'n aangename Starbucks-stoel, en dat ik mijn handen aan de beker warm, en dat er hippe muziek gedraaid wordt, en dat ik naar buiten staar, en dat daar mensen lopen van wie ik het geenszins bezwaarlijk vind dat ze ook gewoon dóórlopen, en dat ik dan met mijn vingers knip, en dat er gewoon nóg een dubbele latte wordt gebracht, of een dubbele cappuccino - ik doe daar niet moeilijk over, zolang het maar dubbel is -, en dat ik het boek dat ik tegenwoordig lees uit mijn tas pak (waarin in een bijzin ook een latte bij Starbucks wordt besteld, kijk zelf maar), en dat ik er, hopsakee, een bladzij of honderd in verder lees, tenzij me zinnen te binnen schieten die ik dringend moet noteren in een klein boekje, en die Het Verhaal Dat Ik Altijd Nog Eens Wilde Schrijven ten goede zullen komen, want dan duw ik dat boek gewoon weer mijn tas in, terwijl ik onthoud op welke bladzijde ik ben gebleven (ja, ik onthoud dat gewoon; ik gebruik geen boekenlegger, en wie denkt dat ik ezelsoren maak of de kaften knak, die is alle realiteitszin verloren).

En wat ook kan: dat er gewoon een vriend of vriendin die Starbucks binnen stapt, en dat die dan gewoon naast mij plaatsneemt, en dat die dan anekdotes vertelt die ik altijd al wilde horen, en dat we dan samen koffie gaan drinken in die fijne stoelen, met die aangename liedjes op de achtergrond, en dat de dag langzaam voorbijwaait, en dat er buiten in eindeloze rijen dwazen voorbij blijven lopen die wel betere dingen te doen hebben. En dat er misschien nog wel meer vrienden en vriendinnen aanschuiven, en dat we hele stapels koffie bestellen, in alle varianten, zolang het maar dubbele hoeveelheden zijn, en dat we ons geheel bezatten aan Cappuccino's, Lattes, Christmas Blends, French Roasts, Sumatra Decafs, Guatemala Antigua's en Nariño Supremo's, en dat we elkaar fotograferen in opzienbarende posities, tot we elkaar in een staat van overdreven aanhankelijkheid in de armen vallen en dingen zeggen als: 'Samen koffiedrinken is het mooiste wat er is', 'Wat zie je er leuk uit zonder die baard', 'Ik zie daarbuiten iemand lopen die ik nooit heb gemogen' en 'Met z'n hoevelen passen we eigenlijk in zo'n stoel? Schuif eens op?' En dat het dan heel laat wordt en dat we vriendelijk verzocht worden 'in godsnaam eens op te rotten'. En dat het een van de Dagen der Dagen is, en dat we er achteraf nog veel en hard om kunnen lachen.

Maar ja. Er is hier dus geen Starbucks.

V.

vrijdag 18 november 2005

DE VRIJDAGAVONDONELINER

'Eden' van Hooverphonic is een tijdloze popsong.

N.

donderdag 17 november 2005

INTUSSEN, IN HET KOFFIEPALEIS

Doorgaans worden we in het koffiepaleis geholpen door dat joch met die pet. Achter zijn rug om noemen we hem Martijn, want hij doet ons aan een Martijn denken. Geen specifieke Martijn, want er bestaan heus ook Martijnen en Martijns die deugen (we kénnen er zelfs een paar), maar hij is er ontegenzeggelijk een. En dat 'geholpen' uit de eerste zin kun je gerust met een korrel zout nemen, want het enige wat Martijn doet, is je een beetje toegrijnzen en je confronteren met je vermeende coffeeshopbezoek.

Nee, dan dat ene mooie chickie dat er ook werkt, en dat steeds van haarkleur verandert. Zij is geen groot licht, zij, maar ondanks al haar onnozelheid, onmacht en onkunde (de ene keer geeft ze je te weinig geld terug, de andere keer brandt ze haar vingers aan een espressoapparaat) is ze een welkome verschijning. Ze grijnst niet, ze draagt geen pet en ze is discreet. Ik herinner me hoe we een keer het pand verlieten en mijn collega me zei: 'Volgens mij staat zij naar jou te lonken.' Ik dacht toen nog: wat leuk.

Daarna zagen we haar heel lang niet meer. Zo lang zelfs dat we dachten dat een nieuw ongeluk met een van de koffiemachines haar fataal was geworden. Het is een jungle in de koffiebusiness, en de barista's sneuvelen er bij bosjes. (Dat doet me eraan denken: onlangs las ik een artikel over die hele koffiebusiness, en daarin werd door een of andere koffiemagnaat beweerd dat de barista de puntjepuntje van de eenentwintigste eeuw is. Ik ben dus vergeten wat er stond, op die plaats van dat puntjepuntje. Maar het stelde nogal wat voor, althans, zo herinner ik het me. De ervaring wijst echter uit dat de barista de joker van de eenentwintigste eeuw is. De clown van onze tijd. De Guust Flater van het heden. Maar genoeg hierover, ik vertelde jullie immers een anekdote.)

Vanmiddag betraden we het koffiepaleis weer. En hoewel er elke dag een andere barista werkt, worden we vrijwel altijd te woord gestaan door Martijn. Met die pet van 'm. En die grijns. En die olijke blikken. Maar vandaag was hij er niet. Welnee, vandaag was zij terug. Ik stootte mijn collega aan en zei: 'Dat ene mooie chickie is er weer!' Zij zag het ook. Ik werd er bijna een beetje schuchter van. Ze vroeg me wat we wilden bestellen en ik antwoordde: 'Twee dubbele caffe latte's graag. Om hier op te drinken.' Ik gaf haar het geld (een klein fortuin, dat begrijpen jullie, want het kost een vermogen om twaalf barista's en al die machines in bedrijf te houden) en deed er verder het zwijgen toe. En voor de duidelijkheid vermeld ik erbij: het was heel rustig bij de balie. Of de bar. Of nu ja, dat ding in de zaak waar jij aan de ene kant je koffie staat te bestellen en de barista aan de andere kant haar vingers staat te branden of je wisselgeld per ongeluk op de grond laat kletteren. Normaal staat daar een lange, lange rij, maar nu was het er verdacht rustig. Mijn collega en ik, wij waren feitelijk de enigen die er stonden.

En tóch, ondanks die serene stilte bij de bar, ondanks het feit dat wij heel de tijd de enigen waren die bij die hele bar te vinden waren, vroeg dat ene mooie chickie ons doodleuk, en het kan nog geen minuut later zijn geweest, en ze keek me recht in mijn ogen: 'Worden jullie al geholpen?' Daar keken we een beetje van op. En onthutst stamelde ik: 'Ja.' En iets stiller, en nog veel onthutster, mompelde ik: 'Door jou...'

En ik wist: de barista is het zwarte gat van de eenentwintigste eeuw. De barista is de dode mus van onze tijden. De barista, jawel, is gewoon 1 grote grap.

V.

dinsdag 15 november 2005

GEÏNTERESSEERD DOEN

In de trein, vanavond:

'Sorry, Vince, ik kan me echt even niet concentreren. Ik ben te moe. Kun je me niet gewoon een mooi verhaal vertellen? Een mooi en lang verhaal? En dat ik dan af en toe doe alsof ik geïnteresseerd ben? Dat ik vraag: "Goh, en hoe voelde je je toen?" En dat ik intussen geeuwend door het treinraampje naar buiten staar? Kun je niet gewoon zo'n verhaal vertellen?'

V.

zondag 13 november 2005

DE SHUFFLEFUNCTIE (WEDEROM)

Laten we weer eens interactief zijn! Laten we de boel op shuffle zetten! Laten we volstrekt willekeurige toptienlijstjes plaatsen bij de comments! We deden het eerder, en we doen het gewoon weer! En laten we uitroeptekens plaatsen! Ja, uitroeptekens! O, uitzinnige vreugde! O, bron van plezier!

Wat ik maar wil zeggen: ik zal hier, zonder enige noemenswaardige beïnvloeding mijnerzijds, de eerste tien liederen opschrijven die mijn iPod afspeelt als ik de shufflefunctie inschakel. Doen jullie mee? (Wie geen iPod heeft, mag ook zijn eerste tien mp3-liederen noteren. Of de eerste tien in WMP, wat kan jou het schelen!)

Daar ga ik dan:

1 G. Love & Special Sauce, 'Baby Got Sauce'
2 Matthews' Southern Comfort, 'Woodstock'
3 Ben Folds, 'Trusted'
4 Pearl Jam, 'Elderly Woman behind the Counter in a Small Town'
5 The Kinks, 'Tired of Waiting for You'
6 D'Angelo, 'Brown Sugar'
7 Blur, 'To the End'
8 Paul Weller, 'You Do Something to Me'
9 The Shins, 'Those to Come'
10 Foo Fighters, 'Walking after You'

En nu jij!

V.

donderdag 10 november 2005

EX-VRIENDINNETJE A. ZOEKT WOONRUIMTE TE A.

Vincent: Zoek jij nu nog woonruimte in Amsterdam? (Ik heb niets, hoor, maar ik vroeg me dat af.)
Arlette: Oh, ik dacht: yeah!!! Maar ja, ik zoek nog.
Vincent: Nou, wat ik bedacht: zal ik anders een advertentie plaatsen op die prachtsite van me? Dan heb je toch nog iets aan me. We hebben tegenwoordig zo'n 300 bezoekers per dag.
Arlette: Ja, als je wilt.
Vincent: Vermeld dan hier en nu alles wat je in die advertentie wilt hebben. Dan plaats ik dit gesprek gewoon, ha.
Arlette: Ik zoek een zo zelfstandig mogelijke ruimte tot ong. 400-500 euro inclusief. Kun jij dat mooi verwoorden?
Vincent: Lang niet zo mooi als jij dat kunt. En wat kan ik over jou schrijven?
Arlette: Leuke dame die in het toerisme werkt zoekt... hahaha. Nee, dat ik leuk werk hier in de buurt heb gevonden en nu op zoek ben naar passende woonruimte.
Vincent: Ik wilde je 'ex-vriendinnetje A.' noemen. Maar dit is ook wel wat.
Arlette: Zal ik het zo even typen?
Vincent: O, en waar kunnen ze evt. reacties heen sturen? Gewoon naar de mail van mijn site?
Arlette: Ja, dat kan. Kun jij dat dan doorsturen?
Vincent: Ja, wat dacht je. Nu, ik ga even dit gesprek plaatsen.
Arlette: Nee!
Vincent: Tsk.
Arlette: Doe 't even leuk.
Vincent: Ja, maar dit ís juist leuk en spontaan. Of heb je iets gênants gezegd?
Arlette: Weet ik niet?
Vincent: Nee, dat heb je niet. Ik zeg het je. Je komt uiterst enthousiast en welbespraakt over.
Arlette: Dankjewel. Nou, ik ben benieuwd.

Samengevat: Arlette (26 jr.) zoekt zo spoedig mogelijk woonruimte in Amsterdam! Als je iets hebt of weet: mail Niels en Vincent!

(En een comment plaatsen hier kan natuurlijk ook.)

V.

dinsdag 8 november 2005

DE TOTALE WAANZIN VAN DE SPAANSE TELEVISIE (II)

Soms is geen tekst stoerder.

N.

maandag 7 november 2005

O, HEERLIJKE NIEUWE WERELD

Wij hadden het vroeger anders ook niet gemakkelijk. Ik spreek van de jaren tachtig, en eigenlijk ook wel van de jaren negentig, toen we met z’n allen maar een beetje over straat liepen te zwalken. Kansarm, dat waren we, en doelloos. Het waren barre tijden en het leek nooit meer beter te worden. Soms kreeg een van ons het te kwaad en schoten de tranen in zijn ogen, maar dan zei een ander weer: ‘Kop op, joh. Trek het je niet zo aan.’ Want als we met z’n allen waren, dan huilden we niet. Dan lieten we ons niet kennen. Wel lieten we soms een fietsventieltje leeglopen, gaven we willekeurige voorbijgangers het boze oog of trapten we een bal in andermans tuin. Want kansarm, dat waren we, en doelloos, dat ook. En we hadden het niet gemakkelijk. Vroeger. En dan doe je wel eens iets wat niet helemaal door de beugel kan. Kauwgom onder tafels plakken. Propjes naar onderwijzers schieten. Aanbellen bij iemand en dan heel hard wegrennen. Man, wat waren we kansarm. Sommigen onder ons waren zó kansarm en doelloos dat ze aan een studie Nederlandse letterkunde begonnen. Maar hoe we ook in de put zaten met z’n allen en hoe bewolkt het soms ook was in onze hoofden, er was één ding dat we nóóit deden: auto’s in de fik steken.

Maar ja, dat is het nu net: iemand moet er wel óp komen natuurlijk. Je hoeft het bij wijze van spreken alleen maar te verzinnen. Want ik zie ons gewoon weer lopen, over die straten, en we merkten wel eens een losse tegel op, maar we hadden geen idee wat we ermee moesten beginnen, en niemand had ooit eens een jerrycan en een aansteker bij zich, want onze ouders vonden dat ‘geen goed idee’, dus dan lieten we het maar. Ik zeg het je: als ook maar één van ons op het lumineuze idee was gekomen... o, de mogelijkheden! Want auto’s, die vind je overal. En een doosje lucifers, tjonge, hoeveel kost een doosje lucifers nu helemaal? We waren dan wel kansarm en al, maar allemachtig, een doosje lucifers kon er heus wel van af. Wie er anders over denkt, wil ik wel even mee naar buiten nemen. Praten we even verder.

En nu, zo veel jaar later, weet je niet anders. Het is haast routine geworden. Op weg naar de Grote Uitgeverij vanmorgen stak ik bijvoorbeeld 14 auto’s in de fik. Net zo makkelijk. Maandagochtendsleur, jullie kennen het. Ik had behoefte aan een verzetje. En toen ik de afdeling op stapte en daar mijn collega aantrof, die me trots vertelde dat ze dit weekend 83 auto’s in de fik had gestoken, knapte er iets in me. Ik werd er zelfs zó toornig om dat ik, hopsakee, de straat weer op liep om de stand enigszins gelijk te krijgen. Want als ik ergens een hekel aan heb, is het de competitiedrang van sommige mensen om me heen. En de aantallen, hè, die gaan ook tellen. Die doen ertoe. Je begint met 1 auto, en sommigen denken: als je 1 auto in de fik steekt, ken je het wel, maar zo zit het dus niet. Ik begon bijvoorbeeld – maar nu spreek ik van een tijd terug, hoor – vooral in de buitenwijken, in afgelegen zones, in de suburbs, zeg maar, maar op den duur is dat dus echt niet meer genoeg. Dan pak je de binnenstad gewoon even mee. Dan houdt niemand je nog tegen. Dan gaat men voor je opzij. Dan zegt men: ‘Wacht even, dan stap ik mijn auto wel uit. Gaat u gerust uw gang.’

In de middagpauze waren we met z’n allen al zó opgefokt dat we alle auto’s op de gracht in de fik staken. Je krijgt er op den duur ook lol in, hoor, moet ik zeggen. Bij de eerste 100 houden we bijvoorbeeld altijd een vreugdevuurtje. Dan maken we een dansje. Dan zingen en springen we. Er is gelukkig weinig voor nodig om ons weer helemaal wóest te krijgen. Ik heb bijvoorbeeld problemen met: mensen die woorden onnodig verkleinen. Groene Boekjes met foutieve woordafbrekingen. Koffie die koud wordt. Collega’s die op mijn afdeling Alkmaarse slang voor seksuele handelingen komen introduceren. Mensen die in de weg lopen. Mensen die ‘helemaal goed’ zeggen. Man, dan word ik echt hels. Dan laai ik op. Dan ren ik naar de eerste de beste parkeerplaats en laat ik de vlammen hun werk doen.

Uit het buitenland bereiken ons intussen schrikbarende cijfers. 1300 auto’s in 1 nacht! Dat soort aantallen, dat noem ik: pure provocatie. Alsof wat wij aanrichten beginnerswerk is. Maar wat zij kunnen, kunnen wij natuurlijk ook. We hoeven het slechts te willen. Wij zijn toch ook kansarm? Wij zijn toch ook doelloos? En zijn wij soms niet wanhopig? Wij hadden het vroeger anders ook niet gemakkelijk, hoor.

V.

GECITEERD

Elke maandag staat op de achterpagina van NRC Handelsblad de rubriek 'WoordHoek', geschreven door de onvolprezen taalkenner Ewoud Sanders. In ''t Krijk der Frannen', de aflevering van vandaag, valt het volgende te lezen:

Vorige week had ik mailcontact met de productieafdeling van een van de grootste Amsterdamse uitgevers. Dat begon met een vraag: 'Is er ergens een overzicht van alle woordafbrekingen die zijn veranderd in het Groene Boekje? Wij worden er hier erg onzeker van, nu blijkt dat we alles ineens moeten opzoeken: Fran/krijk! Catas/trofe! Diag/nose! Illus/tratie! Mijn collega heeft het Groene Boekje zowat het raam uit gegooid, in een vlaag van woede, vanwege dat Fran/krijk.'

Ha! Ik werk weliswaar niet op de productieafdeling, maar die mail, dat zagen jullie al, die is natuurlijk van mij afkomstig. En die collega met de ongecontroleerde driftaanval, dat is collega B.

Eindelijk weer eens de krant gehaald. Wat leuk.

V.

zondag 6 november 2005

ROCK STARS HAVE KIDNAPPED MY SON!

Zij die morgen na halfnegen over straat lopen, delen we voortaan in bij: de onbevoegden. En ook bij: zij die het nooit zullen begrijpen. En bovendien bij: de onwetenden.

Alle anderen kijken morgen vanaf halfnegen immers naar Almost Famous, een van de Films der Films.

Eindelijk zal duidelijk zijn wie deugt en wie niet.

V.

ALLES DRAAIT OM MIJ EN MIJN SITE

Woensdag lunchte ik met collega E. in het lunchetablissement waar normaal gesproken het Meisje met de Afschuwelijke Stem werkt. Nu was ze echter nergens te bekennen. De vaste lezers onder jullie weten inmiddels dat dat geen reden tot paniek is. Het Meisje met de Afschuwelijke Stem duikt altijd weer op. Ook zulke meisjes hebben wel eens een dag vrij. Niettemin: collega E. stelde me op de hoogte van het een en ander. Ze vroeg me achteraf of ik er niets over wilde schrijven op de site, en ze vroeg me dat zó veelvuldig dat ik me later ging afvragen: zou ze misschien júist willen dat ik hier schrijf dat...? De volgende ochtend liet ze me weten opgelucht te zijn. Ze was met angst en beven op de site komen kijken, maar goddank, ik had niets geschreven.

En zo kun je jezelf natuurlijk van alles wijs maken. Dat men bijvoorbeeld alleen nog maar met je gaat lunchen omdat men zichzelve wil herkennen op je site. Dat men je alleen nog maar aanspreekt in gevatte volzinnen, compleet met interpunctie en al, opdat je misschien inspiratie opdoet voor een nieuw stukje. Dat men, o gruwel, de Nederlandse spelling alleen maar herziet zodat je er narrige dingen over kunt schrijven. Voor je het weet draait alles alleen nog om jou en jouw site. (En laten we eerlijk zijn, het ís natuurlijk gewoon zo. Niels en ik, wij gaan voor de werelddominantie. Eens laten wij jullie bukken onder een strikt door onze nukken bepaald regime. Of, nu ja, hoe Niels dat indertijd dan ook verwoordde. Hij zei het namelijk heel mooi, jullie kennen hem. Wat een woordentovenaar, die jongen.)

Terwijl ik vanmiddag een kop kippensoep kreeg voorgeschoteld door Elsie, en een virtuele tosti kreeg aangeboden door mijn beminnelijke weblogvriendin N., bedacht ik: men wil mij aan het schrijven zetten. Ik word omringd door personages en door zinnen die gebruikt moeten worden. Zo sprak ik deze week een stagiaire, die mij toezei dat ik binnenkort zou kennismaken met een man. Ik zei: 'Laat maar komen, die man.' Zij zei: 'Ik moet je waarschuwen: hij is heel lief.' 'Ik ben ook heel lief.' 'Dat weet ik.' (Hier trok ik even mijn ene wenkbrauw op. Jullie kennen die uitdrukking intussen wel. En zo niet: let in godsnaam eens op. Gaat dan werkelijk álles langs jullie heen? Hmpf.) 'Maar,' zo ging ze verder, 'deze man giechelt heel veel. Dat vind ik zo lief. En jij giechelt nooit, denk ik.' 'Nee,' zei ik kortaf, 'ik ga nog liever dood.' Daarop stond ik op, woest & uitzinnig & niet voor rede vatbaar. Zelden ben ik zó snel zó kwaad geworden. Ik heb zo mijn buien.

En gisteren - want dit is zo'n van-de-hak-op-de-takstukje; wie het niet zint, komt later maar eens terug - bezochten Elsie en ik de sprookjesfilm Corpse Bride in de bioscoop die ik hier bij voorkeur omschrijf als Het Aftandse Delftse Filmpaleis. Maar, zo zei Elsie: 'Het lijkt wel alsof ze Het Aftandse Delftse Filmpaleis hebben opgeknapt!' En warempel, de stoelen waren heel, op de muren zaten geen klodders van een onduidelijke maar immer schrik aanjagende substantie, en het publiek was zowaar eens rustig. Ja, natuurlijk waren er de gillende sms-chickies die heel de tijd heen en weer liepen, maar die vallen al haast niet meer op. Die horen erbij. Zonder gillende sms-chickies geen ouderwets bioscoopbezoek, dat zeg ik ervan.

(Ik roep zojuist naar Elsie: 'Waar kan ik nog meer over schrijven in mijn stukkie?' 'Wat heb je tot nu toe?' 'Och, gewoon wat losse dingetjes.' 'Ah. Ik zou wat vaste dingetjes toevoegen. Voor het evenwicht.')

(En op msn vraagt iemand me of ik weet wat 'humps' zijn.)

Pas dronk ik een stapel wodka-limes met collega B. op een Haags terras en ik staarde wat onbeholpen in de verte (ik kan die blik heel goed op commando doen; vraag het me gerust eens als je me ziet - en ervaar de gevolgen). Plots zei collega B. me: 'Die vrouw hiervoor is met jou aan het flirten.' Ik had niets gezien, want ik was immers onbeholpen in de verte aan het staren (vraag het me dan gewoon! Dan doe ik het voor!), dus ik vroeg haar: 'Hoe oud is die vrouw eigenlijk?', want inmiddels zag ik alleen nog haar achterkant, en die deed me nogal denken aan Iggy Pop, zij het een Iggy die een T-shirt draagt. 'O...' sprak collega B., 'ik denk dat ze ons gerust had kunnen baren.' Later voegde correctrice C. zich nog bij ons en die zei: 'Ja, zo'n vrouw, die dacht natuurlijk: wat een leuke John Cusack-achtige verschijning, daar ga ik maar eens mee flirten.'

En ik vraag jullie: die Iggy Pop-achtige vrouwen-op-leeftijd, die correctrices die me complimenten maken, de msn'ers die me vragen wat 'humps' zijn, de stagiaires die me willen voorstellen aan lieve, giechelende mannen, alle gillende sms-chickies, en de collega's die met me lunchen en me dingen vertellen die ik hier echt niet mag schrijven... het kan toch verdorie geen toeval zijn? Al die mensen, al die curieuze dialogen? Die zijn er toch alleen maar om mij van stof tot schrijven te voorzien?

Ik ga even afkoelen ergens.

V.

maandag 31 oktober 2005

NIEUWE CIJFERS

- Sinds augustus 2003 houdt Webstats4U bij wie ons wanneer bezoekt, en waarvandaan, en met welke zoekwoorden en via welke links. Nu ja, jullie kennen het. Vandaag kwam de 100.000ste geregistreerde Niels en Vincent-bezoeker hier langs. Niels en ik werden daar even stil van. (Heel even maar, hoor. Ongeveer de tijd die het ons kostte een fles champagne te ontkurken.)

- Wij verbraken wel vaker een maandrecord hier, maar wat er deze maand gebeurde, verbaasde zelfs ons. Bijna 1600 bezoekers meer dan in september! Waar hebben we het aan te danken?

- Ik herlees tegenwoordig een boek dat 9 prachtverhalen bevat. Ik las en herlas het eerder, en vermoedelijk lees ik het over enkele jaren opnieuw.

- De Vrouw Die Ik De Mijne Noem is vandaag 28 jaar geworden. Laten we allemaal heel hard 'Gefeliciteerd, Elsie!' roepen. Zelfs als ik de enige ben die Elsie tegen haar mag zeggen.

V.

vrijdag 28 oktober 2005

AUTOBIOGRAFISCHE NOTITIES

- Gisteren stond ik op mijn dakterras en zag hoe de overbuurvrouw, een ordinaire, geblondeerde, niet al te slanke dame, werd bezocht door een tandarts. Zij zat op een gewone huistuinenkeukenstoel en hij boorde haar kies uit. Ze had een of andere theedoek om haar nek hangen en ze hield het apparaat waarmee je een vulling hard maakt, gewoon in haar hand. Tijdens het boren keek de tandarts, die een t-shirt en een spijkerbroek droeg, de hele tijd uit het raam, alsof hij ieder moment een inval verwachtte.

- Die avond fietste ik door een donker Barcelona naar het hostel waar S. werkt. Onderweg werd ik vier maal aangesproken door Spaanse toeristen die me de weg vroegen, waar ik met een grote glimlach alleen maar 'Si' tegen zei, en 'Vale' en uiteindelijk, 'Adios, lo siento'.

- Ik mailde met verschillende uitgevers die werk van mij wilden ontvangen en werd daar wat benauwd van, maar niet zo erg dat ik me dan maar van datzelfde dakterras waar ik het net over had, wierp. Dat leek me voor alle partijen een teleurstellend einde en bovendien erg vervelend voor mijn vriendin, S. dus, want zij was aan het werk en ik had beloofd haar op te halen.

- Onderweg kreeg ik een sms van meisje A. dat met haar moeder in de stad was, en we gingen wat drinken de dag daarna, aan het strand, en we dronken een bier die 3 euro en 95 cent kostte en ik zei tegen iedereen die het wilde horen dat het schandalig was.

- Inmiddels hadden de bouwvakkers die in het gebouw vier appartementen aan het renoveren waren, ontdekt dat wij tussen de middag thuis waren en dat wij een magnetron in de bijkeuken hadden staan. Dus kwamen ze met geprakte aardappels en pens en wortels in een bakkie en vroegen of die vier minuten in onze magnetron kon staan. Ik zei eerst nog dat het daar niet veel van warmer zou worden, maar toen maakten ze duidelijk dat ik de magnetron ook aan moest zetten. Ik vroeg vervolgens of ze er ook een wijntje bij wilden, een versgezette espresso toe wellicht, met wat brandy erbij, maar dat soort humor kenden ze niet.

- Ik kreeg een werkelijk enorme mok van S. cadeau. Op die mok staat het Superman-teken en in die mok kun je zeker 75 centiliter water kwijt. Dus vul ik die mok minstens twee keer per dag met water en drink ik die leeg omdat ik volgens S. teveel koffie en alcohol drink en dat mijn hoofd daar rood van raakt.

- Ook had ik sterk het vermoeden dat de buurman naast ons gewoon dood in zijn woning lag, omdat al 6 weken lang hetzelfde ranzige handdoekje in het venster hing en ik hem nooit zag of hoorde, maar enkele dagen geleden waren daar opeens 4 armoedige onderbroeken die lagen te drogen in de vensterbank. De man zelve was nog steeds onvindbaar. En misschien was dat ook maar beter.

- Vanavond is het weekend in Barcelona en techno-pionier Derrick May draait in Razzmatazz, maar volgend weekend is daar ook Soulwax, die levend hun remix-album gaan spelen en daarna is er ook nog eens een set van drie uur door 2ManyDJ's, en twee weken achter elkaar dwalen door die enorme tent is wellicht wat teveel van het goede.

- Ook las ik Mark Haddon uit en vond ik allemaal prachtig en leuk en ontroerend en grappig en pijnlijk en triest.

- En ik bedacht alweer een nieuw boek, en Vincent zei tegen mij: 'Maak eerst die andere boeken af, jij gevaarlijke gek.'

- En dat is wat ik dus nu ga doen.

N.

woensdag 26 oktober 2005

FILMPJE GEVONDEN

In gesprek met broer Joey vanavond:

Joey: Ik heb een link voor op je site. Ik heb een filmpje gevonden van jou met je I-pod.
Vincent: O?
Joey: http://209.0.146.17/1/graphics/homemov/numa_numa2.swf
Vincent: Ha ha!
Joey: Goed man.
Vincent: Ik ben dat!
Joey: Precies.

(...)

Vincent: Het duurt wel lang, dat filmpje.
Joey: Zeker. Ik heb hem afgezet.

V.

dinsdag 25 oktober 2005

DINGEN DIE GEBEUREN IN BARCELONETA (1)

Vandaag zag ik een man zonder tanden een appel proberen te eten.

of

Vandaag zag ik een man zonder tanden proberen een appel te eten.

of

Vandaag zag ik een man proberen een appel te eten zonder tanden.

N.

maandag 24 oktober 2005

ONZE AVOND MET MELLO

Ik herinner me die avond waarop ik mijn oranje shirt droeg, en waarop ik een flesje bier vasthield. 'Vasthield' inderdaad, want ik drink geen bier. Ik laat me nog liever de ogen uitkrabben door een blinde lynx, zal ik maar zeggen. Waar het om gaat is: ik droeg die avond een oranje shirt en ik hield een flesje bier vast. Ik weet het nog precies. Ook was mijn hoofd rood aangelopen, want zo'n avond was het nu eenmaal. En door die rode kleur was mijn gezicht welhaast onherkenbaar geworden, als ware ik een kameleon. Verder kan ik jullie vertellen dat ik die avond mijn spijkerbroek droeg en dat ik met mijn linkerhand een beetje angstvallig mijn rechterarm omklemde. Recht boven mij hing een lamp, maar goddank zette niemand die aan, want zo was het echt al warm genoeg.

En dan Niels! Man! Niels was mijn grappen inmiddels 'meer dan zat' (ik verwoord het hier nog lichtjes) en mijn rode kop kon hij ook niet meer aanzien. Hij had gewoon een koptelefoon op zijn hoofd gezet en staarde het grootste gedeelte van de avond een beetje etherisch voor zich uit. Soms kom je iemand tegen en die heeft dan geen idee wat het begrip 'etherisch kijken' zo ongeveer inhoudt, maar als je Niels die avond had gezien, met die koptelefoon op zijn hoofd, en dat getuur in de verte, dan was je weer helemaal op de hoogte. Dan wist je hoe de zaken ervoor stonden. Ook Niels droeg die avond een spijkerbroek. Zo kon je zien dat hij en ik bij elkaar hoorden. Dat we een weblogduo waren. En trouwens, dat zijn we ook nog steeds, want ik ben allang gestopt met flauwe grappen maken en een rood hoofd trekken, en hij heeft die belachelijke koptelefoon allang in een hoek geworpen. Van die avond herinner ik me overigens ook nog dat Niels een overhemd droeg met allerhande een beetje ongepast tegen elkaar aan schurkende strepen, en daaronder dan zo'n wit shirt, want tja, het blijft Niels, nietwaar. Zelfs als zijn gezicht er, door die etherische blik, die avond geheel anders uitzag.

Nu ja, en dan was er dus Mello. Wat een klaploper. Wat een dweper. Wat een lapzwans. Wat een zak hooi. Wat een dolle aap. Wat een mispunt. Wat een mannetje-dat-het-nét-niet-in-zich-had. Met dat linkerhandje van hem dat heel de tijd het peace-teken in zijn rechterhand het zwijgen probeerde op te leggen. Met dat vage zwarte gekrabbel op die witte trui van hem. Met, welja, die spijkerbroek ook nog eens - je bent een Niels en Vincent-groupie of je bent het niet. Voor wie denkt dat mijn hoofd die avond rood aanliep: dat van Mello spatte bijkans uiteen. Zo veel adoratie en zo veel gezwijmel, je komt het nog maar zelden tegen. Echt, zoals Mello Niels en mij die avond aanstaarde, allemachtig, je zou er onpasselijk van worden.

Gelukkig bestaat er van dit tafereeltje een foto. Opdat jullie nu, al die jaren later, mee kunnen genieten. En opdat jullie nu eens niet denken dat ik hier altijd alles maar uit m'n mouw schud.

V.

zondag 23 oktober 2005

DINGEN VAN VANDAAG

Vandaag ging hier voor het eerst in maanden de verwarming weer aan.

Vandaag vierden we de 78ste verjaardag van oma Bep te Almere. Laten we 'hoera' zeggen met z'n allen.

Vandaag zagen Elsie en ik hoe zich een kilometerslange file vormde onder het La Place-restaurant aan de A4 waar wij iets aten. We begonnen steeds langzamer te eten, in de wetenschap dat wij straks ook in die file zouden staan. Af en toe keken we elkaar angstig aan.

Vandaag wist ik eindelijk zeker - hoewel het al een tijd sluimerde - dat ik verliefd ben geworden op dit liedje. En op regels als 'You didn't even notice when the sky turned blue' en 'I nearly didn't notice the gentlest feeling'.

Vandaag werden Niels en ik gelinkt op deze leuke & enthousiasmerende & hippe site. Op diezelfde site verscheen - ook al vanavond - een artikel over mijn lievelingsboek ooit.

Vandaag werd een te lang durende ruzie tussen twee familieleden bijgelegd. Goddank.

Vandaag las ik een manuscript waar ik veelvuldig hardop om moest lachen. (Met veel gebulder en gegrinnik en curieuze ademhaling, en ook: passages aan iemand voorlezen terwijl de tranen me over de wangen rolden.)

Vandaag kon ik een tijd niet op msn komen. Toen het me uiteindelijk toch lukte, vond ik het weinig bevredigend.

Vandaag zag ik voor het eerst de borden met 'I love richting aangeven' hangen boven de snelwegen. Ik ben er nu eindelijk van overtuigd dat ik in dit land als een debiel behandeld word. Ik zal nooit meer richting aangeven zonder aan die kleuterschoolborden te moeten denken. Sterker nog: ik zal gewoon nooit meer richting aangeven. (Ik raak altijd in mijn fuck the system-bui door denigrerende adviezen als deze.)

Vandaag ontdekte ik op internet een lijst met alle spelwijzigingen in het Groene Boekje. Nu ben zelfs ik het spoor bijster.

V.

IK BEN ALTIJD OP M'N ALLERNARRIGST...

...als het me niet lukt op MSN te komen.

Hmpf.

V.

woensdag 19 oktober 2005

DINGEN DIE IK DURF TE BEWEREN

1. Trippin van Robbie Williams is een tijdloze popsong.

2. Een goede rosé hoeft niet meer te kosten dan twee en halve euro de fles.

3. Bla. Blabla. Blalalala. Bla.

4. Na anderhalve week regen is 25 graden en zon een aangename afwisseling.

5. Het zoeken van leuke links is een overschatte bezigheid.

N.

maandag 17 oktober 2005

WAITING FOR SOMEONE TO COME OUT OF SOMEWHERE

I

Oproepkracht N. zei: 'Je hebt eindelijk een stukje over mij geschreven. Ik kwam alleen wat saai over, vond ik.' Ik antwoordde: 'Zeg dan ook eens iets hips.' En toen zei ze niets meer. Zo is er altijd wat.

II

Collega B. toonde me haar winterjas en ik complimenteerde haar uitvoerig. Even stond ik weer stil bij hoe ik vanochtend vroeg rillend en bibberend bij de Delftse bushalte stond. En ik oordeelde: ja, nu is de zomer misschien toch wel voorbij. Hopelijk ben ik morgen zo verstandig míjn nieuwe winterjas aan te doen. Al is het maar omdat ik ook wel eens complimenten wil.

III

Komend weekend zal ik eindelijk Casablanca gaan zien. Een passerend schrijver zag de geleende dvd op mijn bureau liggen en citeerde: 'I think this is the beginning of a beautiful friendship.' Daarmee wilde hij vermoedelijk de indruk wekken dat híj Casablanca wel al had gezien. Maar op mij wekte hij slechts de indruk dat hij When Harry Met Sally... had gezien. Net als ik dus.

IV

Curieus. Op deze site trof ik de volgende vermelding:


Het is dan ook waar. Niels en ik komen nooit eens in de Palace. En zéker niet op donderdag. Doe even serieus, man. Het idee alleen al.

V

Voor het eerst in heel heel lang vind ik een liedje van The Rolling Stones mooi. Dat komt doordat het in de film Rushmore zit, die ik dit weekend voor vijf euro de mijne maakte en die ik leuker en aandoenlijker vind dan de meeste mensen die ik ken (die zin kun je gerust dubbelzinnig opvatten; doe er het jouwe mee). Dat liedje is alweer een jaar of veertig oud, maar goed.

VI

Ik vind het jammer dat we voortaan (het) appel zonder accent moeten schrijven, en ideeëloos zonder n, en paddenstoel en paardenbloem juist mét een n. Maar ik leg me daarbij neer als een tam en tandeloos beest. Al zou ik het wel prettig vinden als die spellingswijzigingen even stoppen. (Ja ja, ik weet heus wel dat dé Nederlandse spelling niet opnieuw gewijzigd is. Maar dergelijke details zijn al tergend genoeg.) Niettemin: geef me een lijst met alle wijzigingen en over een paar maanden spel ik weer foutloos. Ha.

(Overigens. Daar gaat mijn lettertelgave. Als er zomaar letters in woorden verschijnen en verdwijnen, hoe kan ik dan nog zonder nadenken '11' roepen als iemand paddenstoel zegt?)

V.

zondag 16 oktober 2005

GRAND PRIX

En dan nog iets: wie gaat dat Grand Prix-snookertoernooi eigenlijk winnen? Higgins of O'Sullivan? En waarom is dat hele toernooi gewoon aan mijn neus voorbijgegaan? Het enige wat ik ervan zag, was hoe gisteravond mijn vroegere snookerheld Stephen Hendry aan de kant werd geveegd door die doodsaaie Higgins (nu ja, qua saaiheid wint Hendry het wellicht nog nét van hem, ik ga daar niet over liegen), en het zou best eens kunnen dat de definitieve strijd op dit moment - terwijl ik gewoon zit te typen - beslist wordt. Het ergst van dit alles: waarom kan het me zo weinig schelen?

Pf. Ik wacht het wereldkampioenschap wel gewoon af. Laten we lekker 24 gaan kijken straks. Zet 'm op, Jack Bauer!

V.

YEAH YEAH YEAH YEAH

De ingrediënten: een wandeling in Hoek van Holland. Een straffe zeewind. Een onstuitbaar energiek puppyhondje. Een strand bezaaid met lieveheersbeestjes. En heel de dag R.E.M.'s 'Man on the Moon' in mijn hoofd. Vandaar de wartaal hieronder. Ik heb altijd al een stukje willen schrijven waarin elke zin eindigde op 'Yeah yeah yeah yeah'.

Laten we wandelen over het strand. Yeah yeah yeah yeah
Je bijt slechts op de nagels van je ene hand. Yeah yeah yeah yeah
Het hondje Luna vindt een tennisbal. Yeah yeah yeah yeah
Lieveheersbeestjes overal. Yeah yeah yeah yeah
Mijn ogen tranen, maar dat komt door de zee. Yeah yeah yeah yeah
Voor een 16de gaat het best oké. Yeah yeah yeah yeah

Zullen we zwemmen naar de overkant? Yeah yeah yeah yeah
Als je ver genoeg gaat, raak je Engeland. Yeah yeah yeah yeah
Iedereen zegt ‘kite’ maar ik zeg ‘vlieger’. Yeah yeah yeah yeah
Mijn schoenen zitten nu vol met zand. Yeah yeah yeah yeah
Een lieveheersbeestje wordt gered door E. Yeah yeah yeah yeah
Voor een 16de valt het best wel mee. Yeah yeah yeah yeah

(Nu ja, en dan verder, enzovoort. Ik ben hier verdorie niet om suffige rijmpjes te maken. Het volgende stukje krijgt een verhalende vorm. Dat zal jullie leren.)

V.

zaterdag 15 oktober 2005

AAN DE ANDERE KANT...

...kan het natuurlijk ook nog eens zo zijn dat ik hier weer ga schrijven als nooit tevoren. En dat jullie zeggen: zo is het wel weer een keer genoeg geweest, Vince. We hebben het ene stukkie nog niet goed en wel gelezen of er staat alweer iets nieuws. Dat zou zomaar kunnen. Ik zou er echter niet op rekenen als ik jullie was (ik zou als ik jullie was die eetafspraak met die uit het oog verloren vriend gewoon laten doorgaan, en die vakantie van drie maanden naar het Verre Oosten zou ik ook niet meteen annuleren - ik bedoel: voor hetzelfde geld schrijf ik hier zelden nog iets).

Wat een interessantdoenerij. Wat een potsierlijk gedoe. Wat een geraaskal. Goed, daar gaan we dan. De komende tijd zal ik jullie op de mij welbekende breedsprakige wijze berichten over de volgende, al veel te lang verzwegen punten:

- hoe ik op mijn vierde dacht: wat zit ik met een boel dwazen en zotten in de klas, zeg.

- hoe mijn carrière als striptekenaar in de kiem werd gesmoord toen ik op mijn tiende besefte dat ik verdorie wel wat beters te doen had.

- hoe ik op mijn achttiende met drie vrienden in Barcelona ronddoolde, een blikje in een prullenbak probeerde te gooien en plots languit op de straatklinkers lag. En hoe die drie vrienden toen stonden te lachen. En hoe ik daarna een niets en niemand ontziende driftaanval kreeg, waardoor ik nu, tien jaar later, nog altijd Barcelona niet meer in mag.

- hoe ik mijn negenentwintigste verjaardag ga vieren.

- hoe een meisje me vandaag een dvd leende en zei: 'Zie maar wanneer je hem teruggeeft. Ik heb er geen haast mee.' En hoe ik toen zei: 'Leuk. Misschien kan ik hem dan wel aan mijn kinderen laten zien.'

- hoe het liedje 'Fallen for You' van Sheila Nicholls zomaar je hart kan breken als je even niet op je hoede bent.

Nu ja, ik noem maar wat. Jullie mogen zelf ook onderwerpen aandragen bij de comments. Ik ben de kwaadste niet. Die onderwerpen schuif ik vervolgens aan de kant, met dezelfde flair en nonchalance waarmee ik goedbedoelde adviezen altijd in de wind sla. Jullie kennen me inmiddels.

Laat je horen. Wees geen vreemde. Vervuil onze brievenbus.

V.

DIE AFSCHUWELIJKE GEDACHTE

Gistermiddag zei ik tegen oproepkracht N.: 'Vanavond zal ik eindelijk een stukje op de site aan jou wijden', maar dat lachte ze gewoon weg. Ik vroeg haar nog om een stoere zin, zodat ik iets zou hebben om te citeren (al verzin ik de helft van die citaten altijd zelf, dat weten jullie ook wel), maar die zin kwam er niet. Wel zei ze: 'Jij zegt altíjd dat je een stukje over mij gaat schrijven, en dat doe je nooit. Elke avond ga ik voor niets kijken op die site van je.' 'Een teaser, dat ben ik,' riep ik nog, maar toen liep ze de kamer alweer uit. Het was zomaar weekend geworden.

En toen gebeurde er gisteravond eigenlijk niets. Er kwam niets in me op. Ik logde niet eens in bij Blogger om vervolgens te wachten tot de woorden in me op zouden komen. Ik zat de hele avond hooguit een kwartier achter het beeldscherm en van stukken op een site schrijven kwam heel niets. Er waren heus belangwekkende kwesties, maar wat kon ik daar nu nog over zeggen? En plots doemde die afschuwelijke gedachte op:

Wat nu als er gewoon niets meer over valt te schrijven?

V.

donderdag 13 oktober 2005

NU ZAL ALLES VERANDEREN

Eindelijk heb ik NOVA gehaald. Wordt dit dan mijn grote doorbraak? Zal Niels en Vincent nu nóg meer bezocht worden? Zal alles nu veranderen?

Gisteren werd de door Joost Zwagerman samengestelde prachtbloemlezing De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen gepresenteerd in de Amstelkerk in de Grote Stad. Marga Minco, Manon Uphoff en Hafid Bouazza droegen verhaalfragmenten voor en NOVA maakte er een reportage over, die hier terug te vinden is (als je doorklikt naar de woensdaguitzending). Ga daar maar eens kijken.

Rond 23 minuut 40 flitsen collega B. en ik voorbij. En rond 24 minuut 10 doen we dat opnieuw.

Ik word in ene veel meer herkend op straat. Het is nog even wennen.

V.

P.S. Joechei! Harold Pinter heeft de Nobelprijs gewonnen! (Ik juich altijd als iemand van wie ik althans eens iets heb gelezen die prijs wint.)

MET ALLE MIDDELEN BESTRIJDEN

Mijn overbuurvrouw, een nogal dikkige, humeurig uitziende Spaanse die inene vloeiend Engels (met plat accent) bleek te spreken, draait dus nu al een uur keihard Barbra Streisand.

Bij gebrek aan Robert Smith heb ik nu maar even keihard de technokant van Dave Clarke's World Service 2 opgezet.

Gezellig buurtje woon ik toch.

N.

maandag 10 oktober 2005

DE TOTALE WAANZIN VAN SPAANSE TELEVISIE (1)

Ik heb het idee dat ik hier een serie in handen heb. In Spanje is natuurlijk alles anders, maar als er iets is waar ik me in de afgelopen weken over heb lopen verbazen, dan is het wel de Spaanse televisie. Die is echt hilarisch slecht. Die zoekt grenzen op. Die is om stil van te worden. Die is soms zo dodelijk saai dat je bijna blij bent dat je het allemaal niet verstaat.

In deze eerste aflevering: porno. Ten eerste: ik heb niets tegen porno. Ik heb er zelfs ooit een artikel over geschreven voor Esquire. Ten tweede: ik heb niets tegen mensen die porno zien. Sommigen van mijn beste vrienden zien porno. Ten derde: ik kijk niet zo snel ergens meer van op.

Op de Spaanse televisie kun je vrijdag, zaterdag en zondag vanaf een uur of twaalf 's avonds porno zien. En als ik zeg: porno, dan bedoel ik niet van die SBS6-achtige drooghomperij. Dan bedoel ik ook niet de gladde Amerikaanse plastic siliconenseks die te zien is op Canal+. Nee, dan heb ik het over porno rechtstreeks uit het riool, de aller-, allergoedkoopste shit, met mensen waar je normaal al met een boog omheen loopt, maar van wie je nu alle plekken te zien krijgt waar je niet wilt kijken. En toch blijf je dat doen. Omdat je denkt: 'Gebeurt dit echt? Dit kunnen ze toch niet menen? Dit kán toch eigenlijk gewoon niet?' Omdat je denkt: 'Ze gaan toch niet... Ze zullen dat toch zeker niet écht in beeld brengen...'

Nu ja, dat doen ze dus wél. Terwijl er onder in beeld allemaal sms-teksten verschijnen van hetzelfde kaliber dat je ook op TMF en The Box ziet, alleen gaat het hier alleen maar over mannen die met hun 'reusachtige staaf zitten te wachten op een mollig meisje' zodat ze haar 'eens flink kunnen onderkledderen' en dan het liefst in de leeftijd '18 tot 20' jaar. (Lang leve het Spaans-Engelse woordenboek.) Omdat dit een gezinssite is, dat weet iedereen, ter illustratie een foto die nog net door de beugel kon. (Edit: Omdat sommige mensen nog wel ergens van opkijken, plaatje weg.)

S. en ik, wij maken hier wat mee.

N.

zaterdag 8 oktober 2005

ACH

Soms hebben we gewoon even niet zoveel te vertellen.

V.

maandag 3 oktober 2005

OVERWEGINGEN

...en toen ik gistermiddag naar de videotheek liep, begon het lichtjes te regenen. Ik droeg een paar nieuwe schoenen dat ik dringend eens moest inlopen en ik hield twee dvd's vast: Anger Management en The Life Aquatic with Steve Zissou. Van die laatste film heb ik van de eerste tot de laatste seconde genoten - o, het onophoudelijke plezier! -, maar bij de eerste dacht ik heel lang: misschien wordt het straks wel leuker. En dat werd het niet. Allemachtig, wat een tijdverspilling. Yeugh. Ik smeet die dvd dus met extra vaart in de retourneergleuf (ja hoor, ik blijf gewoon nieuwe woorden verzinnen) en kraamde - met veel misbaar, mag ik wel zeggen - taal uit als: 'Dit nooit meer!', maar daar kijken ze bij mijn videotheek inmiddels niet meer van op. Mijn uitzinnige geschreeuw doet daar geen gesprek meer verstommen.

...en toen ik weer naar buiten liep, regende het lang zo lichtjes niet meer. Het stortregende. Lisa Loeb zong op mijn iPod en ik stond daar maar een beetje te schuilen, op de weg tussen de videotheek en de flat waar ik woon. Ik zag ook mensen schuilen in een tramhokje, en allen droegen ze een jippie-het-wordt-herfst-gezicht, maar ik stond daar maar een beetje allenig niets te doen en te wachten tot de regen verdween en ik verder kon lopen. En ik herinnerde me dat een vriendinnetje me ooit zei: 'Mijn moeder zegt dat ik op Lisa Loeb lijk.' Indertijd dacht ik: 'Nee hoor, dat doe je niet, en dat is maar goed ook', maar uitspreken deed ik het niet.

...en toen de regen eindelijk iets afnam, begon ik weer te lopen op de mij zo bekende wijze, en merkte ik dat mijn nieuwe schoenen op de totale verwoesting van mijn voeten uit waren. Ik liep steeds langzamer en wilde steeds liever thuis zijn, en uiteindelijk sleepte ik mijn lichaam kermend en klagend de lift in. Thuis bleken de blarenpleisters bijna op.

...en toen ik vanmiddag met collega B. de Coffee Company betrad, was het er drukker dan ooit. Toen we na drie kwartier eindelijk aan de beurt waren en ik twee dubbele caffe latte's bestelde 'om hier op te drinken', zei het koffiejoch achter de balie: 'Heb ik u vorige week niet in de Tweede Kamer gezien?' Ik fronsde, want ik ben helemaal geen 'u' en ik kom nooit in de Tweede Kamer. En plots schoot me te binnen dat De Tweede Kamer ook de naam van een coffeeshop is, waar een bevriend auteur me vorige week mee naartoe nam. Ik wilde zijn nieuwe manuscript met hem bespreken, hij wilde een voorgerolde white widow. Hoe dan ook: lekker discreet van dat koffiejoch, om over mijn coffeeshopbezoek te beginnen in zijn koffieshop. Hij leek me er ook wel toe in staat iets te mompelen als: 'Vorige week had je een heel andere banga bij je.' De dolle aap.

...en toen ik vanavond in de Etos op het CS kwam, bleken er slechts minuscule blarenpleisters voorradig. Wel, die voldoen niet. Ik heb mijn blarenpleisters graag zo groot mogelijk. Ik heb graag blarenpleisters die gans mijn voeten beslaan. Ik heb graag blarenpleisters waarin je twee voeten tegelijk kunt proppen, en ook je hele lijf, indien wenselijk. In plaats van die amper met het blote oog waarneembare blarenpleisters propte ik een stapel snoep in een zak, en ik bezatte me eraan in de trein huiswaarts.

...en toen ik in die trein zat, las ik wat manuscripten door en sloeg ik minzaam glimlachend de ene na de andere bladzij om. Intussen mompelde ik dingen als 'tsk' en 'tut tut' en 'wel wel' en 'prutsers...', en later bedacht ik: wacht maar, in 2012 kom ik zelf met een roman en dan piepen jullie wel anders. 35 is ook een heel mooie leeftijd om te debuteren, wat jullie. We hoeven dat niet allemaal op ons 22ste te doen, hoor. En die roman dus, die zal De gevreesden heten, als die prachttitel tegen die tijd nog niet weggekaapt is, en die zal uit minstens twee delen bestaan (die ik voorlopig 'Gewoon, voor de lol' en 'De broei is begonnen' wil noemen, maar in 2012 denk ik er wellicht heel anders over, en dat zien we verdorie dan wel weer), en die roman dus, die zal alle andere romans overbodig maken. Dat wil zeggen: de ideeën voor romans die ik eerder in mijn hoofd had ronddwarrelen.

...en in de bus zette ik met het klikwiel op mijn iPod 'Just Another Day' van Jon Secada iets harder. Collega B. vindt het obsceen als ik mijn klikwiel betast, maar in de beslotenheid van mijn binnenzak is veel geoorloofd en komt niemand je berispen. En ik dacht: ja, 1992, dat was nog eens een jaar, en 15 was ook best een amusante leeftijd, ook al verliefde ik me in die tijden nog gewoon op meisjes die allang een vriend hadden, meisjes die - ik noem maar wat - Charlotte heetten, en die mij zeiden: 'Maar ik vind jou ook heel leuk, hoor.'

...en bij onze comments meldde zich zomaar, uit het niets, een spiksplinternieuw meisje, vers uit het pak. Ze bleek voorzien van de naam Michelle en een eigen weblog dat ik nooit had bezocht, en ze schreef ons onder meer: 'Ik wil dat er een nieuw stukje komt. Als er toevallig ergens iemand is die luistert: dat wil ik dus. (...) Nu eerst een nieuw stukje. Want dat wil ik graag, of had ik dat al gezegd?' En ik oordeelde: soms moet je gehoor geven aan de fans en de groupies. En wel meteen. Hier en nu.

V.